Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0897
0897 Goddelijke genade
4 mei 1939: Boek 18
Hoor de goddelijke stem: De mens moet door de strijd met zichzelf sterker worden en alle levensproeven proberen te doorstaan. Er staat hem immers altijd geestelijke kracht ten dienste en onophoudelijk omgeven geestelijke vrienden hem, die bereid zijn om hulp te bieden en slechts wachten op zijn roep. En zo mag jij steeds maar jouw gedachten vragend tot hen wenden, en je ontkomt aan elke nood en gevaar.
En ontvang nu: De goddelijke genade, en met haar het erbarmen en de liefde van de Vader in de hemel, komt elk mens in die mate toe, dat deze volkomen vrij kan worden van alle aardse boeien en elk verlangen, dat het materiële leven betreft. De Vader in de hemel geeft voortdurend en Zijn genade raakt niet uitgeput. Alleen mag daar van menselijke zijde niet achteloos aan voorbij worden gegaan, maar ze moet bewust begeerd en ontvangen worden. Alleen dan is het mensenkind tegen elke aanvechting opgewassen, want hij is niet alleen overwinnaar, maar de goddelijke kracht openbaart zich aan het mensenkind. En de mens is dan met gemak in staat om te overwinnen, wat hem voorheen onoverwinnelijk leek.
De mens kan het begrip ‘genade’ niet in zijn diepste betekenis begrijpen. Het is een zo buitengewoon doen toekomen van goddelijke kracht, het is een voortdurend overdragen van geestelijke kracht. Het is een bewijs van eeuwig durende liefde en goddelijke erbarming. En als de mens in de genade van God leeft, is hij door een onzichtbare bescherming omgeven. Hij verlangt naar de schenking van goddelijke kracht en wordt hier als het ware door gegrepen, zodat al zijn handelen en denken bepaald wordt door de goddelijke wil. De genade van God helpt hem om volgens de wil van God werkzaam te zijn.
Alleen een door en door gelovig mens kan de genade van God bewust in ontvangst nemen, want hij gelooft in God, in Zijn kracht en Zijn directe verbinding met de mensen en in de grote liefde, die zich dus door de schenking van de genade uit. Hij verlangt en ontvangt en neemt dus de uitstroming van de goddelijke liefde in zich op. En dit moet hem dan weer sterker maken en het geloof in en de liefde voor de Schepper doen toenemen en tegelijkertijd echter ook tegenstand laten bieden aan alle verdrukkingen van de kant van de aarde, want de kracht uit God is sterker dan alle vijandelijkheden van de wereld.
“Vraag, dan zullen jullie ontvangen”. En dat betreft in het bijzonder de jullie voortdurend toegekende genade, zonder welke jullie het aardse leven moeilijk de baas zouden kunnen worden. Vragen om de goddelijke genade betekent als het ware voortdurend de verbinding met de Vader in de hemel zoeken. En deze verbinding al moet jullie kracht geven, want jullie zoeken dan de geest van Degene, waarvan jullie uitgegaan zijn. Jullie wenden je zoekend naar hulp tot Hem, Wiens schepselen jullie zijn. Jullie herkennen jullie oorsprong en buigen je gewillig voor de goddelijke kracht. En zo kan ze jullie ook gegeven worden. En in zo’n mate, dat voor jullie het leven op aarde gemakkelijker te dragen lijkt en jullie zonder haperingen de opdracht op aarde kunnen vervullen.
Want aan degenen, die God liefhebben en naar Zijn kracht verlangen, geeft Hij onbegrensd. En degenen, die zich bewust aanbevolen houden voor de genade van God mogen ook onbegrensd de schenking van liefde in ontvangst nemen, die de Vader in de hemel Zijn kinderen toebedacht heeft, om de strijd op aarde voor hen gemakkelijk te maken. Want alles is aan Zijn genade gelegen. En zalig zijn degenen, die om genade smeken, want ze zullen op aarde zichtbaar beschermd worden en geen andere hulp nodig hebben, dan die van boven komt, die Gods liefde en erbarming is.
Amen
Vertaald door Peter Schelling