Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0886

0886 Geestelijke afvalligheid – Zelfoverschatting – Ketenen

26 april 1939: Boek 18

Sla acht op de woorden, die vandaag tot je komen: Al het geestelijke, dat zich door zelfoverschatting van God afgescheiden heeft, kan alleen maar door kwellingen gelouterd worden. En hij wordt nu wel overtuigd van zijn op zich hulpeloze toestand, die in schril contrast staat met zijn zelfoverschatting, die zijn afvalligheid van de eeuwige Godheid tot stand gebracht heeft.

Niets anders kan de terugkeer tot de Vader van het heelal bewerkstelligen, dan de duizenden jaren durende gang in ketenen, die hem bewust moet laten worden van zijn onmacht en toch het verlangen naar uiteindelijke bevrijding uit deze ketenen steeds sterker laat worden, zodat hij met zijn gehele wil dan zelfs een tijd lang de aardse boeien op zich neemt, in het besef dat de belichaming op aarde de enige mogelijkheid is om vrij van deze ketenen te worden.

En zo heeft het geestelijke wezen recht op elke mogelijkheid om de onwaardige toestand te verbeteren. Er is een onbeschrijflijk lange tijd in strijd met de eeuwige Godheid voorbijgegaan en hier is in zekere zin ook voor geboet en tegelijkertijd is de begaanbare weg gegaan, die het weer de vereniging met God moet bezorgen.

Wanneer de mens het zich voorstelt hoe ontzettend kommervol het voor een goddelijk wezen is om van de Vader verwijderd te zijn en het leven op aarde nu vaak op geen enkele manier benut wordt om deze verwijdering te verminderen, terwijl hij enkel met dit doel de belichaming op aarde aangegaan is, omdat er op geen enkele andere manier de terugkeer naar de Vader te bereiken is. Wanneer desondanks talloze wezens steeds weer de belichaming proberen, steeds weer met het voornemen om het leven op aarde goed te benutten en zich gewillig aan elke levensproef onderwerpen, dan zal al spoedig te begrijpen zijn, waarom de Heer zo buitengewoon liefdevol de mensenkinderen bijstaat en Hij voor hen de levensweg graag gemakkelijker wil maken en op grond hiervan hun een spijziging van boven laat toekomen om de geest uit God weer naar zijn oorspronkelijke bestemming te leiden. En alle streven, dat de goddelijkheid betreft, is met de zegen van boven bedekt, opdat de mens voor dwaling behoed wordt en de echte waarheid herkent.

Amen

Vertaald door Peter Schelling