Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0885

0885 Herkennen van de waarheid alleen mogelijk door de liefde voor God – Scherpte van het verstand

26 april 1939: Boek 18

Hoor de stem van de Hoogste: De kracht van Mijn woord zal allen, die zich hier bereidwillig aan overgeven, doorstromen. En de wereld is nu eenmaal niet in staat om een juist oordeel te vellen, omdat het zonder innerlijk leven en zonder liefde voor Mij aangehoord en onderzocht wordt. En zo verlangen de mensen wel duidelijkheid, maar ze kunnen deze duidelijkheid alleen met een gelovig hart ontvangen. Want waar de wereld en haar interesses op de voorgrond geplaatst worden, wordt hun ziel armoedig bedacht.

Hoe verder de mens zich van Mij verwijdert, des te moeilijker zal het voor hem zijn om de waarheid te herkennen. En hij zal als het ware zonder geestelijke hulp onderzoeken, want hij verlangt deze hulp niet, gezien zijn wil om het af te wijzen. Scherpte van het verstand alleen is niet geschikt om iets te onderzoeken, dat de diep gelovige mens echter weer direct als waarheid herkent, want de goddelijke geest werd in hem levend, terwijl het in eerstgenoemde nog diepe nacht en geestelijk donker is.

Als jullie Mij willen herkennen, moeten jullie voor Mij zijn, maar niet tegen Mij. Jullie wil is doorslaggevend. Jullie gebrek aan kennis kan wel verholpen worden, wanneer jullie om het juiste inzicht vragen, maar waar jullie haar afwijzen, zijn jullie nog heel ver van het juiste inzicht verwijderd. De liefde heeft de Mensenzoon bewogen om zich voor de mensheid op te offeren. En deze liefde zal zich ook nu weer openbaren en licht geven, waar naar het licht verlangd wordt. En allen, die zich niet te verheven voelen om er om te bidden, kunnen in het licht staan.

Geen mens heeft het recht om iets te beweren, dat niet slechts het aards tastbare betreft, want zonder Mijn hulp ontbreekt het hem aan de juiste kennis. De aardse kennis is niet voldoende om de laatste grote vraag op te lossen, maar met Mijn hulp wordt voor jullie ook dit gebied ontsloten en jullie mogen in vol vertrouwen de door Mij gegeven ophelderingen aannemen als de zuiverste waarheid, maar in jullie moet nu eenmaal eerst de wil aanwezig zijn om met Mij in verbinding te komen. Dan mogen jullie ook putten uit de bron van eeuwige waarheid.

Jullie hebben allemaal de versterking van boven nodig. Maar van menselijke zijde kan jullie deze niet geboden worden, hoe groot jullie inspanning ook is om wetenschappelijk in dit onbekende gebied binnen te dringen. En zo zal het menselijke weten ook niet voldoende zijn om een werk van zeldzame herkomst te onderzoeken, wanneer jullie hiervoor niet Mijn hulp afsmeken. Maar jullie kunnen dit niet, als jullie Mij niet willen erkennen.

Ik heb alleen dit ene doel voor ogen, namelijk om de mensheid het geloof terug te geven. Ik wil ook niet degenen, die tot nog toe verkeerd geleid waren, verdoemen. Ik wil alleen daar een versperring oprichten, waar het geestelijke verval al zo ver gevorderd is, dat de mens zich sterker waant dat de eeuwige Godheid. Waar hij gelooft, dat zijn verstand de hoogst deskundige autoriteit is. Daar blijft elke onderneming om de mens iets anders te onderwijzen zonder resultaat. En zo’n mens kan alleen maar op die manier onderwezen worden, dat zijn eigen machteloosheid hem voor ogen gesteld wordt en hij zich zoekend naar hulp tot een hoger wezen wendt.

Een smeken in de diepste deemoed verhoor Ik altijd, maar als dit smeken aardse goederen betreft en het enig noodzakelijke, de zorg om geestelijke goederen, buiten beschouwing gelaten wordt, kan dit verlangen niet aangenaam voor Mij zijn. En Ik kan daar Mijn zegen niet geven, waar op de geest geen acht geslagen wordt. Hoe moet de lichtstraal van geestelijke waarheid binnendringen in een hart, dat alleen het aardse nastreeft? En hoe moet zo’n mens zonder het diepe geloof in een Verlosser met Hem in verbinding komen, opdat hij in de waarheid geleid wordt?

De mens moet zich steeds van zijn eigen onvolmaaktheid bewust blijven en in dit bewustzijn zijn toevlucht nemen tot grote geestelijke kracht. En wanneer hij dat in alle deemoed doet, en met de wil om door zijn verlichting dan ook de medemensen te helpen, wanneer hij zich zonder verzet laat leiden en een rechtvaardige dienaar van God en de medemensen wil zijn, dan zal hem ook het juiste inzicht gegeven worden. Alleen mag het motief van dit verlangde inzicht niet onedel zijn. Er mogen generlei aardse interesses doorslaggevend zijn, maar slechts alleen de wil om daardoor de ziel te dienen en de geestelijke nood op aarde te helpen verminderen. Dan zal de zegen van boven niet uitblijven en degene, die ernstig naar haar verlangt, zal de waarheid herkennen.

Amen

Vertaald door Peter Schelling