Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0875
0875 Zuiver geestelijke verbinding van de aarde met de geestelijke wereld – Nabijheid van geestelijke wezens
20 april 1939: Boek 17
Zo verenigen zich jouw vrienden in het hiernamaals en geven jou het woord van de Heer:
Het is voor ons een moeilijke onderneming om in deze tijd van nood een zuiver geestelijke verbinding tot stand te brengen tussen de mensenkinderen en de geestelijke wereld. Want er staan ontelbare vijandelijke krachten aan de kant van de mens, waarin ze proberen de afschuw tegen al het geestelijke op te wekken of te verdiepen.
Alles, wat maar in het diepste van het hart het verlangen voelt om in de waarheid geleid te worden, zal ook door Gods wijsheid en liefde zo geleid worden, dat hij zich diep van binnen juist die vraag voorlegt of niet alle gebeurtenissen in het leven volgens een wijs plan van de Schepper in zijn leven zo plaats moet vinden, zoals het juist tot nu toe het geval was. Deze mensen kunnen ervan verzekerd zijn, dat hun leven in Gods hand rust en dat ze uiteindelijk de weg zo door het aardse dal moeten gaan, zoals het hun door de goddelijke liefde toebedacht is, omdat het zo voor hen het beste is.
Nog zijn tallozen zich niet bewust van de verantwoordelijke opdracht tijdens het leven op aarde. Ze hebben daarom de volledig verkeerde opvatting, dat een rechtvaardig leven naar buiten toe voldoende zou zijn. Ze hebben zelfs vaak het verkeerde idee, dat een af en toe treiteren van de gelovigen alleen een goede uitwerking kan hebben, doordat geleidelijk helemaal afstand genomen wordt van elke geestelijke werkzaamheid. Maar als de mens daarin verslapt, valt het gevaar van een volledige vervlakking te vrezen. En er moet nu juist met nadruk gewezen worden op het belang van de gebruikmaking van geestelijke kracht.
Het moet iedere keer weer benadrukt worden, dat de mens alleen daar tegen alle vijandelijkheden opgewassen is, waar eerst de verbinding met de hemelse Vader tot stand gebracht is. Hij kan pas dan volledig rustig en zorgeloos door het leven gaan wanneer hij zichzelf in kinderlijk vertrouwen aan de goddelijke Heiland overgegeven heeft en elke verdere stap aan Hem overlaat, want zonder deze overgave zal het leven in de nood, die de mensen op aarde nog te wachten staat, voor hem veel moeilijker te verdragen zijn.
Wij spannen ons allemaal in om in voortdurende geestelijke arbeid dit aan de mensen bekend te maken en we stuiten op zo weinig begrip. En toch hebben we enkel dat ene doel voor ogen, namelijk deze tijd voor de mensen te verlichten en hun aanwijzingen te geven over de komende tijd, daar ze nu nog totaal niet voor rede vatbaar zijn. Het zal iedereen een keer aangeboden worden, zodat hij de goddelijke waarheid kan herkennen. Degene, die nu bereidwillig en onversaagd toegrijpt en de woorden van de Heer met vreugde in ontvangst neemt, laat de Heer in alle waarheid onderrichten en laat hem ook op aarde werken om getuigenis af te leggen over de goddelijke kracht, die in hem aanwezig is.
Er wordt alleen veel te weinig van deze gunst gebruik gemaakt. En daarom is het buitengewoon moeilijk om op de gedachten van de mensen in te werken, zolang ze in beslag genomen worden door de wereld, hun plichten en vreugden en ze geen acht slaan op het aangekondigde gebeuren.
Om zulke zielen inschikkelijk te maken, is er waarlijk onbegrensd geduld en volharding nodig van de geestelijke wezens in het hiernamaals. En slechts heel zelden nemen de mensen zulke bekendmakingen op als dat wat ze zijn, als goddelijke waarheid. En daarom blijven ze voor lange tijd in de duisternis van de geest, tot ze door het geduld van de geestelijke vrienden eindelijk hun aandacht op de goddelijke zending richten en zich gelegen laten liggen aan het heil van hun ziel.
Amen
Vertaald door Peter Schelling