Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0857

0857 Vervulling van de voorspellingen van de Schrift - Het ontvangen van het Woord

10 april 1939: Boek 17

“Onderzoek in de Geest”, spreekt de Heer “en u zult in de waarheid staan”. Wie kan u wel beter naar de waarheid leiden dan de Heer en Meester Zelf? Het gebeurde door Zijn wil dat de deur naar het geestelijke rijk wijd werd geopend. Hij liet de roep van de aarde weerklinken in het hiernamaals en degenen die toen naar antwoord verlangden, werd het gegeven, want ieders wil die door de Geest te kennen wordt gegeven, wordt vervuld.

Zo begon de nieuwe tijd die zal voortgaan. De Heer heeft op deze tijd gewezen. Hij heeft er melding van gemaakt tijdens Zijn verblijf op aarde. Hij gaf ook de tijd aan waarin het geestelijke verval van de mensheid zou beginnen en grote nood over de aarde zou komen. Hij heeft van alle gebeurtenissen die aan de zware tijd voorafgaan melding gemaakt en ook gewezen op de duidelijke versterking die de zijnen door de hemel wordt geboden, opdat ze niet zonder bescherming en troost in de algemene chaos ten onder zouden gaan.

Als u nu aan de verschijnselen van de huidige tijd aandacht schenkt, zult u ook weten dat de tijd nabij is. U zult echter ook moeten begrijpen dat ook die voorspellingen vervuld moeten worden, die wijzen op de verbinding van de aarde met het hiernamaals en dit alles zal u niet meer zo onwaarschijnlijk voorkomen, als u beseft dat slechts de Schrift wordt vervuld.

De zichtbare hulp die u wordt geboden moet u alleen het geloof teruggeven dat u al hebt verloren. Het geloof in de eeuwige Godheid die zichtbaar en voelbaar onder u vertoeft, herkend door diegenen die Hem liefhebben en Zijn geboden onderhouden. Ze moet in u het geloof doen ontstaan aan Zijn onmetelijk grote Liefde, waarmee Hij ieder mensenkind zou willen bedenken als het zich niet tegen deze goddelijke Liefde verzet. En daarom wil Hij Zich openbaren in een vorm die het menselijk denken moet opwekken en die tegelijk getuigenis aflegt van de voortdurende zorg die Zijn mensenkinderen geldt. Wie aan deze bekendmakingen aandacht schenkt, wie ze ontvangt als het dagelijks Brood uit de hemelen, wie deze alleen tot de inhoud van zijn leven laat worden, wie verlangt in de volle waarheid te leven, hem is de Heer te allen tijde nabij. En hij heeft ook nooit te vrezen dat de Heer het schenken van Zijn genaden zou kunnen beperken of ze helemaal opheffen. Het is de Vader in de hemel veel meer welgevallig als het mensenkind naar de Wijsheid uit de hemelen verlangt.

Aan elk geestelijk verlangen zal gevolg worden gegeven en de Heer zegent, die Hem en Zijn Woord begeren. Wie zich tot de hemel voelt aangetrokken, wordt door de Liefde van de Vader vastgepakt deze geeft hem met zorg wat hij nodig heeft voor zijn hoge vlucht: opheldering in alle zaken, raad en hulp, kracht, troost en onophoudelijk genade. En indien de liefde voor de hemelse Vader de drijvende kracht is, wordt het mensenkind spoedig met een weten bedacht, dat hem alle goddelijke scheppingswonderen toereikend verklaart en toch ook buitengewoon gelukkig makend is voor de nog op aarde vertoevende mens die zich de grote genade van de Heer waardig maakt en zijn best doet de dwalende mensheid van het zichtbare werkzaam zijn van God in kennis te stellen. En zo zal voor de naar God verlangende mens ook deze bekendmaking begrijpelijk zijn, terwijl de mens die de goddelijkheid ervan niet erkent, nooit de diepe zin van de Woorden van boven zal begrijpen en daarom een dergelijk verlangen naar de waarheid niet in zich voelt. Want dit is alleen het voorrecht van de mens die zich in alle liefde aan de Vader in de hemel overgeeft, dat hij de Woorden van Liefde van boven ontvangt.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte