Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0854
0854 De geest van God – Openbaringen – Wetenschap en echte geleerdheid
8 april 1939: Boek 17
De meest uiteenlopende gelegenheden bieden zich aan de mensen aan en elk daarvan zou op de meest uitputtende manier benut moeten worden. Neem ter versterking van de geest het volgende op: In zoverre de eeuwige Godheid het toelaat, bewegen de mensen zich in het centrum van de goddelijke liefdeswerken en alleen de onverdeelde aandacht laat dit herkennen.
Waar echter de goddelijke wil een arbeidsterrein geschapen heeft, dat vanuit menselijk gezichtspunt niet te overzien is, is alleen de tot leven gewekte geest van God in staat de juiste verklaring te vinden, want hetgeen aan de dag treedt, overstijgt het menselijk begripsvermogen. De mensen denken vanuit zichzelf te kunnen ontraadselen, wat echter het ingrijpen van de goddelijke liefde is en het is voor de mensen dus pas dan begrijpelijk, als ze eveneens in de liefde staan.
De meest merkwaardige verwikkelingen in de menselijke ondervinding weten ze op te lossen en verstandsmatig te verklaren, maar het voor hen onbegrijpelijk lijkende als het goddelijk werkzaam zijn te beschouwen en het proberen te bevatten, is voor hen onmogelijk. En daarom is hen een ultimatum gesteld. De Heer eist van Zijn getrouwen totale onderwerping en het onderhouden van Zijn geboden en belooft hen evenzo het hogere inzicht, opdat elk mens zich de geestelijke kennis eigen kan maken, als hij maar zijn plicht jegens God vervult.
Er is een algemene stilstand opgetreden, die het effect heeft, dat er geen acht meer op de goddelijke geboden geslagen wordt en dat dus de geestelijke toestand een bepaalde teruggang ondergaan heeft. De mensen sluiten ogen en oren voor de gaven van boven. Ze geven de voorkeur aan geestelijke blindheid en dit leidt tot de meest volledige vervreemding van God en een zeker optredende onbekwaamheid om al het goddelijke te herkennen. Alle daarop betrekking hebbende aanwijzingen zijn in tegenspraak met het menselijke denken en een wetenschappelijke verklaring, die in strijd is met de goddelijke openbaring, zal zonder tegenspraak geaccepteerd worden, terwijl men de waarheid superieur afwijst.
Zo staat tegenwoordig alles in het teken van de wetenschap, onophoudelijk wordt er gepiekerd, berekend en onderzocht, zonder een volkomen bevredigend resultaat te vinden. Maar aan de zuivere waarheid gaan de mensen voorbij en daarom blijven ze zich voortdurend vergissen en ze verstrikken zich in tegenstrijdigheden. En daarom worden er grenzen getrokken en de ware geleerdheid zal alleen daar te vinden zijn, waar het goddelijke werkzaam zijn erkend wordt en de eeuwige Godheid Zelf in de mensen werkt. En het resultaat van alle menselijke onderzoekingen zal werkelijk aanmerkelijk afwijken van de wijsheid, die degenen, die in God zoeken, gegeven wordt.
En zo denkt de Heer aan al degenen, die naar Hem verlangen en Hij laat niet toe, dat ze zich vergissen. Maar begrijpelijkerwijs zal Hij ook ver weg blijven van degenen, die op eigen kracht vertrouwen en zich aan het goddelijk arbeidsveld onttrekken. Ze leggen de aardse weg vergeefs af en hun geest zal niet tot leven gewekt worden, omdat ze de goddelijke kracht ontvluchten.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte