Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0788
0788 Weg van de ziel voor haar bestaan op aarde - Leer van de herbelichaming
25 februari 1939: Boek 16
Hoe ver de zorg van de hemelse Vader om Zijn kinderen op aarde zich uitstrekt, kun je daaraan zien, dat elke belichaming tevoren al de grootst mogelijke geestelijke ontwikkeling waarborgt, die in deze vorm kan worden bereikt, zodat de ziel van de mens bij het binnengaan van het vleselijk lichaam zich in een bepaalde graad van rijpheid bevindt en nu de laatste belichaming helemaal voldoende is het kindschap Gods te verkrijgen, wanneer de mens het er zich aan gelegen laat liggen, het aardse leven naar vermogen te benutten, om geestelijk vooruit te gaan. Is deze tijd van genade door eigen wil of weerstand nutteloos of weinig succesvol voor de ziel verstreken, dan is dit des te betreurenswaardiger, omdat nu het wezen juist de gevolgen van zijn weerstand zelf moet dragen. Dat wil zeggen, dat tegelijkertijd al het onrijpe en onvolmaakte geestelijke zich ook doet gevoelen als leed en straf. De ziel zal in dezelfde mate lijden als ze haar zwakheden en fouten inziet en zich hiervan niet meer, zoals op aarde, zelf kan bevrijden. De tijd van genade van de eigen verlossing is voorbij en als het werk van verlossing en liefde van de volmaakte geesten niet zou beginnen om de ziel bij te staan en haar opwaarts te helpen, dan zou de ziel nu reddeloos verloren zijn.
Het is nu echter een verkeerde veronderstelling, een nutteloos doorgebracht aards leven naar believen weer op zich te kunnen nemen om de verzuimde zelfverlossing in te halen. Wanneer zoiets door de Heer van de schepping zonder uitzondering zou zijn voorzien, was het verlossingswerk van de goddelijke Heiland waarlijk niet nodig, want het stond dan ieder wezen zonder meer vrij, het eens mislukte of slecht benutte aardse leven naar believen te herhalen en dan zou zo de enorm grote Zegen van het verlossingswerk aanzienlijk verminderd zijn, terwijl echter juist voor de korte duur van het aardse leven door het werk van verlossing buitensporig veel genaden voor de mens werden verworven, om juist een algeheel vrij worden van de materie in deze tijd mogelijk te maken, hoewel het aan ieder mens wordt overgelaten, deze weg van genaden te kiezen, respectievelijk zich nuttig te maken of de tijd van lijden met alle kwellingen in het hiernamaals op zich te nemen. De oneindige Liefde Gods laat geen wezen aan de eeuwige ondergang ten prooi vallen en er zijn eindeloos veel mogelijkheden tot loutering, maar de tijd op aarde te benutten zal slechts eenmaal zijn toegestaan, op de weinige gevallen na, waarbij de Heer er een bijzondere taak of bedoeling aan verbindt, welke echter niet te generaliseren zijn.
De leer van de reïncarnatie is beslist schadelijk voor de mensen, want ze zullen vanuit een zekere luiheid van geest steeds daarin hun troost of motivatie zoeken, dat ze eens al hun onvolkomenheden en fouten kunnen goedmaken. En zo’n leer zal nooit zegenrijk zijn, want alleen onvermoeid werken aan zichzelf is in staat hen het resultaat op te leveren, dat ze eens tevreden op hun leven kunnen terugzien, terwijl de leer van de herbelichaming steeds een achterdeurtje openlaat, waarvan de zwakken, nalatigen en luien zich bedienen. Geen minuut van uw leven moet u uw doel vergeten; u moet steeds alleen de hereniging met God nastreven en proberen de tijd op aarde tot het uiterste te benutten. Alleen dan maakt u zich waardig, de zorgzame en liefdevolle steun, die God de Heer u ten deel liet vallen, gedurende de oneindig lange weg die u tot aan uw bestaan op aarde gegaan bent.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte