Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0766
0766 Bezorgdheid om en verering van het lichaam – De natuur voor zijn – Verouderen
1 februari 1939: Boek 16
Als het aardse leven zwaar wordt, zoek dan toevlucht tot Mij. Op moeilijke momenten wil Ik kracht en troost voor jullie zijn en wie met Mij gaat, zal al het moeilijke overwinnen. Maar het moet jullie gezegd worden, dat jullie zelf ook werkzaam moeten zijn, als jullie willen, dat Ik jullie zegen.
De natuur eist haar recht op en dus moeten jullie je schikken in de wetten van de natuur. Maar evenzo moeten jullie je, waar dat mogelijk is, oefenen om jezelf te overwinnen. En het leven zal jullie vaak voor de beslissing plaatsen of jullie het lichaam of de ziel ter wille willen zijn. En het lichaam zal het menige eisen en jullie zullen het hem toe willen staan, maar het voordeel voor de ziel is slechts gering, wanneer het lichaam vervulling vindt. Daarentegen zal de ziel buitengewoon veel winnen, als het lichaam afziet van wat hem bekoort.
Het allergrootste gevaar bestaat hierin, dat het lichaam het recht verleend wordt om de overhand te hebben. Dat er steeds alleen maar rekening mee gehouden wordt om het lichaam te behagen en dat het de voortdurende zorg van de mens is om hem te verzorgen. En dat de altijddurende verering van het lichaam voor hem reden is om de eigenlijke arbeid aan de ziel te verwaarlozen. En dit is voor de verzorging van het lichaam wel nuttig, maar nooit voor de ontwikkeling van de ziel. En eerstgenoemde is in verhouding tot de eigenlijke opdracht op aarde uiterst onbelangrijk. Het is dan ook zeer bedenkelijk dat de bezorgdheid om het lichamelijke welzijn overheersend is.
Laat jullie daarom nooit verleiden om vooruit te willen lopen op de natuur door te proberen te veranderen of tegen te houden wat zijn natuurlijke gang moet gaan. Beproef jullie macht. Ze zal ontoereikend zijn tegenover de bestaande natuurwetten. Maar waar het lichaam de weg van het verval gaat, daar zal de ziel rijpen en steeds volmaakter worden, om welke reden eerstgenoemde nu eenmaal in dezelfde mate moet vergaan, als waarin de ziel er naar streeft om geestelijk te leven. De ziel heeft als het ware in het uiterlijk goed gevormde lichaam een grote hindernis te overwinnen, omdat in de ziel de neiging naar wereld aanwezig is. Door de veelvuldig voorkomende prikkels worden aan de ziel grotere eisen gesteld bij het overwinnen van zichzelf.
Wie zijn lichaam veracht, maar daarentegen zorgzaam zijn ziel met geestelijke verzorging bedenkt, heeft de tijd op aarde goed benut. En hij zal zich ook puur uiterlijk goed voelen, omdat dit hem niet als enige nastrevenswaardig lijkt en hij daarom bedacht wordt met alles wat hij voor het leven nodig heeft. Want Ik bedenk Mijn kinderen op aarde zoals het nuttig voor ze is. Ik geef waar men graag afstand van doet, en ontzeg, waar al te zeer verlangend naar aardse goederen gestreefd wordt, omdat Ik niet wil dat er alleen aan het lichaam gedacht wordt, maar in de eerste plaats moet de ziel uit haar nood gered worden.
Amen
Vertaald door Peter Schelling