Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0754
0754 Drie jaar geloofsbeproeving – Christendom – Lippengebed
24 januari 1939: Boek 16
In elke opdracht ligt een zekere verplichting en het mensenkind moet er steeds naar streven om deze naar vermogen te vervullen en geen traagheid te laten optreden, omdat een werk zoals dit werk een grote toewijding vereist en te kolossaal is, om tot de dagelijkse mechanische uitoefening gerekend te worden. Het wordt jou dus op het hart gedrukt, dat jij je inspannen moet om je met je hele wil en toewijding aan dit werk te wijden, opdat dit werk geen schade leidt ter wille van onbelangrijke voorvallen. En begin dus:
Er zullen drie volle jaren voorbijgaan tot het gehele Christendom de geloofsbeproeving doorstaan heeft om nu in zichzelf of versterkt te zijn of het geloof in Jezus Christus als de Verlosser van de wereld geheel verworpen te hebben. En in deze drie jaren zal een afscheiding duidelijk merkbaar worden, want de wereld met haar aanhangers zal proberen het volledige losscheuren van het geloof door te drijven, terwijl de anderen zich steeds steviger verenigen en zich inniger aan hun Heiland en Verlosser overgeven.
De laatste groep zal wel veel kleiner zijn en daarom moet nog een grote nood de aarde teisteren om nog te redden, wat niet volledig in de boeien van Satan gevangen zit. De grote groep van degenen, die de Heer ontkennen, gaat een verschrikkelijke tijd tegemoet. De Heer is zonder medelijden, wanneer er nooit aan Zijn woorden en waarschuwingen gehoor geschonken wordt en deze bespot en belachelijk gemaakt worden.
Het is van het grootste belang om te beseffen, hoe de Heer steeds weer in liefde en goedaardigheid probeert de mensen te naderen en hoe hij steeds hardere harten treft. Hoe zijn bedoeling steeds weer de terugkeer van Zijn afgevallen kinderen betreft en dit niet herkend wordt en daarom is er nog maar één middel om de harten volgzaam te maken en alle goedaardigheid en alle barmhartigheid zouden tevergeefs zijn, omdat er geen acht op geslagen wordt.
De mensen vinden alleen in grote ellende en nood de weg naar hun Schepper terug. Maar dan moet ook het hart spreken, want de Heer zal geen acht slaan op het lippengebed en er zal dan eveneens een scheiding zijn, die de onwetenden nog op het laatste moment kan misleiden. Een vurige diepe zucht naar de Vader van het heelal zal voldoende zijn om een kind te redden uit de grootste nood. Maar degenen, die niet in de geest en de waarheid vragen, zullen vergeefs roepen, want hun roep kan niet verhoord worden en daarom zullen er niet heel veel zijn, die in het laatste uur hun verbondenheid met de Vader beseffen, maar het zal deze weinigen tot zegen strekken.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte