Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0669

0669 Voorbede voor arme zielen

15 november 1938: Boek 14

Denk altijd en op alle plaatsen aan de arme zielen. Ze hebben jullie hulp nodig en blijven zo nog met de aarde in verbinding, tot ze zich naar het licht hebben geworsteld. Alle middelen die jullie aanwenden om jullie ziel te laten rijpen, zijn hen ontzegd, en zij zijn er altijd alleen maar op bedacht dat hun lijden verzacht wordt. En zo wachten ze op de hulp die jullie mensen hun zo gemakkelijk door het gebed kunnen geven. Alle bezorgdheid om jullie ziel zal eens veelvuldig ondersteund worden, als jullie alleen maar herhaaldelijk aan de gestorvenen denken, die, eenmaal in de toestand van het licht, jullie je inspanning rijkelijk vergelden. Sla er daarom altijd acht op dat jullie bezorgdheid op aarde, buiten de aardse werkzaamheid, ook de bezigheid uit ware naastenliefde geldt en dat deze zich ook uitstrekt over de van de aarde afgescheidenen. Laat ze geen gebrek lijden, waar reeds een gedachte in liefde, een gebed in liefdevolle gedachtenis, hen grote verlichting verschaft. Want aan talloze wezens vloeit kracht toe, wanneer een liefdevol hart zich, smekend om genade, naar de Vader in de hemel toewendt. Evenzo moeten jullie ook bedenken hoe buitengewoon belangrijk het is wanneer de liefde de overledenen volgt.

Wat hier op aarde nuttig is voor het lichamelijke welzijn van de mensen kan in het hiernamaals nooit verlichting brengen. Daar is alleen liefde de enige kracht en versterking en zonder liefde is de ziel aan alle toestanden van lijden prijsgegeven. Wie van God een lang leven gekregen heeft, die moet deze genade waarderen en benutten voor de eeuwigheid en ook vaak aan de mensen denken die vroeg opgenomen werden in het hiernamaals. Het leven geeft de mensen vaak gelegenheid om voor de toestand van de ziel zorg te dragen, terwijl in het hiernamaals alleen maar de wil van de wezens vrij is. Als deze zich naar boven wendt, is de ziel al zeer geholpen, want dan komt haar ook van boven geestelijke hulp toe. Maar vaak ontbreekt het de ziel ook aan wilskracht en dan is haar toestand betreurenswaardig. En daar moeten jullie mensen hulp bieden. Jullie moeten je proberen voor te stellen dat jullie hulpeloze wezens bij kunnen staan, maar onachtzaam aan hun ellende voorbijgaan. Dat jullie alleen maar zeer geringe moeite hoeven te doen en hen daarmee al de toestand van lijden draaglijker kan maken.

Jullie moeten nooit geloven dat jullie gebed maar weinig invloed zou kunnen hebben op de toestand van zulke zielen. Waar liefde werkelijk de aanleiding voor een gebed voor deze overledenen is, daar werkt de liefde ook buitengewoon leedverzachtend en hulpverlenend voor de zielen van deze overledenen. Het is geen mens op aarde mogelijk om het leed van de onvolmaakte zielen in het hiernamaals voor te stellen en het diepe inzicht kan hen ook niet verleend worden naar wijs oordeel van de Schepper. Maar jullie mensen kunnen jezelf de verschrikkelijkste toestand bedenken en zullen toch nooit de juiste mate kunnen raden. Geef daarom de overledenen jullie liefde en laat hen jullie hulp toekomen, die jullie hun kunnen geven als het jullie wil is. Alleen de liefde is in staat alle leed in de hemel en op aarde te verzachten en deze verzorgt en wordt nooit moe. Want alleen maar de liefde kan verlossing brengen in de hemel en op aarde.

Amen

Vertaald door Peter Schelling