Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0617

0617 Hemelse gelukzaligheid - vergankelijkheid van de aardse goederen

13 oktober 1938: Boek 13

Verricht je dagelijkse taak met God en probeer het innigste contact te hebben met al het geestelijke, doordat jij altijd alleen maar iedere handelswijze aan de goddelijke geboden aanpast. Zo wordt de leer van de Heer in de daad omgezet, en elke dag kan dan alleen maar zegen brengen voor de ziel. Verdraag geduldig alle ongemak en geef overal liefde, want alleen door de liefde kan de mens zich verlossen.

Volg nu Mijn woorden: Wat weet de wereld van hemelse gelukzaligheid? Ze zou met alle zintuigen naar de hemelse vreugden streven, als deze haar maar uiterlijk zichtbaar zouden zijn. Haar denken is echter alleen maar daar op gericht, wat voor u beschikbaar en haalbaar lijkt. Daarom is de inspanning van de geestelijke wereld er als eerste op gericht de mensen de vergankelijkheid van de aardse goederen duidelijk te maken. Ze moeten zo beseffen dat ze dode dingen najagen, met zo’n leven zoals ze het leiden. Ze moeten beseffen dat ieder bestaan vergaat, dat het zich als lucht onder hun handen oplossen kan, wanneer het de Heer van de schepping behaagt. Ze moeten leren alles te verachten en af te wijzen wat voor hen zichtbaar is, daar tegen te strijden en te streven naar dat, wat zij niet zien, maar in het hart begrijpen kunnen, en voor eeuwig bewaren.

De goddelijke Schepper kent elke hartstocht. Hem is alles zichtbaar: de hunkering en het verlangen; werelds of geestelijk, en hij bedenkt de mensen overeenkomstig deze hunkering. Hij heeft voor Zijn schepselen het heerlijkste bereid, maar zij, die zo’n zaligheid genieten, moeten ook op God gelijken. En wederom moet hen de mogelijkheid geboden worden om alle verleidingen van het leven te overwinnen, om juist daaraan beproefd te worden zodat ze zich kunnen ontwikkelen tot God gelijkende wezens. Ze moeten zich losmaken van de schijngoederen en zich zo waardig maken voor het rijk van God, dat aan heerlijkheid oneindig meer te bieden heeft dan het aardse dal. En hoe u, mensen, daarover ook moppert en klaagt; u kan het leed niet bespaard blijven. U moet het aardse gewillig loslaten, alleen dan kunt u de eeuwige heerlijkheid ingaan. Alleen leed kan dit gewillige loslaten bewerkstelligen, alleen door leed kunt u de weg naar boven gewezen worden, en alleen door leed zal de heerlijkheid van God u ten deel vallen.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte