Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0567
0567 Leugen en waarheid (2)
3 september 1938: Boek 12
Volg de stem in jullie die jullie tot de orde roept en verval niet in de dwaling om op eender welke oproep in te gaan die niet in het hart hoorbaar is, maar slechts van buiten komt. Jullie zullen spoedig het wezenlijke onderscheid van de vernomen woorden inzien, als jullie steeds slechts de waarheid respecteren, dat wil zeggen als jullie je niet door loze woorden laten verleiden, maar steeds slechts zo handelen, zoals jullie het voor juist moeten houden.
Aan elke zaak kan men steeds een aangename kant ontlokken door van de waarheid af te wijken of door toegevingen te doen. Maar dan gaat de mens niet de juiste weg van het inzicht. Hij blijft zolang in geestelijke dwaling totdat hij de weg van de zuivere waarheid betreden heeft. Want alleen daardoor kan de graad van rijpheid bereikt worden, die voorwaarde is voor het binnengaan in de eeuwige gelukzaligheid.
Met het volledige inzicht in de waarheid is een afdwalen naar het pad van de leugen dubbel zo pijnlijk en schadelijk voor de ziel. Want de mens heeft het verstand gekregen om tot inzicht te komen. En hij moet ook beslist zo handelen, zoals het inzicht het hem voorschrijft door middel van de innerlijke stem die hem de wil van God nauwkeurig bekendmaakt. Als men acht slaat op die stem, dan wordt ze de mens tot vriend. Ze helpt hem uit elke nood en uit elk gevaar. Als een trouwe wachter zorgt ze voor het zielenheil van de mens. En in alle ernst behoedt ze hem ervoor de verkeerde weg in te slaan.
En als de mens zich geheel rekenschap geeft van zichzelf, dan zal hij ook aandachtig naar de innerlijke stem luisteren. Hij zal de waarheid onderhouden en niet van het pad van de waarheid afwijken. En voor een kind dat de waarheid liefheeft, is de eeuwige waarheid ook toegankelijk, maar voor een kind van de leugen is dit nooit het geval.
De mens moet voor zichzelf rekenschap afleggen. De stem van het hart moet zijn eigen rechter zijn en hij moet streng en onverbiddelijk tegen zijn overtredingen optreden. Hij moet zichzelf kennen en zich proberen te beteren. En dit kan hij alleen maar met het volste gevoel van de waarheid in zijn hart. Want de leugen verbloemt alles en zal hem nooit van onrecht beschuldigen. Ze zal hem steeds alleen maar verontschuldigen en hem nooit aansporen tot steeds grotere waarheidsliefde.
Jullie mogen nooit aan deze zonde ten prooi vallen, jullie moeten de waarheid zoeken, ook wanneer ze soms moeilijker te verdragen is. Jullie mogen geen toegevingen doen, maar jullie moeten strikt waarheidsgetrouw blijven, als jullie ook deel willen krijgen aan de goddelijke waarheid. Want God als de eeuwige waarheid, kan zich slechts aan een kind meedelen dat de waarheid volledig liefheeft en dat de leugen verafschuwt en er nooit gebruik van maakt.
Jullie hebben er zelf het grootste voordeel van en jullie zullen onverkort ontvangen. En zo zullen ook jullie weer zuivere waarheid kunnen verkondigen. En deze zal altijd blijven bestaan.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte