Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0398
0398 Rotsvast geloof is noodzakelijk voor de nabijheid van de Heiland
4 mei 1938: Boek 9
Mijn lief kind, waarom ben je bang en aarzel je? Zie, er vallen je zoveel genaden ten deel dat je hart zich altijd alleen maar moet verheugen en toch geloof je nog niet sterk genoeg. Het is donker in je gemoed omdat je ruimte geeft aan twijfels. Laat toch al je zorgen vol vertrouwen aan je Heer en Heiland over en je zult voortaan getroost en gerustgesteld door het leven gaan. Slechts een enkel woord en je hartslag is vol vreugde. Want je herkent nog niet de macht van de goddelijke liefde. Je weet niet hoe het vuur van de liefde je kan verteren, wanneer je eenmaal de nabijheid van de Heer voelt.
Verwerf dit mateloze geluk door je er waardig voor te maken. En daartoe behoort in de eerste plaats een rotsvast geloof, want zonder dit geloof kun jij je niet in je diepste innerlijk met de Heiland verbinden. Wat je vanuit het diepste geloof beleeft, maakt je pas waardig voor het hoogste geluk. De Liefde van de goddelijke Heiland wil elk mensenkind naar zich toe trekken. Ze wil het ook inzicht bieden, wanneer het hart van dit kind zo vurig voor de Heiland slaat dat de Heer in deze Liefde het mensenkind graag de vervulling van al het verlangen wil geven.
Maar waar is zo een diep gelovig kind dat de Heer en Heiland boven alles liefheeft? Aan de geringste steen nemen jullie aanstoot en steeds weer opnieuw moeten jullie om de genade strijden om in de tegenwoordigheid van de Heer te mogen vertoeven. En zo maken jullie te weinig vooruitgang waar jullie aan zulke innerlijke twijfels toegeven en jullie daardoor onwaardig maken voor de Liefde van de Vader. Hij die een rijk in de eeuwigheid voor jullie bereid heeft, vertoeft ook voortdurend in jullie nabijheid. Maar pas wanneer jullie je hart vrijwillig aan Hem geven, wanneer jullie in diepe liefde verlangen dat Hij in jullie hart komt, pas dan kan Hij daarin Zijn intrek nemen en jullie hart zegenen.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte