Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0335

0335 Geestelijke arbeid - Geestelijke honger - Goddelijke genade

16 maart 1938: Boek 8

Een helder licht van goddelijke Liefde is iedereen gegund die krachtens hun diepe geloof in de Heiland zich in een geestelijke toestand plaatsen die hen ver boven de aarde verheft en die hen geheel onbekwaam maakt aardse goederen na te streven. Want als een kind van God dat in de invloedssfeer van Zijn Liefde is getrokken, al het aardse bereidwillig opgeeft, zal het steeds meer in de geest gelouterd worden. Het benut elk uur voor geestelijke arbeid en wijdt zijn ganse leven aan de Heer van de Schepping. Alle momenten van geestelijk scheppen zijn zegenrijk op aarde. De mens volhardt als het ware in een werkzaamheid die hem stap voor stap hoger voert.

Een helder ogenblik is voldoende om in de ziel van dit kind van God een inzicht te wekken dat voor tijd en eeuwigheid beslissend is. Op zulke gezegende momenten is de Heer Zelf in het hart om opgenomen te worden en daarom wordt de geest ook bliksemsnel verlicht. De Heer en Heiland laat het kind van de aarde een blik in Zijn rijk werpen. Vaak realiseert het zich dit niet, toch blijft dit teken van de goddelijke Liefde niet zonder uitwerking. Weer anderen zoeken God en wenden zich vragend en biddend tot het heelal. Ook van daaruit wordt hen opheldering gegeven. Want de Heer zoekt onvermoeibaar Zijn schaapjes die verdwaald zijn, opdat ze naar Zijn kudde terugkeren. Het ware doel van Zijn eindeloze bijstand is immers alleen maar om jullie kinderen weer naar de Vader te leiden.

Zo nu en dan laat de wil van de Heer echter ook toe dat Zijn kinderen gebrek moeten lijden, totdat een honger naar geestelijke sterking bezit van hen neemt. Dit is dan een teken van goddelijke bijstand. Want wat jullie geboden wordt als jullie geen honger hebben, dat wijzen jullie gemakkelijk af. Maar wat jullie in je hart verlangen, dat zullen jullie ook vreugdevol aannemen en dan vervult het pas het juiste doel. Want als jullie de goddelijke genade geboden wordt en jullie haar niet op waarde kunnen schatten, dan zullen jullie haar ook niet herkennen als datgene wat ze voor jullie moet zijn.

Pas wanneer jullie gebrek lijden en jullie ziel nagenoeg verlaten lijkt, vatten jullie de grote waarde van de genade van God. Jullie bidden erom en jullie zijn dankbaar, wanneer jullie verhoord worden. En dan pas laat de Heer steeds terugkerende tekenen van Zijn vaderliefde op Zijn genadebewijs volgen, totdat ze jullie vervult en jullie uit het diepst van jullie hart alleen naar Hem verlangen. Dan zijn jullie gewonnen voor het eeuwige leven. Dan kunnen jullie wel in het nauw gebracht worden van de kant van de vijanden van jullie ziel, maar jullie zullen nooit aan hen ten offer vallen. Want de Liefde van de Heer waakt over jullie. Hij behoedt Zijn schaapjes, opdat er voor Hem geen enkel verloren gaat.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte