Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0326
0326 Goddelijke genade - Geest van God
9 maart 1938: Boek 8
De Heer laat allen de genade toekomen in de mate dat ze het waardig zijn. Er bestaat geen enkele begrenzende wet waardoor het aardse wezen zich maar in beperkte mate in de goddelijke genade mag verheugen, maar de genadebron is voor jullie mensen onuitputtelijk, wanneer jullie maar de juiste wegen gaan die jullie naar deze bron toevoeren. Elk wezen waarbij de opwekking van de geest gelukt is, zal nu van goddelijke genade doordrongen zijn. En deze genade zal hem nu onophoudelijk toestromen om hem steeds rijper en volmaakter te maken zolang de aarde hem draagt. Wijs is diegene die steeds alleen naar goddelijke genade streeft. Wat hem alleen niet lukt, dat kan hij spelenderwijs volbrengen als hij door Gods genade wordt ondersteund. En jullie mogen altijd daaruit putten, zoveel jullie maar willen. Want het ligt uitsluitend aan jullie zelf of jullie deze genade vragen. Jullie gebed om Gods genade zal altijd vervuld worden.
Probeer daarom steeds weer jullie geestelijke armoede aan de hemelse Leermeester te tonen, opdat Hij zich over jullie ontfermt en jullie onderwijst in Zijn leer. En er zal geen dag voorbijgaan waarop jullie geen schatten verzamelen en jullie geest zich vormt naar de wens en wil van de Vader. “Vraag, dan zal jullie gegeven worden”. En zuivere waarheid en heldere waarneming zullen jullie deel zijn. En als jullie God en jullie naasten leren liefhebben met steeds grotere kracht, dan klaart jullie geest evenzo op met steeds sterker licht. Want alleen de mens stelt grenzen aan aardse bekwaamheid, maar God, de alles omvattende Geest, laat onbegrensd een geestelijk rijpen toe. Elk wezen stijgt in steeds hogere sferen van geestelijke verlichting tot zijn geest zich uiteindelijk met de eeuwige Vadergeest verenigt.
En vat nu al je denken, streven en handelen samen en vergelijk je huidige werkzaamheid met je vroegere leven. Dan zul je steeds meer beseffen dat alles hier rondom je doordrenkt is met Gods Geest. Je gedachte wendt zich heel vaak naar boven, ze keert steeds terug naar de oneindigheid. Je blijft voortdurend in verbinding met de wereld waar je ziel nu overwegend haar oponthoud zoekt. En er worden je steeds opnieuw gebieden ontsloten die je denken van aardse zorgen en vreugde afwenden en je geest tot een volkomen ander beleven vormt. Deze buitengewone omvorming van je wezen is een invloed die je rijkelijk goddelijke genade geeft. Degene die er maar ernstig naar verlangt en God om hulp bidt, wendt zich van de wereld af en naar het geestelijke gebied toe.
En zo fundeert dit alles wat veranderend in je leven ingreep. Zowel de aardse evenals de geestelijke werkzaamheid wordt door de goddelijke Geest bepaald, als het mensenkind zich aan de goddelijke wil onderwerpt. Want wat is jullie leven anders dan een langzaam ontwikkelen van jullie geest, zodat jullie je realiseren dat jullie ondergeschikt zijn aan de goddelijke macht en toch een vrije wil bezitten. Opdat jullie de vrije wil zo gebruiken dat jullie uit jezelf de goddelijke Vader, de Schepper van hemel en aarde, zoeken en proberen steeds dichter bij Hem te komen. Als jullie je dit gerealiseerd hebben, zal Gods Geest jullie doorstromen en steeds weer zullen jullie in Zijn genade leven en jullie einde zal zalig zijn.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte