Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0325
0325 Goddelijke genade
8 maart 1938: Boek 8
Alleen degene die gelooft, zal Mijn wil vervullen. En zo zal iedereen die naar Mij verlangt ook in Mijn geloof blijven, want hij zal er steeds naar streven de hemelse kost te proeven en deze kost zal hem geven wat hij nodig heeft voor zijn zielenheil. Wie zich vlijtig in de liefde oefent, zal zo steeds het Woord van de Heer herkennen en ernaar handelen. Want de liefde is nu eenmaal noodzakelijk voor een innige vereniging met God. En wederom kan zonder deze vereniging geen enkele gelukzaligheid door het mensenhart stromen. En dus kan alleen diegene gezegend blijven die Ik nader in werken van liefde.
Mijn lief kind, je voortdurende smeken om Mijn genade is een gevolg van de liefde voor Mij. Je wilt niets missen van wat je hart tot nu toe ontvangen heeft en zo is je rijkdom aan genade in gelijke mate gestegen als je ervoor gebeden hebt. Het duurt een korte tijd, dan zal alle genade voor jou zichtbaar worden. Want Ik kijk in de harten en geef naar verlangen. En zo voel je steeds opnieuw hoe Ik tot je kom. Want elke gedachte waarmee je Mij zoekt, trekt Me naar jou toe en daarom wil Ik ook geestelijk Mijn intrek nemen in je hart. En je zult alles vatten wat geestelijk van Mij op jou overgedragen wordt. Jullie moeten je allemaal realiseren dat de geestelijke wereld het voorbeeld van de scheppingsgedachte van de goddelijke Meester is.
Welk wezen zou zich tevreden kunnen stellen met alleen hetgeen zijn aardse omhulsel omgeeft, wanneer het eenmaal met geestelijke ogen heeft leren zien? Wie dan wel zou het aardse bestaan nog van waarde toeschijnen, die in de geestelijke wereld is binnengedrongen en die zich gerealiseerd heeft dat heel het bestaan op aarde slechts de vervolmaking van de ziel tot doel heeft? En wie dan wel zou na een dergelijk inzicht nog zijn leven nutteloos willen doorbrengen?
De meeste mensen zeggen weliswaar: we leven verder in onze kinderen. En ze ontkennen daarmee dat ze zelf voor iets hogers geroepen zijn en dus ook hun leven op aarde naar een wijs gebod van de Heer moeten vormgeven. Maar ieder verkeerd inzicht zal al spoedig voor henzelf duidelijk worden en hun strijd om helderheid van geest zal niet gemakkelijk zijn. Maar de Heer pakt meestal daar de zaak aan, waar Hij rijkelijk wil oogsten en waar Gods wijsheid waargenomen heeft dat het hart van de mensen door lijden gelouterd is. Daar doorstroomt dan de goddelijke kracht, het levende Woord van God, het tot dusver afwijzende aardse kind en laat het de weg vinden die naar de vereniging met de goddelijke geest voert. Want het worstelen om elke ziel duurt tot in alle eeuwigheid.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte