Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0242
0242 Goddelijke waarheid - Wetenschap
30 december 1937: Boek 5/6
Aanvaard wat je wordt geboden, herken de wil van God en wees erop bedacht dat je vertrouwen in de Heer, de liefde tot de Heiland en Zijn goddelijke genade op geen enkele manier verloren gaan. Het zal een eeuwig gevecht zijn om de goddelijke waarheid en degene die niet naar de (goddelijke) kennis verlangt of meent alleen achter het grote geheim te komen, zal steeds het onderspit delven. Als hij succes wil hebben, moet hij tot God bidden om inzicht en het wordt hem zeker gegeven.
De mens kan op aards gebied onderzoeken en hij mag nog zo veel bereiken. Toch komt hij niet dichter bij de goddelijke waarheid, want het ene is volledig gescheiden van het andere. Het is alleen toegankelijk voor degene wiens hart zich vrijmaakt van al het aardse en die niets anders waard acht na te streven dan het opnemen van eeuwige waarheden. Alles op aarde zal hem veraf en onwerkelijk lijken en vol verlangen zal hij de diepte van de goddelijke waarheid naspeuren en deze aanhoudend uit de hand van de Vader mogen ontvangen als hij zijn hart alleen maar naar de Vader toewendt.
Er zijn al zo vele pogingen gedaan om in dit gebied door te dringen. Maar wanneer het succes ten deel zou vallen aan degenen die over veel kennis beschikken, wanneer zij alleen de sleutel van de waarheid door hun kennis in handen hielden, dan zou de mensheid daar wederom niet mee gediend zijn. God heeft Zijn rijk voor allen gereedgemaakt. En welk uiterst klein deel zou dan Zijn rijk verwerven, wanneer de Heer niet het hart van de kinderen op aarde zou beoordelen, maar alleen het weten?
En als God de Heer beschikt heeft dat allen die van goede wil zijn, Zijn rijk kunnen verwerven, dan is jullie immers veel meer geboden dan slechts op aarde de wetenschap te dienen. Jullie zijn allemaal kandidaten en jullie enige taak is tot de Vader te komen. Ja, de wetenschap is veel eerder een hindernis voor de zaligheid. Op aarde maakt ze jullie groot en machtig, maar vaak zo ongeschikt om je klein en deemoedig met de Heer te verbinden. En hoe willen jullie dan Zijn rijk binnengaan zonder Zijn hulp?
Jullie houden steeds alleen dat ene doel voor ogen: het doorgronden van het wezen van de schepping. Jullie willen binnendringen in al wat gesloten is en op die manier de mensheid opheldering geven. Maar jullie zijn zelf zo onwetend, want jullie hebben het eenvoudigste nog niet begrepen: dat jullie klein zijn als de Heer jullie niet helpt, dat jullie uit eigen kracht de betekenis en het doel van het heelal niet kunnen vatten.
Jullie komen pas dan dichter bij de ware kennis, als jullie de weg naar God gevonden hebben. En dan geven jullie graag alle roem op aarde op, want dan weten jullie dat al het aardse dat jullie trachten te bereiken, waardeloos is en dat alle aardse kennis jullie niet dichter bij de eeuwige waarheid kan brengen. Want slechts God alleen deelt deze uit aan degenen die in het diepst van hun hart ernaar verlangen God te aanschouwen en te ervaren. De wil om tot de Heer te geraken, heft jullie ver boven alle wetenschap uit. Waar anderen zich lange tijd op aarde inspannen om het raadsel van de schepping op te lossen, wordt het jullie vaak ineens gegeven, indien jullie ernaar verlangen en jullie je door de goddelijke Leermeester laten onderwijzen.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte