Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0233

0233 Geloof - Hoop - Liefde - Zorg om hen die zwak zijn en dwalen

21 december 1937: Boek 5/6

Zie mijn kind, wij allen hopen dat het je mag lukken je hart te bevrijden van alles wat hinderlijk voor je zou kunnen zijn op de weg naar boven. De Heer stelt je steeds Zijn leringen ter beschikking en waar jij het je eraan gelegen laat liggen om Zijn woorden met ijver op te nemen, zul je de goddelijke genade niet kwijtraken. Want voor jou geldt toch steeds dat ene: je verlangt naar de Vader en daarom zal je streven nooit vergeefs zijn.

Wanneer je hart ontsteekt aan de goddelijke vlam die je opheldering zal brengen, dan vergaat er geen dag in je leven zonder dat jij je gedachten innig op je Heiland en Verlosser richt. En dan draagt elke gedachte zoveel zegeningen in zich. Geloof, hoop en liefde verenigen zich. Want het geloof verheft je gedachten naar Hem. Je mag steeds hopen op Zijn genade en je vertoeft steeds in Zijn Liefde. Oh mijn kind, voltooi het werk dat je begonnen bent. Want er zal je nog veel aangeboden worden en je zult gelukkig zijn vanwege hetgeen je ontvangt. Aan je kracht, die je toestroomt door je werkzaamheden, zullen zich nog zo vele aardse kinderen sterken die tot dusver zinloos en zonder houvast door het leven gingen. Wanneer de Heiland je deze toevoert, dan gebeurt dat wederom uit liefde voor alle mensen. Want de Heer probeert allen te winnen om hen het rijk Gods te bezorgen.

God heeft elk wezen lief en Zijn zorg gaat voortdurend uit naar hen die zwak zijn en dwalen om hen van de ondergang te redden. In elk uur van nood leidt Hij hen zichtbaar om hen attent te maken op de eeuwigheid. En dan laat Hij hun Zijn leringen toekomen. Want de Heiland weet immers wat voor elkeen het juiste is om de harten van iedereen te winnen. Wanneer Hij nu Zijn woorden overbrengt via jou, dan worden voor hen de stappen naar de eeuwigheid gemakkelijker. En de mens bevrijdt zich steeds meer uit de macht van de duisternis, des te meer hij zich innerlijk beamend opstelt tegenover de eeuwige God. Hij wil graag allen het inzicht verschaffen, dat ze zich immers zelf het eeuwige leven gereedmaken, dat ze zelf ook de verantwoordelijkheid te dragen hebben voor al hun doen en laten in het aardse leven. Dat ieder zich naar Zijn genade moge richten. Hij kan haar toch zo gemakkelijk verwerven, hij hoeft de Vader er toch alleen maar vurig om te bidden. Dan zal ze hem onophoudelijk gegeven worden.

En wanneer jullie steeds weer onderwezen worden dat jullie het hemelrijk verwerven als jullie in de Liefde blijven, dan gaat de waarschuwingsroep naar jullie allen uit: Hebt elkaar lief. Handel niet liefdeloos tegenover elkaar, maar probeer steeds elkaar slechts liefde te geven. Zo wordt jullie levenswandel gezegend en jullie zullen je hart openen voor alles wat van de Vader komt. Want God Zelf is immers de Liefde en God zal jullie steeds nabij zijn als jullie in de Liefde leven. In elk menselijk hart heeft God het verlangen naar liefde gelegd en daarom zal de liefde jullie ook verlossen en jullie later eeuwige zaligheid bezorgen.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte