Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0216
0216 Menswording
6 december 1937: Boek 5/6
Mijn lief kind, de grote goedheid van de Vader wil je vandaag een groot geheim openbaren: het raadsel van Zijn menswording. Zonder de liefde van de Heer zou het jullie mensen nimmer mogelijk geweest zijn je van de zondeschuld te verlossen. En jullie zouden steeds dieper gezonken zijn, wanneer de Vader geen erbarmen zou hebben gehad met de mensheid en niet in overgrote liefde Zijn heiligste kind naar de aarde zou hebben gezonden om de mensen verlossing te brengen uit de diepste nood. De Heer kon de mensen nooit een groter bewijs van Zijn goddelijke liefde geven dan dat Hij zich Zelf ten offer bracht, dat Hij de schuld van allen op zich nam en dat Hij door lijden en de kruisdood voor de mensen opnieuw de genade verwierf om binnen te kunnen gaan in het rijk Gods.
De zondeschuld die Zijn rein, goddelijk hoofd belastte, was veel verschrikkelijker dan het lijden aan het kruis. En in onuitsprekelijke pijn om de aardse kinderen bracht Hij de hemelse Vader het grootste offer. Hij gaf zichzelf voor het lijden van de aarde. De Vader heeft Zijn Zoon naar de aarde gezonden. Het heiligste, hoogste, zuiverste Wezen dat één was met de hemelse Vader, volbracht deze daad uit innigste liefde voor de mensheid. Alles in het heelal moet stil vallen in het besef van dit allerheiligste offer dat de mensheid bewezen werd. Vol eerbied moet alles verstommen voor de grootheid van Zijn liefde. En het lofgezang van allen die de Heer verlost heeft uit de diepste zonde, moet in de eeuwigheid weerklinken.
Om uit de naaste nabijheid van de alom stralende, goddelijke Vader, uit alle pracht en heerlijkheid van het eeuwige leven af te dalen naar het aardse dal, midden in de ellende en de diepte van de zonde. Wat een liefde van de Verlosser voor de kinderen der aarde en wat een ontzaglijk offer om in Zijn reinheid te midden van zonde en ondeugd te vertoeven. De Zoon van God vervulde het verlossingswerk op aarde met het heiligste erbarmen. Voordien en nadien heeft er geen enkel wezen een lijden gedragen zoals dat van de Zoon van God. De Heiland nam op aarde deel aan al het lijden. Zijn goddelijkheid openbaarde zich in grenzeloze liefde en zo bracht Hij zichzelf ten offer voor het heil van de mensen.
Word zoals de kinderen, dan zijn jullie in staat de kwellingen van de Heer na te voelen. Groot en heerlijk en stralend zweefde Zijn geest in het eeuwige licht, om nu belichaamd op aarde rond te gaan, belast met de zondeschuld der mensheid. Rein van hart ervaart Hij met de doornenkroon op het hoofd de bitterste smaad. Al het leed van de wereld nam Hij op zich om daardoor de smarten van de kinderen op aarde te verminderen en Hij liet zich aan het kruis slaan om voor hen het rijk des Vaders gereed te maken.
Gods liefde was zó oneindig groot, dat Hij Zijn Zoon gaf. Maar de liefde van Jezus Christus bracht datgene terug bij de Vader wat zonder de liefde van de Heiland voor eeuwig verloren was. Geen enkel wezen kon zonder deze liefde het aangezicht van God aanschouwen. Omwille van de mensheid bracht de Heer zichzelf ten offer en verloste de wereld op die manier van de eeuwige dood. Gezegend is hij die, dit offer deelachtig, in de liefde van de Heer wandelt, opdat ook hij verlost wordt door Jezus Christus, onze Heer!
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte