Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0194
0194 Leren onder dwang
22 november 1937: Boek 5/6
Bewaar een gelovig hart, dan zal God je altijd nabij zijn. En legt de Heer je ook op, wat je ondraaglijk schijnt, met Zijn hulp en genade kun je alles overwinnen.
En luister nu: Wij vormen allemaal een kring om je heen en beginnen met ons werk, want de Heer heeft besloten, je in te wijden in de gevaren van het christendom, zoals het tegenwoordig op aarde onderwezen wordt. Wanneer in alle tijden Zijn woord zo opgevat werd, als gold het, de naasten dwang op te leggen, dan was dat een grote vergissing en fout van de leraren. Want de Heer wil geen van Zijn kinderen onder dwang naar Zich toe trekken, maar de kinderen moeten geheel uit vrije wil beslissen, of ze voor de Vader kiezen of Hem willen afwijzen. Wij beschouwen daarom iedere dwang die de Kerk of Gods dienaren willen uitoefenen of de mensheid, als niet door God gewild en niet door Hem in Zijn leer verordend. Daarom valt een dergelijke kerk uiteen, omdat haar immers de belangrijkste voorwaarde ontbreekt: volledige wilsvrijheid.
Waar voorschriften worden opgesteld, één en ander na te leven onder dreiging van straffen, daar kan geen vrijheid van geest bestaan, en daar zou ook het doel niet zijn vervuld, ook al zouden de kinderen op aarde deze voorschriften onder dwang nakomen. En daarin ligt weer de verklaring voor het verval van zulke kerken, ofschoon het hun bedoeling is, de mensen tot God te leiden. Met de erkenning van deze heiligste grondvoorwaarde, het doen en laten van de mens op de vrije wil te baseren, komen op die manier vele andere voorschriften in het rijk van de dwaling terecht. Geen enkele dwang is door God gewild en hindert daarom de mens alleen maar op de weg naar de eeuwigheid. Jullie mogen Zijn woorden wel onderwijzen, maar niet koppelen aan voorwaarden, die het mensenkind in een soort dwangpositie brengen en hem een ander beeld van Gods goedheid en liefde zouden kunnen geven.
Let er overal op, dat jullie, die dienaren van God zijn, jullie schaapjes in liefde tot de Vader moeten leiden. En leer hen te streven naar en te bidden om Gods genade, dan zal voor hen de weg naar de Vader gemakkelijker worden. En niets zal hen schrik aanjagen, terwijl jullie onderricht hen in een toestand van afhankelijkheid brengt. In een toestand, waar zij weliswaar in het beste geval moeite doen, hun plichten na te komen, maar waar hun de innerlijke geestelijke overgave aan het Vaderhart ontbreekt. Liefde en verlangen naar de Vader moeten uit het hart komen, maar niet onder druk afgedwongen worden. De menselijke ziel klimt dan naar een veel hogere trede en schrijdt met Gods genade, die zij uit eigen beweging afsmeekt, veel sneller voorwaarts.
Probeer daarom, waar jullie kunnen, de mensen duidelijk te maken dat zij niet een leer moeten aanhangen, maar in het binnenste van hun hart de leer van God moeten horen, die hen wijst op hun kindschap van God. En als kinderen Gods het verlangen aan te wakkeren, tot de Vader te komen, is, wat jullie tot de grondslag van het ware christendom moet zijn. En dan zal jullie door de Vader de weg worden gewezen in Liefde en goddelijk erbarmen.
Amen
Vertaald door Gerard F. Kotte