Compare proclamation with translation

Other translations:

자신을 의식하지 못하는 창조물들.

너희가 주변에 보는 어떤 것도 생명이 없는 것은 없다. 너희가 볼 수 있는 모든 것 안에는 한때 나로부터 창조 된 존재이지만, 그러나 수많은 입자로 분해되어 자신을 자신으로 인식할 수 있는 자기의식을 잃어버린 영적인 존재들이 들어 있다. 이 입자들이 자기의식이 없이 피조물들의 과정을 거친 후에 다시 모여서 하나가 되어 다시 창조되었을 때의 원래의 영이 되어 인간으로 육신을 입는다. 다시 말해 자신을 의식하는 의식을 다시 얻는다. 그러므로 사람은 물질적인 겉 형체 안에 살고 있는 영계가 창조되었을 때 창조 된 영이다. 딱딱한 광물에서부터 짐승에 이르는 모든 피조물들은 마찬가지로 원래의 영에 속한 영의 입자에 의해 생명이 유지 된다. 그럴지라도 한때 나를 떠난 일로 인해 영의 입자가 자신을 존재로 인식하는 인식을 잃었기 때문에 영의 입자는 자기 자신을 존재로 인식하지 못한다.

모든 창조물은 이런 영적 입자들이 생명을 유지하지 않는다면, 존재할 수 없다. 내가 원래 창조한 존재들은 나와 같게 나로부터 창조되었다. 그러나 물질적인 창조는 영적인 존 대로 구성되어 있다. 물질 안에 묶여 있는 자유의지로 나를 떠났던 영적인 존재들이 다시 나에게 되돌아오는 일을 가능하게 할 목적으로 물질적인 창조가 이뤄졌다. 나에 의해 창조 된 모든 존재들은 나로부터 발출 된 힘이고 생명이 없는 것은 없다. 왜냐면 나로부터 생명이 없는 것이 나올 수 없기 때문이다. 모든 생명을 가진 것은 존재하는 것이다. 이런 존재들은 단지 서로 다른 방식으로 자신의 능력을 나타낸다. 그러나 존재는 항상 자신을 능력으로 나타낼 것이고 존재는 일을 한다. 실제 작은 일이어서 사람의 눈에는 보이지 않을지라도 이런 일을 부인할 수 없다. 왜냐면 어떤 것도 그 대로 머무는 것이 없고 항상 변화를 깨닫게 해주기 때문이다.

행하는 일이 더욱 분명하게 들어날수록 창조의 작품의 생명을 더욱 깨닫게 된다. 단지 자기의식이 없는 것이 너희 사람들 주변의 것들의 실체를 너희가 의심하게 만든다. 존재가 자기의식을 다시 부여받을 때 자유의지를 가진 존재가 된다. 비록 인간이건 다른 피조물들이건 생명을 유지하는 입자들은 전에 내 능력으로 창조 된 존재로서 똑 같다. 겉으로 보기에 죽은 것 같은 물질로써 생명을 나타내 주는 것은 이미 내 능력이 아주 큰 크기로 이미 존재하는 것이다. 그럴지라도 물질 자체가 영적인 존재가 아니라면 물질은 존재할 수 없다. 왜냐면 모든 것이 결국 나로부터 나온 힘이고 나와 같이 실존해야만 하기 때문이다.

그러나 나로부터 나온 존재들에게 온전함에 있어서 차이가 있다. 이런 차이가 세상을 창조하고 유지하는 일로 이루어진 각각의 존재가 행하는 일을 정한다. 온전하지 못한 존재가 마찬가지로 온전하지 못한 존재를 섬기는 최소한의 일이 또한 지속적으로 자신을 성장시키고 점점 더 사람들이 볼 수 있는 생명을 증거하는 일을 하도록 인도한다. 왜냐면 모든 존재가 이제 자신을 의식하는 각각의 존재로써 나로부터 그에게 중단되지 않고 흘러가는 힘을 내 뜻 대로 사용할 수 있기 위해 원래 초기에 창조되었던 것처럼 다시 온전하게 돼야 하기 때문이다.

아멘

Translator
번역자: 마리아, 요하네스 박

Ontbrekend ik-bewustzijn in de scheppingen ....

Niets is zonder geest, wat jullie mensen ook om jullie heen zien. Alles wat voor jullie zichtbaar is, bergt geestelijks in zich, dat eertijds als wezenlijk van Mij is uitgegaan, maar dat opgelost in ontelbare partikeltjes, ook het ik-bewustzijn verloren heeft en zo lang zonder dit ik-bewustzijn door de zichtbare schepping heen gaat, tot alle partikeltjes elkaar weer teruggevonden en zich verenigd hebben, die aaneengesloten, nu weer die geschapen oergeest tot resultaat hebben, die nu, als mens belichaamd ook weer het ik-bewustzijn terugkrijgt.

De mens is dus een in een stoffelijk omhulsel geborgen oergeest, terwijl alle andere scheppingswerken, van de harde materie tot en met het dier, eveneens bevolkt zijn door partikeltjes die toebehoren aan een oergeest, die echter niet in staat is zichzelf als iets wezenlijks te herkennen, omdat hij dit besef had verloren door zijn eertijds zich afwenden van Mij.

De totale schepping zou echter niet kunnen bestaan, wanneer ze niet wezenlijk bezield was ofwel: Wat Ik oorspronkelijk schiep, waren wezens, die, aan Mij gelijk, buiten Mij geplaatst werden. De materiële schepping echter bestaat uit dat door Mij geschapen wezenlijke, dat alleen ontstaan is met het doel, het in haar gebonden geestelijke de terugkeer tot mij mogelijk te maken, van Wie het zich vrijwillig had afgescheiden.

Al het door Mij geschapene is uitgestraalde kracht Niets is zonder leven, omdat uit Mij niets doods kan voortkomen Alles wat van leven getuigt is echter iets wezenlijks, het kan zich alleen in verschillende uitwerkingen van kracht uiten maar het zal zich altijd als kracht tonen, het zal een werkzaamheid verrichten, die weliswaar voor het menselijk oog verborgen kan blijven, wanneer ze gering is, maar die niet te ontkennen valt, omdat niets blijft zoals het is, maar steeds een verandering laat zien.

Hoe duidelijker een werkzaamheid gevolgd kan worden, des te meer leven het schepsel verraadt, en alleen het ontbrekende ik-bewustzijn geeft aanleiding te twijfelen aan het wezenlijke van hetgeen jullie mensen omringt Het wordt echter pas weer een zelfstandig wezen, wanneer het het ik-bewustzijn weer verkregen heeft, ofschoon het bezielde - zowel de mens als elk scheppingswerk - substantieel hetzelfde is: eertijds als wezen van Mij uitgegane kracht Wat leven verraadt, bergt deze kracht al in grotere mate in zich dan de schijnbaar dode materie en desondanks zou deze niet kunnen bestaan, als ze zelf niet iets geestelijks zou zijn, omdat uiteindelijk alles van Mij uitstromende kracht is, die, aan Mij gelijk, ook wezenlijk moet zijn.

Er is echter een onderscheid in de volmaaktheid van het wezenlijke, dat van Mij is uitgegaan En dit onderscheid bepaalt ook de werkzaamheid van een bepaald moment die uit het scheppen en tot leven brengen van werelden bestaan kan, maar ook uit een zeer minimale dienst van het onvolkomene tegenover het eveneens onvolkomene een dienst, die echter voortdurend zal groeien en meer en meer tot een werkzaamheid leidt, die ook voor jullie mensen zichtbaar is die leven bewijst Want alles moet weer de volmaaktheid bereiken, waarin het oorspronkelijk geschapen was, om nu als afzonderlijk ik-bewust wezen, de hem onophoudelijk uit Mij toestromende kracht te kunnen benutten naar Mijn wil.

Amen

Translator
번역자: Gerard F. Kotte