물질 안의 영적인 존재는 자신이 해방되기를 갈망한다. 왜냐면 영적인 존재가 주변에 있는 것을 부담과 억압으로 느끼기 때문이다. 영적인 존재는 자유 가운데 창조되었다. 그러므로 형체 안의 모든 강제를 탈출하기를 원하지만, 자신의 맘대로 탈출할 수 없다. 그러므로 영적인 존재가 형체 안의 고통스러운 상태를 벗어나기 위해, 그는 그에게 주어진 과제를 성취한다. 영적인 존재는 이제 섬기거나, 형체 안에서 생각할 수 없게 긴 기간 동안 머물러야만 하고, 영적인 존재에게 다른 탈출구가 없다.
원래 초기에는 영적인 존재가 아직 하나님을 향한 저항으로 가득 차 있고 또한 섬기는 일을 거부한다. 다시 말해 섬기는 활동을 하기를 거부하고, 따라서 일하지 않는 상태로 유지하고, 이런 활동을 하지 않는 상태가 영적인 존재가 끝없는 기간동안 묶여 있게 만든다. 영적인 존재가 섬기기로 결심할 때까지 굳은 형체로부터 해방 될 수 없다. 그러나 결심하면, 그에게 또한 항상 빠르게 자시의 겉형체를 바꿀 수 있는 가능성이 주어진다. 왜냐면 봉사하려는 의지가 이제 굳은 모든 형체로부터의 최종적으로 해방될 전망을 통해 활성화되기 때문이다.
그러므로 활동중인 모든 것은 살아 있고, 모든 활동을 하지 않는 영적인 존재는 죽은 물질이다. 여기서 “죽은” 이라는 용어가 “생명이 없다” 는 의미가 아닌 다른 것을 의미한다. "죽음"이란 묶임을 받은 상태에서 활동하지 않음을 의미하고, 반면에 "살아있다"는 의미는 자신이 활동을 할 수 있기 위해 특정한 자유를 갖는 것을 의미한다. 그러므로 죽은 물질은 그안에 아직 매우 성숙하지 못한 영적인 존재를 담고 있다. 다시 말해 하나님과 멀리 떨어진, 반항적인 영적인 존재를 담고 있다. 이런 존재는 그가 행동을 하기로 결정하기 전까지, 하나님께 가까이 다가가려는 의지를 느끼게 될 때 까지 수천년 동안 묶임을 받는 고난과 고통을 견뎌야만 하다. 이런 의지가 활성화가 되면, 영적인 존재는 하나님의 뜻을 통해 그의 묶음에서 해방이 된다. 영적인 존재는 자유롭게 되고, 이제 완전히 자유로워지기 위해, 언젠가 묶인 상태를 끝낼 수 있기 위해, 다른 형체를 입기 위해 노력한다.
영적인 존재가 이런 굳은 형체로부터 자유롭게 되는 일은 하나님이 겉형체에게 느슨하게 되도록 명할 때 일어날 수 있다. 다시 말해 굳은 형체 안의 영적인 존재를 자유롭게 해주기 위해, 이전의 굳은 형체가 어떻게든 분해가 되거나, 파괴되는 방식으로 단지 일어날 수 있다. 이런 과정은 항상 인간의 손이나 하나님의 뜻에 의한, 자연의 원소에 의해 일어날 수 있는 물질의 파괴를 의미한다. 그러나 하나님의 의지가 항상 전제 조건이다. 그렇지 않으면 영적인 존재가 너무 일찍 자유롭게 된다. 영적인 존재가 다음 형체를 입기에는 아직 성숙하지 못하기 때문에, 영적인 존재가 이제 자신의 난폭함을 들어내고, 이미 성숙한 영적인 존재를 압박하거나 또는 더 빠른 활동을 하도록 재촉한다.
이런 일의 결과는 다시 자연에서, 식물과 동물의 생명에서 설명할 수 없게 일어나는 과정으로 나타난다. 이런 일은 이미 자유의지의 단계에 있는, 이 땅의 마지막 성장과정에 들어섰지만, 하나님의 뜻과 일치하지 않는 파괴의 행위를 통해 성숙하지 못한 영적 형태를 조기에 해방시킴으로써, 그들의 자유의지를 잘못 사용한, 영적인 존재들을 불안하게 만드는 역사를 일으킨다. 죄가 되는 모든 일은, 즉 하나님의 질서에 어긋나는 모든 일은 정당한 형벌을 수반한다. 그러므로 사람이 스스로 자신의 손에 의해 끔찍한 파괴의 일이 불러 일으킨 결과를 감당해야만 하게 될 것이다.
예상치 못한 재앙은 인간의 미움과 인간의 사랑이 없음이 초래하는 매우 자연스러운 결과이다. 따라서 세상은 그 차원과 그 결과가 상상할 수 없는 사건에 향해 다가가고 있다. 왜냐하면 하나님은 자신의 창조 작품에 개입하는 일을 처벌하지 않으면서, 허용하지 않기 때문이다. 비록 그가 인간의 자유의지를 방해하지 않는 일은 사실이다. 그러나 그는 인간의 순수한 복수심와 파괴하려는 분노에 의해 영적인 존재가 그의 성장과정에 방해를 하는 일을 결코 허용할 수 없다. 왜냐면 복수하는 직분을 맡는 일은 전적으로 하나님께 속해있기 때문이다. 유일하게 하나님에게 모든 죄를 맡기고, 이로써 하나님이 정당한 판단을 내릴 수 있게 해야 한다.
아멘
TranslatorHet geestelijke in de materie verlangt vurig naar zijn bevrijding, want hij wordt hetgeen hem omgeeft, als last en verdrukking gewaar. Het werd in vrijheid geschapen en daarom is alle dwang in de vorm een kwellende toestand, waaraan het zou willen ontsnappen, wat het echter niet eigenmachtig kan. En het vervult de hem toegewezen taak om aan de huidige vorm te kunnen ontsnappen. Het moet nu of dienen of voor onheuglijk lange tijden in de vorm verblijven. Een andere uitweg bestaat er voor het geestelijke niet.
Nu verzet het geestelijke zich in het begin nog volledig tegen God en weigert ook te dienen. Dat wil zeggen werkzaam te worden. Hij blijft zodoende passief en deze passiviteit levert hem een eindeloos lange tijd van een gebonden zijn op. Het geestelijke kan niet eerder uit de vaste vorm bevrijd worden, totdat het besluit om te dienen. Maar dan is hem ook de mogelijkheid gegeven tot een steeds snellere verandering van de uiterlijke vorm, want de wil om te dienen is nu actief geworden door het vooruitzicht op de uiteindelijke bevrijding uit welke vorm dan ook.
Al het geestelijke, dat werkzaam is, is dus levend. Al het passieve geestelijke is dode materie, ofschoon het begrip “dood” iets anders betekent dan “levenloos”. “Dood” betekent passief zijn in een gebonden toestand. “Leven” daarentegen betekent een zekere vrijheid te hebben om werkzaam te kunnen zijn. De dode materie bevat zodoende nog zeer onrijp geestelijks, dat wil zeggen ver van God verwijderd, zich verzettend geestelijks, dat eerst duizenden jaren van leed en kwellingen moet verdragen, totdat het besluit om werkzaam te worden, dat wil zeggen de wil om God te naderen, voelt.
Als deze wil actief geworden is, wordt het geestelijke door Gods wil uit zijn verbanning verlost. Het komt vrij en streeft nu andere belichamingen na om zich volledig te bevrijden, om de toestand van het moeten te kunnen beëindigen. Dit vrijkomen van het geestelijke uit de vaste vorm kan alleen maar op deze manier plaatsvinden, dat God het uiterlijke omhulsel gebiedt losser te worden. Dat wil zeggen dat de vroegere vaste vorm op één of andere manier opgelost of vernietigd moet worden om het in zich aanwezige geestelijke vrij te geven en dit gebeuren betekent steeds een vernietiging van de materie, dat nu door mensenhand of ook door Gods wil, door natuurkrachten, plaats kan vinden.
Maar steeds is de goddelijke wil de voorwaarde, omdat het geestelijke anders voortijdig vrijkomt en, omdat het voor de volgende uiterlijke vorm nog niet rijp is, nu lelijk huishoudt en het al rijpere geestelijke lastigvalt of tot een snellere werkzaamheid aanzet. En dit heeft weer tot gevolg dat onverklaarbare gebeurtenissen in de natuur, in het planten- en dierenleven aan het licht komen, die verontrustend inwerken op het geestelijke, dat al het stadium van de vrije wil heeft, dus het laatste ontwikkelingsproces op aarde begonnen is, maar die zijn vrije wil net misbruikt heeft, doordat hij het onrijpe geestelijke voortijdig uit zijn vorm bevrijdde door vernietigingswerken, die niet met Gods wil overeenstemden.
Alles wat zonde is, dat wil zeggen tegen de goddelijke ordening gericht is, heeft een rechtvaardige straf tot gevolg en zodoende zullen de mensen ook de gevolgen moeten dragen, die het vreselijke vernietigingswerk door mensenhand veroorzaakt. Ongekende rampen zijn de geheel natuurlijke gevolgen van dat, wat menselijke haat en menselijke liefdeloosheid tot stand brengen en zodoende gaat de wereld een gebeurtenis tegemoet, die onvoorstelbaar in zijn omvang en zijn gevolgen is, want God laat niet ongestraft in Zijn scheppingswerk ingrijpen.
Hij hindert weliswaar de vrije wil van de mens niet, maar Hij kan nooit toelaten, dat het geestelijke uit pure wraakzucht en vernielzucht van de mensen in zijn ontwikkelingsproces belemmerd wordt. Want het is geheel alleen een aangelegenheid van God om het ambt van wreker op Zich te nemen. Alleen aan Hem moet elke schuld doorgegeven worden, opdat Hij het rechtvaardige vonnis velt.
Amen
Translator