Ogni materia è dello spirituale consolidato. E così l’intero mondo terreno materiale è Forza spirituale un tempo irradiato da Me, che primordialmente n o n ha adempiuto la sua destinazione, perché non vi era costretta, che però per Legge sin dall’Eternità doveva diventare attiva e perciò fu trasformata in Creazioni di differenti specie che erano destinate alla loro funzione per legge naturale e l’adempiono anche sotto la legge dell’obbligo. Tramite l’adempimento legislativo dell’attività, lo spirituale entra costantemente in un gradino superiore di sviluppo, e perciò è la Creazione nel fondo del fondo dello spirituale nei differenti gradi di sviluppo. Dalla roccia più dura, come pianta o animale, su su fino all’uomo, lo sviluppo va verso l’alto, perché è garantito attraverso la costante attività del servire di ogni singola Opera di Creazione. La materia viene continuamente dissolta, cioè tutto lo spirituale cambia costantemente la forma esteriore ed assume una formazione nuova più elevata e matura lentamente fino allo stadio in cui può incarnarsi come uomo, per riscattarsi anche ora di nuovo attraverso l’attività del servire dall’ultima forma su questa Terra. Degli involucri materiali o forme esteriori, celeranno in sè dello spirituale sempre più maturo che gli servono per la maturazione. Gli involucri stessi vengono sempre di nuovo dissolti che le sostanze spirituali celate in essi, si uniranno pure con sostanze della stessa maturità ed assumeranno la loro successiva formazione, fino a che tutta la Forza che fu primordialmente irradiata come “essere” si è di nuovo raccolta, , ed ora esiste di nuovo questo essere nella sua iniziale costituzione, ma privo di ogni amore, che una volta non ha più voluto accettare da Me. Questo amore ora viene aggiunto come scintilla allo spirito primordiale che adesso come anima dell’uomo cammina sulla Terra, quale Dono di Grazia da parte Mia, ed ora può di nuovo raggiungere la sua perfezione, può di nuovo diventare perfetta, come era uscita da Me, e poi è raggiunta la meta finale, che Io Mi sono posto nella creazione degli esseri. Quindi trascorrono tempi infiniti per il percorso attraverso le Creazioni della Terra, perché ciò che vi è visibile come materia, ha già avuto bisogno di lunghi spazi di tempo per la sua trasformazione, perché la materia inizialmente dura, il mondo di roccia, non libera così velocemente lo spirituale. E se non si svolge una influenza secondo la legge naturale nel dissolvimento della forma esteriore dura, possono passare delle eternità, finché subentra un leggero allentamento, finché questo mondo di roccia permette una vita più leggera in quanto che cambia in se, oppure si spacca e libera lo spirituale legato, che ora viene di nuovo legato in forma più leggera. E così la formazione diventa sempre più facilmente dissolvibile e tutte le Opere della Creazione danno allo spirituale la possibilità, di maturare e così questo spirituale inizialmente del tutto irrigidito morto acquista lentamente vita. Il cambio della forma esteriore si svolge sempre più velocemente ed allora nell’intera Creazione si può vedere un costante vivere e morire, un divenire e passare. Ma lo spirituale necessita di tempi infiniti per il suo percorso di sviluppo che termina come uomo sulla Terra. E si deve sempre discernere, che ogni forma esteriore è qualcosa di spirituale, che si trova all’inizio del suo sviluppo e che ogni forma esteriore cela di nuovo in sè dello spirituale, che ha già raggiunto un grado di maturità più elevato e che deve maturare ancora ulteriormente nella forma. E perciò l’involucro esterno non ha bisogno di essere valutato come lo spirituale che vi si cela, il dissolvimento della forma esterna sarà sempre un atto di liberazione per lo spirituale legato e contemporaneamente significa anche un gradino dello sviluppo verso l’alto per la materia stessa, la quale avvolge le sostanze animiche come forma esterna. Questi involucri hanno bisogno ancora di lungo tempo, finché trascorrono anche loro come parte costituente di un anima il loro ultimo cammino terreno. Ma più volenteroso è un involucro, più velocemente procede nel suo sviluppo, sempre però nell’Ordine della Legge. E così anche l’ultimo involucro esterno – il corpo umano – ha un compito molto grande, il cui adempimento può portare alle sostanze spirituali di cui è formato il corpo, anche un veloce progresso del suo sviluppo, quando il corpo si adegua del tutto alle necessità dell’anima e quindi può anch’esso venire spiritualizzato durante la vita terrena, che può significare un cammino terreno abbreviato per un altro spirito primordiale caduto. Perché la sua appartenenza contribuisce, attraverso il servire ed un soffrire straordinario, ad un veloce ritorno a Me dello spirito primordiale, quando questi fa il percorso come uomo sulla Terra e non ha più bisogno di temere la ricaduta nell’abisso, perché quelle sostanze già maturate gli garantiscono un sicuro perfezionamento. Questo sapere può stimolare anche voi, di anelare coscientemente alla spiritualizzazione del corpo durante la vita terrena e perciò condurre un modo di vita, che corrisponde totalmente al Comandamento dell’Amore, perché l’Amore è la Via, che conduce alla totale spiritualizzazione del corpo.
Amen
TraduttoreAlle materie is verdichte geest. En zo is de gehele aards-stoffelijke wereld eens door Mij uitgestraalde kracht die in het allereerste begin haar bestemming niet nakwam omdat zij er niet toe gedwongen werd, die echter volgens de wet van eeuwigheid werkzaam moest worden, en daarom omgevormd werd tot scheppingen van allerlei aard - waarvan het functioneren bepaald werd door natuurwetten en dit in gedwongen toestand. Door de wettelijke vervulling van hun taak treedt het geestelijke een steeds hoger stadium van ontwikkeling binnen en zodanig is de schepping in de grond van de zaak geestelijks - op de meest uiteenlopende niveaus van ontwikkeling. Vanaf het hardste gesteente, als plant of dier, omhoog tot de mens toe, gaat de ontwikkeling opwaarts, die gegarandeerd is door een voortdurende dienende werkzaamheid van elk afzonderlijk scheppingswerk. De materie valt steeds weer uiteen, dat wil zeggen: al het geestelijke wisselt voortdurend van uiterlijk en neemt een nieuwe, hogere vorm aan en ontwikkelt zich op die manier tot aan het stadium, waarin het zich als mens mag belichamen om ook nu weer door dienend werkzaam te zijn, zich te bevrijden uit de laatste vorm op deze aarde.
Steeds zullen materiële omhulsels of uiterlijke vormen het rijpere geestelijke bevatten en dit dienen om zich verder te voltooien. De omhulsels zelf worden steeds weer opgelost en de daarin geborgen geestelijke substanties zullen zich eveneens verenigen met substanties van dezelfde rijpheid en hun volgende vorm aannemen, zolang tot alle kracht zich weer verzameld heeft, die in het oerbegin als "wezen" uitgestraald was, en nu het wezen weer bestaat in zijn vroegere hoedanigheid, echter zonder enige liefde die het eertijds niet meer van Mij wilde aannemen. Deze liefde nu wordt als vonkje aan de nu als mensenziel op aarde levende oergeest toegevoegd, als een genadegeschenk mijnerzijds. En nu kan de mens weer zijn voltooiing bereiken, hij kan weer volmaakt worden zoals hij eens uit Mij was voortgekomen. En dan is het uiteindelijke doel bereikt dat Ik Mij gesteld heb bij het scheppen van de wezens.
Tot het vroegere wezen echter de weg door de scheppingen der aarde is heengegaan, vergaan er eindeloze tijden. Want wat als materie voor u zichtbaar is, had al lange perioden nodig voor haar omvormingen. Want de eerst harde materie, het gesteente, geeft niet zo gauw het geestelijke vrij. En als niet onder invloed van natuurwetten een uiteenvallen van de harde buitenkant plaatsvindt, kunnen eeuwigheden vergaan tot er een losser worden intreedt. Tot deze wereld van gesteenten een lichtere vorm van leven laten zien in die zin, dat ze geheel verandert of ook wel uiteenvalt en het gekluisterde geestelijke vrij laat, dat nu in een minder vaste vorm opnieuw gebonden wordt. En zo zal de nieuwere vorm steeds gemakkelijker oplosbaar worden en al de scheppingswerken geven het geestelijke de mogelijkheid daarin verder te rijpen. En zo komt dit aanvankelijk geheel verharde dode geestelijke langzaam tot leven. Het wisselen van de uiterlijke vorm vindt steeds sneller plaats en in de gehele schepping is er een voortdurend leven en sterven, een worden en vergaan te zien.
Maar het geestelijke heeft eindeloze tijden nodig voor zijn ontwikkelingsgang, die als mens op de aarde beëindigd wordt. En steeds moet onderscheiden worden, dat elke uiterlijke vorm uit geestelijke substanties bestaat die in het begin van hun ontwikkeling staan en dat elke uiterlijke vorm weer geestelijke substanties bevat die reeds een hogere graad van rijpheid bereikt hebben en in die vorm nog verder uitrijpen moeten. En daarom hoeft het uiterlijk omhulsel niet steeds zo gewaardeerd te worden als het geestelijke dat het in zich draagt. Het uiteenvallen van de buitenkant zal altijd een daad van bevrijding zijn voor het gekluisterde geestelijke en tevens een stap omhoog in de positieve ontwikkeling betekenen voor de materie zelf, die als uiterlijke vorm de zielesubstanties omhult. Deze omhulsels hebben nog een lange tijd nodig tot ook zij als bestanddeel van een ziel hun laatste weg over de aarde afleggen.
Maar des te gewilliger een omhulsel zijn dienst verricht, des te sneller gaat het vooruit in zijn ontwikkeling, steeds echter volgens de wettelijke ordening. En zo heeft ook het laatste uiterlijk omhulsel - het menselijk lichaam - een heel grote opdracht, waarbij het nakomen ervan de geestelijke substanties waaruit het lichaam is opgebouwd, ook een snelle vooruitgang van haar ontwikkeling brengen kan, als het lichaam zich geheel naar de eisen van de ziel voegt en dus mede vergeestelijkt kan worden tijdens het aardse leven, wat voor een gevallen oergeest een verkorte aardse weg kan betekenen, wiens toebehoren door buitengewoon dienen en lijden bijdraagt tot een veel snellere terugkeer van die oergeest tot Mij, wanneer deze als mens zijn gang over de aarde gaat en niet meer de terugval in de diepte hoeft te vrezen omdat deze al uitgerijpte substanties hem een zekere voltooiing verzekeren. De kennis hierover kan u er toe aansporen, geheel bewust de vergeestelijking van het lichaam gedurende het aardse leven na te streven en dus een levenswandel te leiden geheel volgens de geboden van de liefde, omdat de liefde de weg is die tot de totale vergeestelijking van het lichaam voert.
Amen
Traduttore