Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

Inserirsi nella Legge dell’Ordine divino

Voi siete stati creati per una vita nella Beatitudine, ma non per uno stato morto, nel quale non potete sentire nessuna beatitudine. Ma dato che vi siete messi da voi stessi in questo stato, non vi trovate nemmeno nella Legge del divino Ordine, ma voi stessi avete rovesciato questa Legge e vi siete posti al di fuori della Mia Legge. Ma Io non posso accettare questo stato, e dato che Io Stesso, come il più sublimemente perfetto, rappresento sempre soltanto l’Ordine, dato che tutto ciò che è divino, deve quindi anche muoversi in questo Ordine, così non posso nemmeno in eterno tollerare, che ciò che è creato da Me si trovi al di fuori dell’Ordine eterno. Perciò Io provo a ristabilire questo Ordine, anche se dovesse richiedere delle Eternità, perché anche la libera volontà dell’essere fa parte di questa regione dell’Ordine, per cui l’uscita dal Mio Ordine secondo la Legge ha potuto intanto aver luogo. Per ristabilire lentamente di nuovo quest’Ordine, lo spirituale una volta caduto da Me diventato fuorilegge, veniva dapprima derubato della sua libera volontà, cioè dato che ne ha abusato, è diventato non-libero, perché si trovava nel potere della sua genitrice, la quale si è per prima ribellata contro di Me. Quindi costei aveva legata la volontà del suo seguito, per cui Io volevo di nuovo aiutare lo spirituale alla libertà della sua volontà, ma gli ho trattenuto la libera volontà ancora fino al momento in cui era capace di poter usare questa anche di nuovo in modo giusto, quando era di nuovo arrivato in un certo grado di sviluppo. Dapprima ho di nuovo ristabilito un certo Ordine, mentre ho inserito secondo la Mia Volontà, le sostanze spirituali degli esseri caduti, in un processo di attività, che ora dovevano seguire. Ora non si poteva più parlare di esseri auto consapevoli, che non sono pensabili senza la libera volontà. Quello che era uscito dall’Ordine, si era formato da sé in qualcosa di non- essenziale, era soltanto ancora sostanza spirituale indurita, che però Io ho usato per l’esecuzione di un Piano, che poteva servire a ristabilire l’Ordine legislativo e condurre anche gli esseri alla più alta perfezione, di un Piano, che garantisce anche di nuovo una Vita nella beatitudine per tutti gli esseri una volta caduti. Ciò che si trova al di fuori dell’Ordine divino, è bensì proprietà del Mio spirito avverso, che era uscito per primo dal Mio Ordine; ma è e rimane anche la Parte Mia, perché la Forza dall’Eternità, che ha fatto sorgere l’essere, è proceduta da Me e deve anche irrevocabilmente di nuovo ritornare a Me, perché anche questa è la Legge divina di Base. Ma questo ritorno a Me avviene anche di nuovo per vie secondo la Legge, e benché inizialmente debba essere impiegato il Mio diretto Aiuto, per risvegliare lentamente alla Vita quella sostanza spirituale indurita, rimane però libero ad ogni essere che è nuovamente giunto all’auto consapevolezza, di porsi totalmente sotto la Mia Legge dell’Ordine oppure di isolarsi di nuovo, disdegnare il Mio divino Ordine e di tendere nuovamente allo stato di morte. Perché quest’ultima decisione deve emettere l’essere stesso, per cui sperimenta in ogni momento il Mio Aiuto, ma non ne viene costretto da Me. Una “Vita nella Beatitudine” però è possibile soltanto nella Cornice del Mio divino Ordine, perché una Vita nella Beatitudine premette di nuovo la perfezione, che l’essere possedeva nel principio. E Perfezione significa anche un inserirsi nelle divine Legge perfetta. E se voi uomini ora volete giungere alla Vita, allora vi dovete anche piegare sotto questa Legge, dovete subordinarvi totalmente alla Mia Volontà, ed allora entrerete anche nella Legge dell’eterno Ordine, sarete sfuggiti allo stato di morte, voi vivrete, ed ora non perderete questa Via mai più in eterno.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Het zich voegen naar de wet van de goddelijke ordening

U bent geschapen voor een leven in gelukzaligheid, niet voor een dode toestand waarin u geen gelukzaligheid zult kunnen voelen. Daar u zich echter zelf in deze toestand hebt gebracht, bevindt u zich ook niet in de wet van de goddelijke ordening. U zelf hebt deze wet omvergeworpen en u buiten mijn wet geplaatst. Maar van mijn kant kan deze toestand niet worden goedgekeurd. En daar Ik zelf - als hoogst volmaakt - steeds alleen deze ordening vertegenwoordig, daar alles wat goddelijk is zich dus in deze ordening moet ophouden, kan Ik ook niet voor eeuwig dulden dat het door Mij geschapene zich hier buiten bevindt. Ik tracht daarom deze ordening te herstellen, zelfs wanneer daar eeuwigheden voor nodig zijn. Want in dat gebied van de ordening hoort ook de vrije wil van het wezen - om welke reden het uit mijn wetmatige ordening treden trouwens dan ook kon plaatsvinden.

Om nu deze ordening langzaam te herstellen, werd het eens gevallen, Mij weerspannig geworden geestelijke eerst van zijn vrije wil beroofd. Dat wil zeggen: daar het deze misbruikt had, werd het onvrij. Want het bevond zich in de macht van zijn verwekker die als eerste tegen Mij in opstand was gekomen. Dus deze had de wil van zijn aanhang gebonden, om welke reden Ik het geestelijke weer de vrijheid van zijn wil wilde bezorgen, maar het eveneens de vrije wil nog zo lang onthield tot het in staat was deze ook weer juist te kunnen gebruiken wanneer het weer in een bepaalde graad van ontwikkeling was terechtgekomen. Ik bracht dus eerst weer een zekere ordening tot stand, doordat Ik overeenkomstig mijn wil de geestelijke substanties van de gevallen wezens in een werkproces inpaste dat ze moesten doorlopen.

Van zelfbewuste wezens die zonder vrije wil ondenkbaar zijn kon nu niet meer worden gesproken. Dat wat uit de ordening was getreden had zichzelf daardoor tot iets onwezenlijks gemaakt. Het was nog slechts verharde geestelijke substantie die Ik daarom gebruikte om een plan uit te voeren dat de wetmatige ordening kon herstellen en ook de wezens tot de hoogste voltooiing kon dienen. Een plan dat ook weer een leven in gelukzaligheid voor alle eens gevallen wezens garandeert. Wat zich buiten de goddelijke ordening ophoudt is dus wel eigendom van de Mij vijandige geest die als eerste uit mijn ordening trad, maar het is en blijft ook mijn aandeel omdat de oerkracht die het wezen liet ontstaan van Mij is uitgegaan en onherroepelijk ook weer naar Mij moet terugkeren, omdat dit ook volgens goddelijke grondwet is.

Maar deze terugkeer naar Mij gebeurt ook weer op een wetmatige manier. En ofschoon in het begin mijn rechtstreekse hulp moet beginnen die verharde geestelijke substantie weer langzaam tot leven te wekken, blijft het toch ieder wezen dat weer tot het zelfbewustzijn is gekomen vrij zich helemaal naar mijn wet van de ordening te voegen of zich ook weer te isoleren, mijn goddelijke ordening te minachten en opnieuw naar de toestand van de dood te streven. Want deze laatste beslissing moet het wezen zelf treffen, waarbij het wel altijd mijn hulp ondervindt, maar niet van Mij uit wordt gedwongen.

Maar een leven in gelukzaligheid is alleen mogelijk in het kader van mijn goddelijke ordening. Want een leven in gelukzaligheid vereist weer de volmaaktheid die het wezen in het allereerste begin bezat. En volmaaktheid betekent ook een zich voegen naar goddelijk volmaakte wetten. En wilt u mensen nu levend worden, dan zult u zich ook moeten onderwerpen aan deze wet. U zult u helemaal moeten onderwerpen aan mijn wil, dan treedt u ook de wet van de eeuwige ordening binnen. U bent aan de toestand van de dood ontkomen. U leeft en u zult dit leven nu eeuwig niet meer verliezen.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Gerard F. Kotte