E’ proprio degli uomini volgere la loro attenzione ai loro sensi corporei, mentre oltrepassano tutto ciò che potrebbe dare una spinta all’anima. E questo è pure l’influenza del Mio avversario che si è posto come meta di tenere lontano dall’anima ogni bagliore di luce e di rinforzare sempre di più il suo involucro, per cui il corpo si dichiara ben disposto. E già per questo gli uomini dovrebbero dubitare nel caso di tutte le gioie e godimenti corporei di ogni specie, se avessero la seria intenzione di raggiungere la meta, la maturità della loro anima. Ma gli uomini non si preoccupano più di tanto, e quando viene loro fatto notare, lo rifiutano indignati. Ma il tempo fino alla fine è molto breve e se deve essere registrato ancora del successo allora devono essere impiegati dei mezzi d’aiuto insoliti – dei mezzi, che spingono i pensieri degli uomini nella direzione che loro non vogliono percorrere. E tali mezzi sono in abbondanza a Mia disposizione per differenti situazioni di miseria, in colpi di destino oppure di avvenimenti inattesi che sono tutti adatti per retrocedere dai desideri corporei e di aprirsi a delle influenze spirituali, senza però esserne costretto. Per nessuna ragione però impiegherò delle apparizioni misteriose, per ottenere un entrare-in-sè degli uomini. Queste non sono adatte a far tendere gli uomini verso lo spirituale, ma accrescono piuttosto la spinta alla ricerca, danno piuttosto nutrimento all’intelletto dell’uomo, ma non all’anima. Per contro il Mio avversario si serve di tali mezzi, dato che impressionano anche quegli uomini che hanno già trovato il collegamento con il mondo spirituale, che però attendono dei “miracoli”, quindi il loro pensare è sempre ancora orientato abbondantemente al terreno. A loro tali apparizioni non causeranno alcun danno perché si atterranno sempre di nuovo a Me. Ma il Mio avversario conquista comunque molti uomini per sé, perché più ora è attivo l’intelletto per studiare quelle apparizioni, meno la spunta lo spirito in loro. Io non agisco mai in questo modo sugli uomini, che vengono spinti ad un lavoro d’intelletto più intenso, perché voglio portare della Luce agli uomini, ma non occuparli con problemi irrisolvibili. E sono dei problemi irrisolvibili che il Mio avversario vi impone, quando si tratta di apparizioni insolite, non terrene, che egli mette in scena alla fine dei giorni per creare della confusione. Ed egli agirà anche sugli uomini a lui dediti affinché facciano sorgere queste cose, che sono bensì di costituzione terrena-materiale, ma enigmatica e che impiega pure come mezzi per confondere il pensare degli uomini. Chi si fa abbagliare da tali apparizioni, non conosce le Leggi dell’eterno Ordine, che rimangono stabili ed invariabili, perché soltanto loro garantiscono un’evoluzione dello spirituale. Quello che procede da Me, cioè ciò che è di Origine divina, sarà sempre Luce e donerà Luce a coloro che chiedono Luce. Ma quello che rimane inspiegato, che da adito ad innumerevoli supposizioni e che rimane comunque sempre di nuovo supposizione, proviene dal Mio avversario che ha anche un grande potere, ma soltanto quando questo viene rafforzato dal comportamento e predisposizione d’animo degli uomini. Allora si può anche esprimere visibilmente e far sorgere fantasmi per magia, che sono soltanto una fuoruscita della sua volontà satanica. I mezzi che impiego per conquistare delle anime ancora prima della fine, sono di speci differenti, perché non limitano la libera volontà del singolo mentre la sua meta è, di costringere gli uomini in un percorso di pensieri mediante apparizioni enigmatiche e per prendere loro così la libera volontà. Non gli riuscirà una costrizione, ma gli uomini preferiscono dare a lui ascolto che alla Voce soave, mediante la quale parlo loro. Ma non costringo gli uomini.
Amen
TraduttoreHet is de mens eigen zijn aandacht steeds te richten op dat wat zijn lichamelijke zinnen aanspreekt, daarentegen aan alles voorbij te gaan wat de ziel een impuls tot opbloei kon geven. En dit is eveneens de invloed van Mijn tegenstander, die het zich tot doel gesteld heeft elk lichtschijnsel van de ziel verwijderd te houden en de omhulling om de ziel steeds uit te breiden - waartoe hetlichaam zich gewillig bereid verklaart.
Reeds daarom moesten de mensen al vragen gaan stellen bij al de aardse vreugden en genietingen, als het hun ernst zou zijn het doel, hun zielerijpheid, te bereiken. Maar zulke bedenkingen maken de mensen niet, en als zij er attent op worden gemaakt staan ze er alleen maar afwijzend tegenover.
De tijd tot het einde is echter nog maar kort, en om nog succes te boeken moeten er ongewone middelen worden gebruikt. Middelen die de gedachten van de mensen in die richting sturen die ze niet willen gaan. En zulke middelen staan Mij rijkelijk ter beschikking in velerlei noodtoestanden, in rampspoed of onverwachte gebeurtenissen, die alle geschikt zijn lichamelijke verlangens achter te stellen en zich voor geestelijke invloeden open te stellen, zonder daar echter toe te dwingen.
In geen geval zal IK Mijn toevlucht nemen tot mysterieuze verschijnselen om een inkeer bij de mensen te bereiken. Want zulke verschijnselen zijn niet geschikt de mensen tot geestelijk streven te brengen, ze verhogen eerder de drang om te onderzoeken, ze geven veelmeer voeding aan het verstand van de mens, niet echter aan de ziel. Daarentegen bedient Mijn tegenstander zich van zulke middelen, die toch ook die mensen die reeds de verbinding hebben gevonden met de geestelijke wereld, beïnvloeden, die echter wonderen verwachten, dus wier denken nog te veel aards gericht is.
Wel zullen zulke verschijnselen hun geen schade berokkenen omdat ze zich steeds weer aan Mij zullen vasthouden. Maar toch wint Mijn tegenstander nog veel mensen voor zich, want hoe meer het verstand bezig is om die verschijnselen te doorgronden, des te minder komt de geest in hen aan zijn trekken. Op zo'n manier beïnvloed IK de mensen nooit, dat zij tot meer verstandelijke arbeid worden aangezet. Want IK wil de mensen Licht brengen en geen onoplosbare problemen opgeven.
En het zijn onoplosbare problemen die Mijn tegenstander u voorzet, als het ongewone onaardse verschijnselen betreft die hij op het einde der tijden in scene zal zetten om verwarring te stichten. En hij zal ook op de mensen die aan hem gebonden zijn zo inwerken, dat dezen toelaten dat dingen ontstaan die weliswaar aards-materieel, maar toch van een raadselachtige aard zijn en die hij eveneens als middel aanwendt om het denken van de mensen op een dwaalspoor te leiden.
Wie zich door zulke verschijnselen laat verblinden die kent de eeuwige wetten van de ordening niet, die onveranderd zullen blijven bestaan, omdat die alleen ook een verdergaande ontwikkeling van het geestelijke waarborgen. Wat van MIJ uitgaat, wat dus van goddelijke oorsprong is, zal altijd Licht zijn, Klaarheid zijn en Licht schenken aan hen die Licht verlangen.
Wat echter onopgehelderd blijft, wat tot ontelbare gissingen aanleiding geeft en altijd weer veronderstelling blijft, dat komt van Mijn tegenstander af die ook grote macht heeft, maar toch alleen dan als hem deze door het gedraq en de instelling van de mensen versterkt wordt. Dan kan hij zich ook zichtbaar uiten en schijnbeelden te voorschijn toveren die alleen een uitvloeisel van zijn satanische wil zijn.
De middelen die IK aanwend om nog vóór het einde zielen te winnen zijn van een andere aard, want ze beperken de vrije wil van ieder afzonderlijk niet, terwijl het doel van Mijn tegenstander is de mensen door raadselachtige verschijnselen een gedachtengang op te dringen en hun zo de vrijheid van wil te ontnemen. Het zal hem niet gelukken dwang uit te oefenen, maar de mensen geven zelf liever aan hem gehoor dan aan de zachte stem waardoor IK hen aanspreek. Maar ook IK dwing de mensen niet.
Amen
Traduttore