• Indietro

„Sono venuto dai Miei, ed i Miei non Mi hanno accolto.... “

Sono venuto dai Miei, e non Mi hanno accolto, non Mi hanno riconosciuto. Vengo riconosciuto solo raramente dagli uomini, quando Mi metto sulla via, e perciò non accettano nemmeno il Mio Dono come Regalo divino, oppure vi badano solo poco. Ma Io voglio essere riconosciuto dagli uomini, affinché valutino anche giustamente il Mio Dono di Grazia e l’impieghino per il bene della loro anima. Quante volte busso invano, e la porta del loro cuore rimane chiusa a Colui, il Quale porta loro il meglio, il Quale offre loro un Regalo, che ha un innominabile valore. Non Mi concedono l’accesso, non vogliono ascoltarMi, e perciò rifiutano la Cosa più preziosa, benché ne abbiano urgentemente bisogno. Sono venuto dai Miei, ed i Miei non Mi hanno accolto, perché non Mi hanno riconosciuto. Molti vogliono fare parte dei Miei, credono di appartenere alla Mia Chiesa e non conoscono la Mia Voce, quando li voglio raccogliere come Buon Pastore e li attiro e chiamo. Non riconoscono la Mia Voce e Mi rimangono lontani. Ma le Mie pecore riconoscono la Voce del loro Pastore, perché sono le Parole dell’Amore, che Io guido ai Miei dall’Alto, a coloro che aprono il cuore e Mi fanno entrare, appena chiedo l’accesso. Sono soltanto pochi che Mi riconoscono, ma per questo tutti avrebbero la facoltà, se ne fossero volonterosi di cercare il loro Padre dall’Eternità, perché Mi farei trovare da loro. Ma il desiderio per Me è troppo minimo, perciò non odono nemmeno la Mia Parola, la dimostrazione di Me Stesso ed il segno visibile del Mio Amore per gli uomini. E quando viene portato loro dai prossimi, manca la fede e quindi anche la comprensione per il Mio Amore e la Mia Grazia, che rivolge loro un mezzo, per giungere alla meta sulla Terra, all’unificazione con Me tramite l’amore. Per i Miei tutto è facilmente comprensibile, coloro che Mi fanno parlare a sé e valutano anche ciò che hanno ricevuto secondo la Mia volontà. A loro Mi posso avvicinare e farMi riconoscere, e non dubitano più di Me, Mi accoglieranno sempre nella dimora del loro cuore ed ascolteranno direttamente la Mia Parola. E muoveranno la Mia Parola nel cuore e diventeranno attivi. E comprenderanno anche la Mia Parola pronunciata sulla Terra, che il Mio Regno non è di questo mondo. Perché ora riconoscono il Regno di Dio, riconoscono il Padre, il Quale vuole venire dai Suoi e non viene riconosciuto dagli uomini, perché camminano senza amore. Ma chi è attivo secondo la Mia Parola, ha in sé l’amore e da ciò viene guidato al riconoscere, egli segue la Mia Chiamata, perché ha riconosciuto Me Stesso.

Amen

Mijn schapen herkennen Mijn Stem

IK kwam tot de mijnen maar zij hebben MIJ niet aangenomen, want zij hebben MIJ niet herkend. Heel zelden herkennen de mensen MIJ wanneer IK hun pad kruis, en daarom nemen zij Mijn gaven ook niet aan als goddelijk geschenk of achten het gering. IK wil echter door de mensen herkend worden, opdat zij ook Mijn genadegaven op de juiste wijze benutten en aanwenden tot hun zieleheil. Hoe vaak klop IK tevergeefs aan, doch de "deur" van het hartvan de mensen blijft gesloten voor HEM, DIE hun het beste brengt en hun een geschenk wil aanbieden van onschatbare waarde. Maar zij verlenen MIJ geen toegang en willen MIJ niet aanhoren, en zo wijzen zij het Kostbaarste af ofschoon zij het dringend nodig hebben. IK kwam tot de mijnen maar zij namen MIJ niet op, want zij herkenden MIJ niet!

Velen willen tot de mijnen behoren. Zij menen tot Mijn "kerk" te behoren en herkennen toch Mijn Stem niet als IK hen verzamelen wil zoals een goede Herder, als IK hen lok en roep. Zij herkennen Mijn Stem niet en blijven daarom zo ver van MIJ af. Maar Mijn schapen herkennen Mijn Stem als de Stem van hun Herder, omdat het woorden van liefde zijn die IK vanuit den hogen spreek tot hen die hun hart openstellen, en MIJ binnen laten komen wanneer IK dat verlang.

Slechts weinigen herkennen MIJ ofschoon allen hiertoe in staat zouden zijn, als zij maar bereid zouden zijn hun VADER van eeuwigheid te zoeken - want door hen zou IK MIJ zeker laten vinden. Hun verlangen naar MIJ is echter te gering en daarom herkennen zij ook Mijn Stem niet, het bewijs van MIJZelf, het zichtbare teken van Mijn Liefde voor de mensen. En wanneer medemensen Mijn Woord tot hen willen brengen dan ontbreekt het hun aan geloof en inzicht voor Mijn Liefde en genade Die hun een hulpmiddel schenkt opdat zij op aarde al hun doel bereiken kunnen, zich te verenigen met MIJ door de liefde.

Hoe bevattelijk is dit echter voor de mijnen die MIJ tot zich spreken laten en hetgeen zij van MIJ ontvangen, ook overeenkomstig Mijn Wil in praktijk brengen. Tot hen kan IK komen en aan hen kan IK MIJ openbaren, want zij zullen niet meer aan MIJ twijfelen. Zij nemen MIJ op in hun "hartewoning" en zijn in staat daarin ook Mijn Woord rechtstreeks te vernemen. Zij zullen Mijn Woord in hun hart ernstig overwegen en dienovereenkomstig ook naar Mijn Wil handelen.

Zij zullen ook de Woorden die IK eens op aarde sprak begrijpen, dat Mijn rijk niet van deze wereld is, maar innerlijk bestaat in de harten van Mijn kinderen. En Mijn "kinderen" zien MIJ ook als hun VADER DIE tot de zijnen komen wil, maar door de meeste mensen niet herkend wordt omdat zij zonder liefde leven. Maar, wie overeenkomstig Mijn Woorden handelt heeft ook de liefde in zich, zal daardoor ook tot inzicht komen, en hij zal met vreugde en blijdschap Mijn roep volgen - omdat hij MIJZelf herkend heeft.

Amen