Nell’ora del massimo bisogno molti uomini chiameranno Dio, ma non ogni chiamata proviene dal cuore, perché il pericolo in cui si trovano, toglie loro ogni capacità di pensare, e così parlano a Dio soltanto con le labbra e la loro preghiera si perderà inascoltata. Dio assisterà soltanto coloro che sono in grado di inviare i loro pensieri a Lui, anche se solo per momenti, o per salvarli dalla miseria corporea, oppure offrendo ancora Grazia alla loro anima prima della fine. Non sempre è da considerare la morte come maggior male, perché quando l’uomo di fronte alla morte ha trovato ancora Dio, questo è diventato un mezzo efficace per la sua salvezza che vale di più che la conservazione della vita del corpo nell’oscurità dello spirito. E per questo incalcolabilmente tanti uomini perderanno la loro vita in breve tempo, in parte per via dell’ammonimento per i loro prossimi, in parte per via della loro propria miseria. Ma anche dei giusti vengono richiamati dalla Terra, il cui corso di vita è terminato secondo la Volontà di Dio. Perché dove Dio Stesso è riconoscibile, dove la Forza della natura è in subbuglio, sottostanno alla Volontà di Dio, anche in questa cosa la Sua Volontà è determinante, chi ne è vittima. Dovranno lasciare la Terra maturi ed immaturi, ma se un’anima ha riconosciuto Dio ancora prima della sua morte, è assicurato anche il suo ulteriore sviluppo nell’aldilà e la vita terrena terminata è soltanto una benedizione per lei. E la miseria terrena sarà grande ed a tutti offre ancora la possibilità di trovare Dio, perché l’avvenimento della natura si annuncerà prima. Dei segni insoliti indicano un avvenimento straordinario, in modo che ogni uomo si possa ancora ravvedere prima ed anche attraverso i prossimi eventi verrà indicata la Potenza più sublime, la Guida del Cielo e della Terra, affinché l’uomo abbia tempo ed occasione di collegarsi con Lei in preghiera interiore. Ma ora si dimostra la lontananza dell’umanità da Dio, perché solo pochi Lo degnano, solo pochi si rivolgono a Lui per Protezione ed Aiuto nella loro paura ed oppressione. La maggior parte Lo rifiuta coscientemente ed incoscientemente, loro seguono lo spettacolo della natura sempre nella speranza di una subitanea fine, e l’ora della miseria li colpisce perciò ancora più potentemente, perché si sentono completamente abbandonati, perché a loro manca ogni fede. Ma anche di questi uomini lontani da Dio rimangono molti in vita, a cui Dio dà ancora la possibilità di giungere dopo alla conoscenza. E perderanno la loro vita uomini buoni e cattivi e conserveranno la loro vita degli uomini buoni e cattivi, perché questa catastrofe naturale non è ancora la separazione degli spiriti, ma soltanto un ultimo Ammonimento prima del Giudizio finale, da cui tutti gli uomini devono trarre il loro vantaggio. Ma sta a loro come valutare liberamente questo ultimo Ammonimento. Loro possono giungere alla conoscenza prima o dopo la funesta notte, ma possono anche conservare il loro vecchio pensare ed il grande avvenimento può rimanere senza impressione sulla loro anima. E così anche dopo saranno all’opera degli uomini nemici di Dio, per distruggere ogni fede in Lui e loro prenderanno questo evento della natura come la più grande dimostrazione della Sua Non-Esistenza, usciranno come i più grandi rinnegatori di Dio da un avvenimento che avrebbe dovuto ricondurli alla fede e la lotta s’infiammerà per questo apertamente tra coloro che l’avvenimento ha reso forti e credenti e coloro che ne sono sopravvissuto malgrado la loro assenza di fede; e così tutto va incontro alla fine, dopo che all’umanità è stato concesso ancora un breve tempo di Grazia fino all’ultimo Giudizio.
Amen
TraduttoreIn het uur van de grootste nood zullen veel mensen tot God roepen. Maar niet elke roep zal uit het hart komen, want het gevaar waarin ze verkeren, ontneemt hen alle vermogen om te denken. En dus zullen ze God alleen met hun lippen aanspreken en naar hun gebed zal niet worden geluisterd. Alleen zij, die in staat zijn hun gedachten naar Hem te sturen, al is het maar voor enkele ogenblikken, zal God bijstaan, om ze te redden uit hun lichamelijke nood, of om hun zielen nog genaden te verlenen voor hun einde.
De dood moet niet altijd als de grootste ramp worden beschouwd, want als de mens in het aangezicht van de dood de weg naar God heeft gevonden, is hij een werkzaam middel geweest voor zijn redding, die meer waard is dan het behoud van het lichamelijke leven in duisternis van geest.
En daarom zullen ontelbare mensen hun leven verliezen in korte tijd, deels als waarschuwing voor hun medemensen, deels vanwege hun eigen geestelijke nood. Maar ook rechtvaardigen, wier levensloop is voltooid volgens Gods Wil, worden weggeroepen van de aarde. Want waar God Zelf herkenbaar is, waar de krachten der natuur, die aan de Wil van God zijn onderworpen, in beroering raken, daar is ook Zijn Wil bepalend, wie aan dit gebeuren ten offer valt. Er zullen rijpe en onrijpe zielen van de aarde moeten weggaan. Maar als een ziel nog voor de lichamelijke dood God heeft herkend, is ook haar geestelijke hogere ontwikkeling in het hiernamaals verzekerd en is het beëindigde leven alleen een zegen voor haar.
En de aardse nood zal groot zijn en zal aan allen nog de mogelijkheid bieden de weg naar God te vinden. Want het natuurgebeuren zal zich vooraf aankondigen. Er zullen zich uit buitengewone tekens een ongewone gebeurtenis laten afleiden, zodat ieder mens zich nog kan bezinnen. En hij zal ook door medemensen worden gewezen op de hoogste Macht, de Bestuurder van de hemel en de aarde, zodat hij tijd en gelegenheid heeft zich met Hem te verbinden in innig gebed.
Maar nu toont zich de afstand van de mensheid tot God. Want slechts weinige nemen Hem aan. Slechts weinige wenden zich in hun angst en benarde toestand tot Hem om bescherming en hulp. De meesten wijzen Hem bewust en onbewust af. Ze volgen het schouwspel van de natuur op de voet, steeds in de hoop op een spoedige beëindiging. En het uur van de nood treft hen daardoor des te geweldiger, omdat ze zich volkomen verlaten voelen, daar hen elk geloof ontbreekt. Maar ook van deze mensen, die op grote afstand van God zijn, blijven er vele in leven, aan wie God nog de mogelijkheid geeft naderhand tot inzicht te komen.
Goede en slechte mensen zullen hun leven verliezen en goede en slechte mensen zullen hun leven behouden. Want deze natuurcatastrofe is nog geen scheiding der geesten, maar alleen een laatste waarschuwing voor het laatste oordeel, waaruit alle mensen het nut voor hun ziel moeten trekken.
Maar het staat hen vrij, hoe ze deze waarschuwing benutten. Ze kunnen tot inzicht komen, voor of na de rampzalige nacht, maar ze kunnen ook blijven vasthouden aan hun oude denken en het grote gebeuren kan ook geen indruk maken op hun ziel. En zo zullen ook naderhand mensen, die God vijandig gezind zijn, aan het werk zijn om elk geloof in God te vernietigen. En ze zullen dit natuurgebeuren aanvoeren als het grootste bewijs, dat Hij niet bestaat. Ze zullen als grootste ontkenners van God tevoorschijn komen uit een gebeuren, dat hen tot het geloof moest terugbrengen. En de strijd zal daarom openlijk ontbranden tussen diegenen, die het gebeuren sterk en gelovig heeft gemaakt, en diegenen, die het hebben overleefd ondanks hun ongeloof. En dus gaan allen het einde tegemoet, nadat de mensheid nog een korte tijd van genade is toegekend tot aan het laatste oordeel.
Amen
Traduttore