La materia è in stretto collegamento con la Terra e non si potrà perciò mai staccare da questa. La materia è qualcosa di afferrabile e visibile, quindi qualcosa di terreno, al contrario dello spirituale, che appartiene al Regno ultraterreno. Qualcosa di spirituale si allontanerà sempre dalla Terra, mentre la materia è strettamente unita con la Terra, dato che la Terra stessa sussiste di sostanze terrene, quindi di materia. Di conseguenza la materia appartiene alla Terra, cioè materia aspira a materia, mentre lo spirito nell’uomo come tutto lo spirituale non sviluppato spinge verso lo stesso spirituale. Sotto il Regno spirituale è da intendere tutto ciò che si trova al di fuori della Terra, cioè tutto ciò che non è materia e dove non potrebbe nemmeno sussistere la materia. I confini dell’esistente sono stabiliti ben saggiamente, e questi confini non possono nemmeno essere lasciati inosservati. Tutto ciò che è da contrassegnare come appartenente alla Terra, non potrà mai staccarsi dalla Terra, perché tutto lo spirituale immaturo è stato legato nella materia con la sua caduta da Dio e non si può liberare da questa, finché non ha raggiunto un certo grado di maturità, che richiede un tempo più o meno lungo. Di conseguenza lo spirituale è anche rispettivamente lungo vicino alla Terra.
Interruzione
Il resto della Comunicazione Nr. 1969 si trova probabilmente nel libro 29, le Comunicazioni Nr. 1970 - 2019 sono andate perdute.
TraduttoreDe materie staat in het nauwste verband met de aarde en zal zich hier daarom nooit van los kunnen maken. Materie is iets tastbaars en zichtbaars, dus iets aards, in tegenstelling tot het geestelijke, dat dus tot het bovenaardse rijk behoort. Iets geestelijks zal zich steeds van de aarde verwijderen, terwijl de materie nauw met de aarde verbonden is, omdat de aarde zelf uit stoffen, dus uit materie, bestaat. Bijgevolg behoort de materie tot de aarde. Dat wil zeggen dat de materie naar de materie streeft, terwijl de geest in de mens evenals al het onontwikkelde geestelijke tot hetzelfde geestelijke aandringt.
Onder het geestelijke rijk moet alles verstaan worden, wat buiten de aarde ligt. Dat wil zeggen alles, wat geen materie is en waar ook geen materie zou kunnen bestaan. De grenzen van wat bestaat, zijn wijselijk vastgelegd. En deze grenzen kunnen ook niet buiten beschouwing gelaten worden. Alles wat als tot de aarde behorend op te tekenen valt, zal zich nooit van de aarde los kunnen maken, want al het onrijpe geestelijke is bij zijn afval van God in de materie gebonden en het kan zich zo lang niet van haar vrij maken, dan tot het een bepaalde graad van rijpheid bereikt heeft, wat langere of kortere tijd nodig heeft. Bijgevolg is ook het geestelijke dienovereenkomstig lang in de nabijheid van de aarde. (Onderbreking)
De rest van boodschap nummer 1969 is vermoedelijk met boek 29, kennisgevingen nummers 1970 – 2019, verloren gegaan.
Traduttore