• Indietro

L’attività mondana - Il tendere spirituale e la Forza per questo

Gli obblighi di questo mondo esigono dagli uomini l’attività faticosa, ed ognuno avrà tutto l’intesse di dedicarsi a questa il più possibilmente in modo esclusivo. Ed ogni distrazione che il tendere spirituale porta a volte con sé, viene considerato come impedimento all’attività terrena e rispettivamente non approvata da coloro che stanno al di fuori di coloro che sono sulla direttiva spirituale, cioè da coloro che nell’attività terrena vedono il primo esaudimento della vita. E questi uomini pretendono ora anche dai prossimi un totale sorgere nel lavoro terreno, e non pensano quanto quest’ultimo sia non importante e senza valore, se non viene esercitata contemporaneamente l’attività spirituale e solo con questa il compito terreno viene giustamente risolto. Ambedue le cose insieme saranno sempre di Benedizione, ed il Signore dà a chiunque la che chiede, la Forza necessaria per poter assolvere la sua attività terrena, se soltanto pensa ed assolve prima al compito spirituale, perché il Signore ha posto come vera condizione per l’esistenza terrena il perfezionamento dell’anima. Solo a questo scopo ha concesso all’uomo la Grazia dell’incorporazione, e quindi per prima questa dev’essere assolta seriamente, e poi è data anche ogni garanzia per l’esaudimento dell’attività terrena. Certo, l’anima che ha trovato la retta via, vorrà ora molto malvolentieri percorrere la via della materia, a lei il lavoro terreno sembra inutile, ed una certa malavoglia si farà notare in colui, che con fervore segue il tendere spirituale, ma allora è anche soltanto necessaria l’intima preghiera pienamente credente e questo malessere sarà presto scomparso. L’anima si adegua all’esigenza postale, ed adempie volenterosa il suo compito terreno, ma dando il suo unico amore all’eterna Divinità, ed in vista a Questa percorre d’ora in poi la sua via terrena, ma per la Benedizioni di tutti coloro che stanno nella regione della sua attività d’amore. Ed ora seguono tempi della totale sottomissione alla Volontà di Dio. E questo è di un valore così inestimabile, perché l’uomo che segue con occhi aperti la via di un tale figlio terreno, riconosce la Guida del Signore. Il lavoro spirituale avrà degli effetti ancora molto più benefici, ed il Signore dà la Sua Benedizione anche in riferimento terreno, dove si pensa per primo al vero compito terreno. Perché non diventate infedeli, se credete a rischio la vostra attività terrena. Il Padre nel Cielo conduce il destino di ognuno con Mano amorevole, e ad ognuno è a disposizione la Forza spirituale nella misura più ricca, se soltanto desidera usarla ed ora gli è anche accessibile illimitatamente. Ed Egli guarda compiacente ai Suoi figli, che sono pronti a servire soltanto Lui. Li benedirà in questa vita come anche in quella dell’aldilà e li proteggerà dal naufragio corporeo e spirituale.

Amen

Wereldse bedrijvigheid – Geestelijk streven en de kracht daarvoor

De wereldse verplichtingen vereisen van de mensen een ingespannen actief zijn en iedereen zal er volop belang bij hebben om zichzelf hier zo veel mogelijk aan te wijden. En elke afleiding, die geestelijk streven soms met zich meebrengt, wordt als hinderlijk voor de aardse werkzaamheid en dienovereenkomstig als impopulair beschouwd door degenen, die buiten de geestelijke stroming staan, respectievelijk degenen, die in de aardse werkzaamheid de eerste vervulling van hun leven zien. En deze mensen eisen nu ook van de medemensen een volledig opgaan in de aardse arbeid. En ze denken er niet aan, hoe onbelangrijk en waardeloos dit laatste is, als niet tegelijkertijd het geestelijk werkzaam zijn beoefend wordt en pas daardoor de aardse opdracht juist vervuld wordt.

Beide tezamen zullen steeds tot zegen zijn en de Heer geeft daarom steeds de benodigde kracht aan de vragende mens om zijn aardse werkzaamheid te volbrengen, als hij maar eerst aan de geestelijke opdracht denkt en haar volbrengt. Want de Heer heeft als werkelijke voorwaarde voor het bestaan op aarde de vervolmaking van de ziel gesteld. Hij heeft alleen voor dit doel de mensen de genade van de belichaming verleend en dus moet hier nu ook eerst gevolg aan gegeven worden en dan is voor het vervullen van de aardse werkzaamheid elke garantie gegeven.

Weliswaar zal de ziel, die de juiste weg nu gevonden heeft, met tegenzin de weg van de materie willen gaan. Voor haar zal de aardse arbeid nutteloos lijken, en een zekere tegenzin zal zich laten bespeuren bij degenen, die zich met ijver wijden aan het geestelijke streven. Maar dan is ook alleen het innige, vertrouwensvolle gebed nodig en deze kwade toestand zal dan heel spoedig overwonnen zijn. De ziel schikt zich in de haar opgelegde verplichting en ze vervult bereidwillig haar aardse opdracht. Ze schenkt echter haar hele liefde aan de eeuwige Godheid. En met het oog hierop gaat ze voortaan haar weg over de aarde, maar tot zegen voor iedereen, die binnen het bereik van haar liefdeswerken staan.

En nu volgen er tijden van volledige onderwerping aan de wil van God. En dit is van onnoemelijke waarde, want de mens, die met open ogen de weg van zo’n mensenkind volgt, herkent de genadevolle leiding van de Heer. De geestelijke arbeid zal een nog veel zegenrijker effect hebben. En de Heer geeft Zijn zegen ook in aards opzicht, waar in de eerste plaats aan de ware opdracht op aarde gedacht wordt.

Wordt daarom niet kleingelovig, als jullie geloven, dat jullie aardse werkzaamheid in gevaar verkeert. De Vader in de hemel leidt elk noodlot met liefdevolle hand en een ieder staat in rijkste mate geestelijke kracht ter beschikking en ze is voor hem nu ook onbeperkt toegankelijk, als hij deze kracht maar wenst te gebruiken. En Hij kijkt vol welgevallen naar Zijn kinderen, die bereid zijn om alleen Hem te dienen. Hij zal hen zegenen, zowel in dit leven, alsook in het leven in het hiernamaals en Hij zal hen behoeden voor lichamelijk en geestelijk verval.

Amen