• Indietro

L’Amore – L’esaudimento – - La Fonte della ricchezza spirituale

Quello che avverrà nel tempo più breve, ti renderà totalmente credente, perché la tua preghiera giunge al Signore e troverà l’esaudimento. Vedi, figlia Mia, è la Mia Volontà che la tua percezione sia approfondita, dev’essere concluso un Patto fra Me e te, che rimarrà eternamente, e se non è consolidato attraverso tutte le prove, c’è sempre il pericolo dell’appiattimento. Si sottrae alla conoscenza umana quanto responsabile sia una lotta nella vita terrena, ma un sapere senza limiti su questa influenzerebbe il modo del libero agire. Il senso della vita però è il tendere verso Dio dalla totale libera volontà, inconsapevole della Magnificenza o dannazione che lo attende. Perché quando un essere agisce per calcolo, ogni fare e non fare perde in valore. L’uomo dev’essere spinto dall’amore e questo deve di nuovo essere la spinta più interiore, ma la giusta misura dell’amore da sola è già il desiderio rivolto verso l’Alto, perché Io Stesso Sono l’Amore, chi dunque ha Me in sè attraverso il suo agire nell’amore, si lascia pure afferrare da Me senza resistenza e guidare nel Mio Regno. Quindi il figlio terreno può essere messo davanti al compito più grande senza preoccupazione, egli svolgerà questo compito per propria spinta, perché se dapprima era attivo l’amore, deve soltanto essere stimolato e consolidato attraverso continue resistenze, perché le pretese della vita che si presentano ad un figlio terreno posto davanti ad un tale compito, sono indicibilmente grandi. Deve potersi affermare verso tutte le animosità dall’esterno, lui stesso dev’essere sapiente in modo straordinario e potersi affermare contro obiezioni da parte nemica, deve fortificarsi, che è impossibile senza lotta interiore. Ma all’uomo non viene data nessuna funzione senza il necessario apporto di Forza, e l’uomo non riconosce molto spesso il vero scopo di una apparente ricaduta, che è sempre un mezzo contro tiepidezza ed affaticamento dello spirito. Avrà la piena comprensione solamente, quando in retrospezione osserva la sua vita terrena, ma se cammina ancora sulla Terra, viene preso sovente da timore, ed in un tale timore invoca intimamente il Padre celeste per l’Aiuto. E così il Patto con Me viene concluso con maggior fermezza; la sua fede di rifugiarsi in Me, viene ricompensata e nella misura rafforzata gli viene apportata la Grazia. Vedi, la separazione da Me è la sofferenza più amara che può minacciare il figlio terreno, ma chi si spaventa che Io potessi abbandonarlo, ha il Mio pienissimo Amore, perché il suo desidera appunto Me, come dovrà allora temere, che Io gli allontani la Mia Grazia? La sua nostalgia deve essere sempre più grande, affinché Io lo possa provvedere con il Mio Amore. Ogni Nutrimento spirituale è la dimostrazione più alta del Mio Amore, e non dovrà mai più aver fame né sete colui, che diventa degno di questo Cibo, e così l’amore per Me è anche contemporaneamente l’esaudimento della nostalgia, perché chi Mi ama, riceve. Lasciate che il mondo tenda ai beni terreni e badi, dove si trova la vera felicità: sempre soltanto là, dove il puro amore riempie il cuore, l’amore che è pronto a dare. Ma finché l’amore diventa mobile solo per il bene terreno, l’amore che vuole possedere, fino ad allora non genererà nemmeno una felicità e pace interiori. Se ora l’amore si rivolge a Me, quando Mi vuole dare, e cioè sé stesso a Me, allora questo amore susciterà indicibili delizie, perché Io Stesso voglio Essere l’Esaudimento. La più flebile supplica rivolta a Me deve bastare, affinché il figlio terreno senta la Mia Voce, dev’essere contrassegnato visibilmente sulla Terra, che è sostenuto da Forza spirituale e d’ora in poi cammina nel Mio Amore. La Mia Grazia è sempre ed in eterno la Fonte di Vita, e chi sta nel Mio Amore, può attingere in continuazione da questa Fonte, non dovrà mai languire né soffrire e può raccogliere la ricchezza spirituale, e non vi sarà fine della gioia che gli prepara il Mio Amore. E questa è destinata a coloro che vedono in Me il loro Signore, che si sottomettono sempre a Me e Mi portano amore ed onore. Ma Io Mi chino a loro come Padre, il Quale attira a Sé nel profondissimo Amore i Suoi figli, perché in questo mondo continua a vivere ciò che il Mio Amore ha creato, ma tutto ciò che è creato da Me dev’anche essere uno con Me. Se ora per propria spinta desidera Me come suo Creatore e Padre, la Mia Gioia è indescrivibile, perché il Mio Amore è per voi, figli Miei, eternamente. E per voi dev’essere la più sublime Beatitudine il ritorno nella Casa del Padre.

Amen

Liefde – Vervulling – Bron van geestelijke rijkdom

Wat de laatste tijd gebeurt, zal jou volkomen gelovig maken, want jouw gebed dringt door tot de Heer en zal verhoord worden. Zie, Mijn kind, het is Mijn wil dat jouw gevoel verdiept wordt. Er moet een verbond gesloten worden tussen Mij en jou, die eeuwig voort zal duren. En als hij niet door alle beproevingen verstevigd is, bestaat altijd het gevaar van vervlakking. Het menselijke begrip heeft geen zicht op de verantwoordelijkheid van de strijd in het leven op aarde. Een onbegrensde kennis daarvan zou de vrije handelswijze echter beïnvloeden. Maar de bedoeling van het leven is om uit volledig vrije wil te streven naar God, onbewust van de op hem wachtende heerlijkheid of verdoemenis. Want als een wezen berekenend handelt, verliest ieder doen en laten aan waarde.

De liefde moet de mensen drijven en dit moet weer de innerlijke drang zijn. Maar de juiste mate van liefde is alleen al het verlangen naar boven, want Ik Zelf ben de liefde. Wie Mij dus in zich heeft door zijn werken in liefde laat zich als het ware zonder tegenstand door Mij vastpakken en naar de overkant in Mijn rijk leiden. Het mensenkind kan dus onbezorgd voor de grootste opdracht geplaatst worden en het zal uit eigen aandrang deze opdracht vervullen, omdat in de eerste plaats de liefde werkzaam was. Het moet alleen voortdurend door tegenstand aangespoord en bevestigd worden, omdat de eisen van het leven, die aan een voor zo’n opdracht staand mensenkind gesteld worden, onnoemelijk groot zijn. Het moet zich staande kunnen houden tegenover alle vijandelijkheden van buiten. Het moet zelf buitengewoon wetend zijn en zich kunnen verweren tegen tegenwerpingen van vijandelijke zijde. Het moet sterker worden, wat zonder innerlijke strijd onmogelijk is.

Maar geen ambt wordt aan de mens gegeven zonder de benodigde kracht te schenken. En de mens beseft zeer vaak niet het ware doel van een schijnbare tegenslag, die altijd een middel is tegen lauwheid en vermoeiing van de geest. Hij zal pas volledig begrip krijgen, wanneer hij op zijn leven op aarde terugkijkt. Maar zolang hij nog op aarde vertoeft, overvalt hem vaak de angst en hij roept in deze angst de hemelse Vader innig aan om hulp. En zo wordt de band met Mij steeds sterker gesmeed. Het geloof van wie tot Mij zijn toevlucht neemt, wordt beloond en in versterkte mate wordt hem genade toegevoerd.

Zie, de scheiding van Mij is het bitterste leed dat het kind van de aarde kan bedreigen. Maar wie ervan schrikt dat Ik hem zou kunnen verlaten, heeft Mijn volste liefde, want zijn hart verlangt immers naar Mij. Waarom zou het dan nog moeten vrezen dat Ik Mijn genade van hem afwendt? En zijn vurige verlangen moet alsmaar groter worden, opdat Ik hem bedenken kan met Mijn liefde. Iedere geestelijke spijziging is het hoogste bewijs van Mijn liefde, want wie deze spijs waardig wordt, zal nooit honger of dorst hebben. En zo is de liefde voor Mij gelijktijdig ook de vervulling van het vurige verlangen, want wie Mij liefheeft, ontvangt. Laat de wereld streven naar aardse goederen en let er op waar wel het ware geluk te vinden is. Altijd alleen maar daar waar zuivere liefde de harten vervult. Liefde, die tot geven bereid is. Maar zolang alleen maar de liefde voor aardse goederen actief wordt, liefde die bezitten wil, zolang zal ze ook geen innerlijk geluk en innerlijke vrede voortbrengen.

Als de liefde zich nu naar Mij toekeert, wanneer ze aan Mij geven wil en wel zichzelf aan Mij in eigendom, dan zal deze liefde onnoemelijke gelukzaligheden teweegbrengen, want Ik Zelf wil de vervulling zijn. Het zachtste smeken tot Mij zal voldoende zijn, zodat het kind van de aarde Mijn spreken verneemt. Het zal op aarde zichtbaar te onderscheiden zijn dat geestelijke kracht het kind ondersteunt en het voortaan in Mijn liefde wandelt. De bron van het leven is eeuwig en altijd Mijn genade en wie in Mijn liefde staat, die kan onophoudelijk putten uit deze bron. Hij zal nooit gebrek lijden en leed nodig hebben en hij zal geestelijke rijkdom verzamelen en aan de vreugde, die Mijn liefde voor hem bereidt, zal geen einde komen. En dit is voor hen bestemd die in Mij de Heer zien. Die zich altijd aan Mij onderwerpen en Mij liefde schenken en eer brengen. Maar Ik buig Mij als Vader naar hen toe, Die in diepste liefde Zijn kinderen tot Zich trekt. Want in deze wereld leeft wat Mijn liefde eens geschapen heeft. Toch moet alles uit Mij ook één zijn met Mij. Maar als het nu uit eigen aandrang naar Mij als zijn Schepper en Vader verlangt, is Mijn vreugde onbeschrijfelijk, want Mijn liefde geldt voor jullie, Mijn kinderen, eeuwig. En jullie terugkeer in het Vaderhuis zal voor jullie de hoogste zaligheid zijn.

Amen