• Retour

Noël

Tous les Anges dans le Ciel exultaient et se réjouissaient lorsque Je suis descendu sur la Terre pour racheter les hommes. Ils savaient que leurs frères tombés étaient perdus pour l’éternité sans salut si Je ne M’étais pas attendri sur leur sort, si Je n'avais pas cherché et trouvé une voie par laquelle ils pouvaient de nouveau revenir à Moi. Et ils étaient bienheureux à la pensée de savoir de nouveau leurs frères tombés de retour après un tourment infiniment long dans l’état lié du pouvoir opposé. J'ai eu compassion pour l'humanité qui n'était pas capable de se libérer elle-même de ce pouvoir, qui avait absolument besoin d'Aide, d’un Sauveur qui éteigne leur grande faute, qui accomplira l'Œuvre d'Expiation pour l'humanité qui n’en était pas capable. Et J’ai envoyé Mon Fils sur la Terre. Moi-même Je suis descendus sur la Terre pour racheter les hommes, et Je devais le faire dans une forme humaine dans laquelle Moi-même J’aurais pris demeure pour accomplir en tant qu’«Homme» cette Œuvre de Libération, parce que Je ne pouvais pas souffrir en tant que «Dieu». Donc Je n'aurais pas pu expier la faute qui obstruait pour les hommes la voie vers la béatitude. Pour cette raison l’enfant Jésus vint dans le monde, en Lui se cachait une Âme de Lumière qui maintenant Me préparait une demeure humaine dans un lieu que Je pouvais prendre comme lieu de séjour pour accomplir l'Œuvre de Libération pour l'humanité. Tous les Anges dans le Ciel exultaient lorsque J'entrai dans l'enveloppe de l’enfant Jésus, lorsque Je Me suis abaissé à la plus profonde bassesse et Mon Esprit divin remplissait totalement l'enfant Jésus, de sorte que déjà à sa Naissance il se produisait des Miracles de genre des plus divers. Chaque événement dans la nature et dans l’enfant même indiquait l'extraordinaire mission que cet enfant avait à accomplir, et ceux qui étaient autour de Lui, reconnaissaient la Lumière qui brillait en Lui ; ils savaient que c’était une Lumière qui venait d'en haut et qui brillait clairement. Et ils Me remerciaient à genoux pour leur avoir envoyé le Sauveur qui devait les libérer de la misère la plus grande. Parce que qu’ils M'étaient adonnés dans l'amour, ils percevaient leur misère spirituelle au milieu du monde sans amour, qui était le règne de Mon adversaire. Et au milieu de ce monde coupable Je Me suis incorporé, et Je devais M’affirmer comme Homme Jésus au milieu de ce monde. J’ai dû limiter Ma Plénitude de Lumière et adapter Mon Âme à la sphère dans laquelle J’avais pris demeure. Je devais renoncer pour ainsi dire à la «Lumière», mais Je n'ai pas renoncé à l'«Amour» en Moi qui éclatait très fort pour les frères souffrants qui étaient tombés dans l'abîme. Et cet Amour était la Force en Moi qui Me servait pour pouvoir accomplir l'Œuvre de Libération en tant qu’Homme. L'Amour M’a fait descendre sur la Terre, et l'Amour Me poussait à spiritualiser totalement Mon Corps, de sorte que Corps, Âme et Esprit deviennent Un et puissent ainsi suivre entièrement l'Amour divin Qui Se cachait en Moi, qui avait choisi comme demeure Mon Corps pour souffrir et mourir en tant qu’Homme pour l'humanité coupable, pour éliminer sa faute et ouvrir de nouveau la Porte dans le Règne de la Lumière qui était fermée à cause de la chute de Moi et restait fermée pour chaque entité tombée jusqu'au jour de Ma mort sur la Croix, de la grande Œuvre de Libération, qui ouvrait de nouveau les Portes et libérait la voie vers la Maison du Père, vers Moi et vers la Vie Eternelle.

Amen

Kerstmis

Alle engelen in de hemel jubelden en juichten, toen Ik naar de aarde afdaalde om de mensen te verlossen. Ze wisten dat hun gevallen broeders voor eeuwig reddeloos verloren waren, wanneer Ik Me niet over hen zou hebben ontfermd, wanneer Ik niet een weg had gezocht en gevonden waarover ze weer naar Mij terug konden keren. En ze waren gelukkig door de gedachte hun gevallen broeders weer gered te weten na eindeloos lange kwelling van de kluistering door een vijandige macht.

Ik werd bewogen door medelijden met de mensheid, die niet in staat was zichzelf te bevrijden uit die macht, die onherroepelijk hulp nodig had. Een Redder, die haar grote schuld teniet deed, die het werk van verzoening volbracht voor de mensheid die daartoe niet in staat was.

En Ik zond Mijn Zoon naar de aarde. Ik Zelf daalde af naar de aarde om de mensen te verlossen en moest dit doen in een menselijke gedaante, waarin Ik Zelf Mijn intrek heb genomen, om als “mens” dit verlossingswerk te volbrengen, omdat Ik als “God” niet kon lijden, dus ook niet de schuld zou hebben kunnen aflossen, die de mensen de weg naar de gelukzaligheid versperde.

Daarom kwam het Kindje Jezus naar de aarde, die een Ziel van het licht in Zich droeg, die voor Mij nu de menselijke woning bereidde tot een plaats, waarin Ik kon verblijven om het werk van de verlossing voor de mensheid te volbrengen.

Alle engelen in de hemel jubelden Me toe, toen Ik de omhulling van het Kindje Jezus betrok, toen Ik Me in diepste nederigheid neerboog en Mijn goddelijke Geest het Kindje Jezus geheel vervulde, zodat bij Zijn geboorte al wonderen geschiedden van de meest uiteenlopende aard. Al het gebeuren in de natuur en bij het Kindje Zelf wees op de buitengewone missie die dit Kindje te vervullen had. En die rond hem stonden onderkenden ook het licht dat uit Hem straalde. Ze wisten dat het een licht was dat van boven kwam en helder straalde.

En ze dankten Mij op hun knieën, dat Ik hun de Redder had gezonden, die hen moest bevrijden uit de grootste nood. Want die Mij in liefde waren toegedaan, werden ook hun geestelijke nood gewaar temidden van de liefdeloze wereld, die het rijk van Mijn tegenstander was. En temidden van deze zondige wereld heb Ik Me belichaamd. Ik ontmoette zonde en liefdeloosheid en Ik moest Me als mens Jezus waarmaken temidden van deze wereld. Ik moest Mijn uitstraling van Licht inperken en Mijn Ziel aanpassen aan de sfeer waarin ze verblijf had genomen. Ik moest als het ware het “licht” opofferen, maar de Liefde in Mij, die buitengewoon opvlamde voor de lijdende broeders die in de diepte waren gevallen, gaf Ik niet prijs. En deze Liefde was de kracht in Mij, die Ik nodig had om het verlossingswerk als mens te kunnen volbrengen.

De Liefde deed Mij naar de aarde afdalen. En de Liefde zette Me aan, Mijn lichaam geheel te vergeestelijken, zodat lichaam, Ziel en Geest volledig één werden en zich zo helemaal bij de goddelijke Liefde konden aansluiten. De Liefde die zich in Mij ophield, die Mijn lichaam tot verblijfplaats had gekozen om als mens te lijden en te sterven voor de zondige mensheid. Om de schuld van de mensheid af te lossen en weer de poort naar het lichtrijk te openen, die door de afval van Mij gesloten was en bleef voor al het gevallen wezenlijke, tot aan de dag van Mijn kruisdood. De dag van het grote werk van erbarmen, dat de poorten weer opende en de weg vrij maakte naar het vaderhuis, naar Mij en het eeuwige leven.

Amen