Chacun porte en soi un silencieux réprobateur qui le pousse ou l’avertit d’une manière imperceptible, mais qui se manifeste si doucement qu’il peut facilement ne pas être entendu si l'homme ne s’en occupe pas. Ce réprobateur en vous est aussi une Grâce de Dieu, un Moyen d'aide que l’Amour de Dieu emploie, un Don qui est donné à chaque homme, mais dont il doit aussi s’occuper s'il doit avoir un but. Tant que l‘homme veut vivre d’une manière droite et juste, il s’occupera toujours de ce que la voix intérieure dit, il se sentira entravé lorsqu’il entend commettre une injustice, et percevra une douce poussée là où il s’agit d'accomplir de bonnes œuvres, parce que le réprobateur en lui peut se manifester dans l'homme qui est de bonne volonté. Mais la «voix de la conscience» peut aussi être très facilement étouffée par des séductions qui résonnent plus fort et pour cela elles sont écoutées, cependant elles ne sont jamais pour le salut de l'âme. Alors l'homme devient obtus, il lui est indifférent que son action soit bonne ou mauvaise. Il suit toutes les stimulations qui lui apportent un avantage terrestre et n'écoute plus lorsque la voix de la conscience voudrait se faire remarquer. Mais cette insensibilité pour la voix de la conscience est sa propre faute, parce que le silencieux réprobateur se trouve dans le cœur de chaque homme, il peut être repoussé ou consciemment entravé à se manifester, et cela se passe lorsque l'homme agit contre la mise en garde ou l’avertissement intérieur et donc il étouffe la voix douce, parce que Dieu n'emploie aucune contrainte de volonté, et ce serait une contrainte de volonté si la voix intérieure malgré le refus se poussait toujours plus fort en avant et avec cela l'homme deviendrait non-libre dans sa volonté et ses actes. Chaque Don de Grâce de Dieu doit être exploité dans la libre volonté, s'il ne veut pas manquer son effet. Mais c’est un succès maximum lorsque l'homme se laisse guider entièrement de l'intérieur. Si dans chaque décision de faire ou de ne pas faire il demande conseil à lui-même, s'il demande à Dieu de le guider pour faire toujours le juste dans Sa volonté, et qu’ensuite il se laisse guider par Lui, alors la voix résonnera en lui de façon toujours plus claire et compréhensible, elle ne pourra alors plus être couverte par la voix du monde. Alors l'homme se pose consciemment sous la Conduite de l'Esprit, parce qu'il reconnaît en lui Son Action et sait que c’est la Voix de Dieu qui maintenant le guide et le mène, qui l'instruit et est à son coté pour le conseiller. Le silencieux réprobateur dans l'homme, la voix de la conscience, peut donc être poussé par l'homme lui-même à se manifester de plus en plus fort, toujours lorsqu’il est disposé à l'écouter et à suivre ses exigences, chose qui se passera seulement chez les hommes qui mènent une vie dans l'amour. Il n'y a alors plus d’obstacles pour l’étincelle spirituelle qui voudraient se manifester, alors elle peut sortir et agir ouvertement sur l'homme, cela ne signifie alors plus une contrainte de volonté, parce que la volonté est alors aussi disposée à se mettre sous la Conduite divine-spirituelle. Alors l'homme mène une vie intérieure, il s’examine constamment avec son guide intérieur, il sait que c’est la Voix de Dieu, qui résonne en lui, qui l'avertit et le met en garde, qui le guide sur toutes ses voies. Alors son chemin de vie sera aussi selon la Volonté de Dieu, parce que l'Esprit en lui agit toujours seulement dans la Volonté de Dieu sur l'homme. Aucun homme ne doit passer à travers la vie terrestre sans le réprobateur et l’avertisseur intérieur, parce qu'il parlera à tous les hommes tant que ceux-ci ont encore besoin d’un guide, tant qu’ils sont encore indécis pour agir dans le bien ou bien aussi dans le mal, mais dès que la volonté se développe vers le mal, la voix devient toujours plus plaintive et à la fin elle peut totalement devenir muette, s'il ne se produit pas un changement soudain. Tant que l'homme vit, Dieu cherche toujours de nouveau à lui parler intérieurement et à toucher sa conscience, mais il n'exerce aucune contrainte sur sa volonté et il lui laisse toujours sa liberté.
Amen
TraducteursIeder heeft een stille maner in zich die hem onmerkbaar dringt of waarschuwt, die zich echter zo zachtjes uit dat hij gemakkelijk niet gehoord kan worden wanneer de mens geen acht op hem slaat. Deze maner in u is ook een genade van God, een hulpmiddel dat door de Liefde Gods wordt gebruikt, een geschenk dat ieder mens is gegeven, maar waar ook acht op moet worden geslagen, wil het zin hebben. Zolang de mens juist en rechtvaardig wil leven, zal hij ook steeds aandacht schenken aan wat de innerlijke stem hem zegt. Hij zal zich gehinderd voelen wanneer hij op het punt staat een onrechtvaardigheid te begaan. En hij zal een zacht aandringen in zich vernemen als het er om gaat goede werken te verrichten. Want de maner in hem kan zich uiten bij mensen die van goede wil zijn.
Maar de “stem van het geweten” kan ook heel gemakkelijk worden verstikt of overstemd door verlokkingen die luider klinken en daarom eerder worden aangehoord, maar die nooit de ziel tot heil strekken. Dan stompt de mens af. Het is hem onverschillig of dat wat hij doet goed of slecht is. Hij geeft gevolg aan alle opwellingen die hem aards voordeel opleveren. En hij luistert er niet meer naar, wanneer de stem van het geweten zich kenbaar wil maken. Maar deze ongevoeligheid voor het spreken van het geweten is zijn eigen schuld, want de stille maner bevindt zich in ieder mensenhart.
Hij kan echter verdrongen of bewust verhinderd worden zich te uiten. En dat gebeurt wanneer de mens tegen de innerlijke aanmaning of waarschuwing in handelt en daardoor deze fijne stem tot zwijgen brengt. Want God dwingt de wil niet en een dwingen van de wil zou het zijn, als de innerlijke stem ondanks afweer zich steeds luider op de voorgrond zou plaatsen en de mens daardoor onvrij werd in zijn willen en handelen. Elke genadegave van God moet vrijwillig worden benut, wil ze haar uitwerking niet mislopen.
Maar het beste resultaat krijgt men, wanneer de mens zich helemaal van binnen uit zal laten leiden. Wanneer hij bij al zijn doen en laten tevoren bij zichzelf te rade gaat, wanneer hij vanuit de wil om steeds het goede te doen, God vraagt om Zijn leiding en zich dan zal laten leiden door Hem. En dan zal de stem steeds helderder en begrijpelijker in hem weerklinken. Dan zal ze niet meer door de stem van de wereld overstemd kunnen worden. Dan plaatst de mens zich bewust onder de leiding van de Geest. Want hij herkent bij zichzelf diens werkzaam zijn en hij weet dat het de stem van God is die hem nu stuurt en leidt, die hem onderricht en hem met raad ter zijde staat.
De stille maner in de mens, de stem van het geweten, kan dus door de mens zelf ertoe worden gebracht zich luider te uiten, wanneer hij altijd bereid is naar hem te luisteren en zijn aansporingen op te volgen. Dat zal echter alleen gebeuren bij mensen die een leven in liefde leiden. Dan zijn er geen hindernissen meer voor de Geestvonk die zich graag wil uiten. Dan kan hij op de voorgrond treden en openlijk op de mensen inwerken. Dan betekent dat geen gedwongen wil meer, want de wil is dan zelf bereid zich onder de goddelijk-geestelijke leiding te plaatsen. En dan leidt de mens een innerlijk leven. Hij beraadslaagt voortdurend met zijn innerlijke leider. Hij weet dat het Gods stem is die in hem weerklinkt, die hem waarschuwt en aanmaant, die hem leidt op al zijn wegen. En dan zal zijn levenswandel ook volgens de wil van God zijn, omdat de Geest in hem steeds alleen vanuit Gods wil op de mens inwerkt.
Zonder de innerlijke maner en waarschuwer hoeft geen mens door het aardse leven te gaan. Want hij zal alle mensen aanspreken zolang deze nog te leiden zijn, zolang ze nog besluiteloos zijn om goed of slecht te handelen. Maar zodra de wil tot het kwade overweegt, wordt de stem steeds zachter en kan tenslotte helemaal verstommen, wanneer er niet een plotselinge verandering plaatsvindt. Maar zolang de mens leeft, probeert God hem steeds weer innerlijk aan te spreken en zijn geweten te treffen. Hij oefent echter geen enkele dwang uit op diens wil, Hij zal hem steeds de vrijheid laten.
Amen
Traducteurs