• Retour

Le Plan de déification des êtres

Mon Plan de Libération s'étend sur des temps infinis, le Plan de Libération du spirituel mort, de divinisation des êtres créés, dont la décision de volonté a été autrefois orientée d’une manière fausse et donc il est nécessaire d’un temps infini pour donner à nouveau à leur volonté la juste direction, parce qu'eux-mêmes se sont modifiés dans l'opposé de MOI, mais un jour ils doivent de nouveau devenir à Mon «image». Le processus de ce changement ou de cette transformation demande un temps infiniment long, parce qu'il doit se dérouler dans l'Ordre selon la Loi, autrement il se créerait un chaos inévitable et le but final de Mon Plan de Salut ne serait jamais plus atteint. La Loi Fondamentale de Mon Ordre éternel est et reste l'Amour. Il est donc seulement possible d’atteindre un retour vers Moi, lorsque Je donne à tout ce qui est mort, à tous les êtres devenus imparfaits, la possibilité d'exercer l'amour. Et exercer l'amour signifie servir. Donc auparavant Je devais créer des opportunités dans lesquelles ce qui est mort peut s'activer en servant, Je devais créer quelque chose, où à ce mort il était possible de contribuer à s’élever tout en maintenant Mon Ordre, peu importe la manière qui faisait que cela soit possible. Et ainsi J’ai inventé la Création matérielle à cet effet, J’ai laissé le spirituel être actif dans le lever de cette Création, mais Je devais obligatoirement le stimuler, il devait assumer selon Ma Volonté des formes extérieures déterminées et exécuter les activités qui lui étaient assignées. Le Principe servant domine donc toute la Création matérielle, parce que Ma Volonté décide, elle est toujours seulement l'expression de Mon Amour. Pour commencer il était donc nécessaire de servir dans la contrainte, parce qu'aucun être ne se serait décidé tout seul à servir pour exprimer l'amour, mais le retour et la transformation du mort en amour est et reste Mon but. Mais servir dans l'état d'obligation a provoqué dans tout ce qui était mort déjà un changement, même si cela a demandé un temps infiniment long. Et si maintenant la transformation est arrivée jusqu'au point où la résistance initiale contre Moi a cédée, alors à la substance animique il peut être concédé une certaine liberté, de sorte qu’elle ne soit plus forcée à son activité, mais elle peut continuer dans la libre volonté de servir, chose pour laquelle cependant elle doit allumer en elle l'amour. Le but et l’objectif de tout le processus de développement est donc que maintenant sa volonté prenne la juste direction, que les pensées, la volonté et les actions de l'être soient maintenant déterminées par le principe de l'amour, que la transformation dans l'amour soit manifeste, et que donc il se déroule la divinisation de l'être. Alors le but que J’ai imposé au spirituel externalisé de Moi est atteint, l'être crée s’est formé à Mon Image, il est devenu Mon fils. Dans ce temps de développement infiniment long l'être autrefois tombé a dû traverser un nombre infini de phases qu'un jour il pourra voir en rétrospection, lorsque dans l'état de Lumière il sera en mesure de saisir la portée miraculeuse de Mon Plan de Salut. Et chaque phase lui rendra compréhensible la souffrance et le tourment qui, maintenant, lui indiquera l'immense ampleur de sa chute dans l'abîme, l'éloignement de Moi, de Celui Qui au début l'avait créé dans toute la perfection. Seulement alors à tous les êtres Mon Amour, Ma Sagesse et Mon Omnipotence deviendront évidents et seulement alors les vagues de leur amour pour Moi s’abattront sur eux, et ils se précipiteront totalement dans Mon Courant d'Amour. Ils Me loueront et Me glorifieront de façon continue, et ils n'auront aucune autre volonté que de Me servir dans l’éternité et de coopérer, pour atteindre Mon but : la divinisation de tout le créé. Ils seront ensuite continuellement actifs dans l'amour et correspondront à leur destination initiale : agir et créer dans Ma Volonté, qui maintenant est aussi leur propre volonté, parce que maintenant ils sont parfaits.

Amen

Het plan van de vergoddelijking van de wezens

Over eindeloze tijden strekt mijn verlossingsplan zich uit, het plan van de verlossing van het gevallene, de vergoddelijking van de geschapen wezens wier wilsbeslissing eens verkeerd gericht was en die daarom eindeloze tijden nodig hebben om hun wil de juiste richting te geven, omdat ze zich zelf volledig in het aan Mij tegenovergestelde hebben veranderd, maar eens weer mijn evenbeeld moeten zijn.

De toedracht van deze omvorming of verandering terug vereist een eindeloos lange tijd, omdat deze zich in een wetmatige ordening moet voltrekken, daar er anders een onafwendbare chaos zou ontstaan en het einddoel nooit bereikt zou worden.

De grondwet van mijn eeuwige orde is en blijft de liefde. Het is dus alleen mogelijk een terugvoeren naar Mij te bereiken, wanneer Ik al het gevallene, alles wat onvolmaakt geworden is, de mogelijkheid geef liefde te beoefenen. En liefde beoefenen betekent dienen.

Ik moest dus vooraf gelegenheden scheppen waar het gevallene dienend werkzaam kan zijn. Ik moest dus iets laten ontstaan waar het dat gevallene mogelijk was, bij te dragen aan de wording en het behoud, op welke manier dit ook gebeurt.

En zo bedacht Ik Me de schepping als beantwoordend aan dit doel. Ik liet als het ware het geestelijke mede actief zijn bij het ontstaan hiervan. Ik moest het echter gedwongen ertoe brengen, het moest volgens mijn wil bepaalde uiterlijke vormen betrekken en hierin de hem toegewezen bezigheid uitvoeren.

Het dienende principe beheerst de hele schepping, omdat mijn wil bepaalt, die altijd alleen uitdrukking van mijn overgrote liefde is. Een dienen onder dwang was dus eerst nodig, omdat geen wezen uit zichzelf tot dienen, tot uiting van de liefde zou hebben besloten, echter de terugkeer of ommekeer van het gevallene mijn doel is en blijft.

Het dienen in de gedwongen toestand bracht echter al een verandering tot stand, al vereiste dit ook een eindeloos lange tijd. Is nu de ommekeer zover gevorderd dat de oorspronkelijke weerstand tegen Mij is verminderd, dan kan het wezenlijke ook een zekere vrijheid worden teruggegeven, zodat het niet meer gedwongen is tot zijn doen, maar in vrije wil hetzelfde kan voortzetten: te dienen, waartoe het echter in zichzelf de liefde moet ontsteken.

De opzet en het doel van het hele ontwikkelingsproces is dat zijn wil nu de juiste richting inslaat, dat het denken, willen en handelen van het wezen nu door het principe van de liefde wordt bepaald, dat de ommekeer tot liefde bewezen wordt en dus de vergoddelijking van het wezen zich voltrekt, dat het doeleinde bereikt is dat Ik aan het door Mij voortgebrachte geestelijke gesteld heb, dat het geschapen wezen zich vrijwillig tot mijn evenbeeld heeft gevormd, tot mijn kind.

In deze eindeloos lange ontwikkelingstijd gaat het wezen echter door eindeloos veel stadia, die het eens terugblikkend zal kunnen overzien, wanneer het in de staat van licht bij machte is het geweldige van mijn heilsplan te begrijpen. En elk afzonderlijk stadium zal hem het leed en de kwellingen zichtbaar maken, die hem nu pas de kolossale omvang van zijn val in de diepte aantonen, de verwijdering van Hem Die het in het begin in alle volmaaktheid heeft geschapen.

Dan pas zal hun mijn liefde, wijsheid en almacht duidelijk worden en dan pas sluiten de golven van hun liefde voor Mij zich boven hen en gaan ze geheel op in mijn liefdesstroom. Ze loven en prijzen Mij onophoudelijk en ze hebben geen andere wil meer dan Mij te dienen en mee te helpen, dat Ik mijn doel, de vergoddelijking van al het geschapene, eens zal bereiken. Ze zijn onafgebroken werkzaam in liefde en vervullen hun oorspronkelijke bestemming: werkzaam te zijn en tot stand te brengen volgens mijn wil, die nu ook hun eigen wil is, omdat ze volmaakt zijn.

Amen