Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

Le rapport voulu par Dieu avec le monde spirituel

D’innombrables êtres spirituels s’arrêtent à proximité de la Terre et se tiennent près des hommes qui sont de quelque façon liés à eux au moyen de la même maturité spirituelle, de la même mentalité ou bien par des liens dans la vie terrestre. Tous ceux-ci sentent qu'il se prépare quelque chose de grand, ils savent qu'à la Terre et à ses habitants il va arriver quelque chose ; mais seulement des êtres spirituels hautement développés connaissent l'éternel Plan de Salut de Dieu et donc aussi le cours du temps à venir. Dans le monde spirituel il règne une activité outre mesure affairée, car sur Ordre de Dieu ils veulent venir en aide aux hommes de la Terre, pour augmenter autant que possible encore leur degré de maturité, avant que survienne le Jour qui terminera leur vie. Les âmes ignorantes dans le Royaume spirituel sentent aussi une menace générale pour les hommes de la Terre et ils se tiennent instinctivement près de celles desquelles elles étaient voisines dans la vie terrestre. Elles-mêmes ne peuvent donner aucun éclaircissement sur le pourquoi elles sont inquiètes, mais elles se préoccupent pour les hommes, spécialement lorsqu’elles étaient liées avec eux dans l'amour. Mais il existe une loi qui ne permet aucun éclaircissement tant qu’un homme est sans amour et sans foi, parce qu'alors l'âme de l'homme est incapable de reconnaître et d'accepter la Vérité. La même loi vaut aussi pour les âmes du Royaume spirituel qui ont abandonné la Terre encore imparfaites. À elles il manque toute compréhension pour l'éternelle Vérité, et ainsi pour elles le Plan de Salut de Dieu est aussi incompréhensible, il y a pour ainsi dire un manque dans leurs pensées, elles ne saisissent pas ce qui leur est offert dans la plus sublime Vérité tant qu’elles n'ont pas réveillé en elles l'amour, et avec cela elles obtiennent une certaine compréhension. Et ainsi il ne peut être fourni aucun éclaircissement à ces âmes dans le Royaume spirituel sur le motif de leur inquiétude et de leur préoccupation. Mais elles voudraient communiquer avec les hommes et elles cherchent de toute façon à orienter les pensées des hommes dans la croyance de pouvoir parler avec eux et d'être comprises. Pour ces âmes c’est une grande déception lorsqu’elles ne sont pas écoutées comme elles croient, et elles ne renoncent pas à leurs efforts pour se faire entendre. C’est une certaine forme d'amour pour leurs chers restés sur la Terre, et Dieu tient compte de cet amour pour leur donner une possibilité de le manifester. Partout où, sur la Terre, il y a des hommes qui se rappellent des défunts pour les aider, il peut être établi un contact voulu par Dieu entre la Terre et le monde spirituel. Mais pour cela un amour qui veut aider doit toujours en être la raison, afin qu’ensuite la bénédiction soit sur la Terre comme aussi dans le Royaume spirituel puisse avoir lieu. Et maintenant le degré de maturité de ces hommes que des âmes dans l'au-delà ont laissés en arrière, est à nouveau déterminant pour pouvoir s'exprimer. Les hommes sont entourés d'innombrables âmes, et chacune voudrait se communiquer, mais cela n'est pas concédé à chaque âme, cependant toutes peuvent écouter et elles comprendront ce dont on parle. Des hommes qui tendent au spirituel sont entourés d’un mur spirituel de protection car, même dans l'au-delà, des guides d'âmes encore ignares s’efforcent de porter celles-ci dans un degré supérieur de connaissance en leur fournissant toujours des paroles d'amour qui sont comprises et qui les stimulent à la réflexion sur leur propre état et leur degré d'amour. Les hommes sur la Terre peuvent donc aussi agir au-delà de la mort sur ces âmes, lorsqu’il est établi le contact avec le monde spirituel sur une base complaisante à Dieu, c'est-à-dire en donnant et en recevant ce qui sert toujours seulement à l'âme. A ceux qui aspirent au spirituel il est donc toujours concédé le contact avec le monde de l'au-delà, mais les hommes doivent toujours être conscients du motif qui les pousse à établir un tel contact. Pour les âmes dans l'au-delà c’est un plaisir, un soulagement de leur préoccupation pour les hommes, lorsqu’elles peuvent leur faire remarquer quelque chose qui les menace, et pour laquelle elles ont une fine perception, bien qu’elles n'en aient pas la juste explication. Et elles se tiendront toujours dans la proximité des menacés et voudront les aider. Et cette volonté d'aider est évaluée par Dieu et récompensée au travers des réponses.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

Het door GOD gewilde verkeer met de geestenwereld

Een onmetelijk aantal geestelijke wezens omringt de aarde en houdt zich in de nabijheid van mensen op die op een of andere manier met hen verbonden zijn, door dezelfde rijpheid van geest, dezelfde gezindheid of banden in het aardse leven. Zij allen bespeuren dat er iets van grote betekenis staat te gebeuren, ze weten dat de aarde en haar bewoners iets te wachten staat, maar alleen hoogontwikkelde geesten kennen het eeuwige heilsplan van GOD en dus ook het verloop van de komende tijd.

Er heerst een uitermate naarstige aktiviteit in de geestenwereld, die in opdracht van GOD de mensen op aarde te hulp wil komen om de graad van hun rijpheid nog zoveel mogelijk te vergroten, voor de dag aanbreekt die hun leven beëindigt.

De onwetende zielen in het geestelijke rijk bespeuren eveneens een algemene dreiging voor de mensen op aarde en houden zich instinctief op in de nabijheid van hen met wie ze nauwe banden hadden. Ze kunnen zichzelf geen uitsluitsel geven waarover ze verontrust zijn, en toch maken ze zich zorgen om de mensen, in het bijzonder als dezen met hen in liefde waren verbonden.

Er bestaat evenwel een wet en als gevolg daarvan is er geen opheldering, zolang een mens zonder liefde en geloof is. Want zolang is de ziel van de mens niet in staat de waarheid in te zien en aan te nemen. Hetzelfde geldt ook voor de zielen in het geestelijke rijk die de aarde nog onvolkomen verlaten hebben. Hun ontbreekt elk begrip voor de eeuwige waarheid en dus is ook het heilsplan GOD's voor hen onbegrijpelijk, in zekere zin is er een manco in het denkvermogen te bemerken, ze bevatten niet wat hun aan hogere waarheden wordt aangeboden, tot ze in zichzelf de liefde gewekt hebben en daardoor een bepaald inzicht verkrijgen.

En zo kan aan deze zielen vooreerst geen opheldering gegeven worden in het geestelijke rijk over de reden van hun onrust en bezorgdheid. Maar ze zouden zich tegenover de mensen graag uiten en trachten ze op elke manier de gedachten van de mensen op zich te richten, in de mening met hen te kunnen spreken en verstaan te worden.

Het is voor deze zielen een grote desillusie, wanneer er niet naar hen geluisterd wordt, zoals ze menen, en toch geven ze hun pogingen niet op zich verstaanbaar te maken. Het is een bepaald soort liefde voor diegenen van hen die op aarde zijn achtergebleven, en deze liefde wordt hun door GOD aangerekend en hun een mogelijkheid gegeven haar tot uitdrukking te brengen.

Waar ook maar mensen op aarde bijeenkomen in gedachtenis aan overledenen, om hen te helpen, kan een door GOD gewild verkeer van de aarde met de geestenwereld tot stand worden gebracht. Maar steeds moet de helpende liefde de beweegreden zijn, die dan ook zegen zal schenken, zowel op aarde als ook in het geestelijke rijk. En weer is nu de graad van rijpheid doorslaggevend aan welke zielen in het geestelijke rijk het wordt toegestaan zich te kunnen uiten.

De mensen zijn door ontelbare zielen omgeven en elke ziel zou zich willen uiten, maar dit is niet iedere ziel toegestaan, maar alle mogen toehoren en ze zullen begrijpen wat ter sprake komt. Een beschuttende geestelijke wal omringt geestelijk strevende mensen; evenzo spannen de leiders van de nog onwetende zielen in het hiernamaals zich echter ook in dezen op een hoger niveau van inzicht te brengen, doordat woorden van liefde steeds door hen vernomen en begrepen worden en hen aansporen te denken over hun eigen toestand en graad van liefde.

Daarom kunnen ook de mensen op aarde over de dood heen inwerken op deze zielen, wanneer de verbinding met de geestenwereld tot stand is gebracht op een GOD welgevallige grondslag, d.w.z. te geven en te ontvangen wat steeds alleen voor de ziel dienstig is. Aan hen die het geestelijke nastreven, is daarom steeds het contact met het hiernamaals toegestaan, alleen moeten de mensen zich altijd rekenschap geven van de beweegreden die hen zo'n verbinding tot stand zal laten brengen.

Voor de zielen in het hiernamaals is het een verlichting, een ontlasting van hun zorg om de mensen, wanneer ze dezen opmerkzaam kunnen maken op datgene wat hen bedreigt, waarvoor ze een fijn ontwikkeld gevoel hebben, maar niet de juiste opheldering kunnen geven. En ze zullen zich steeds in de nabijheid van hen die gevaar lopen ophouden en hen willen helpen. En deze wil om te helpen wordt door GOD gewaardeerd en beloond met hulp van Zijn kant.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Gerard F. Kotte