Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

L'orgueil spirituel

L'orgueil spirituel entrave l'homme dans la reconnaissance de la Vérité. Tous doivent penser que celle-ci peut seulement être atteinte à travers une profonde humilité, à travers une reconnaissance de l’imperfection de son désir de savoir, et ils ne doivent pas croire être déjà dans la connaissance avant d’avoir prié intimement pour la Vérité. À travers son activité intellectuelle l'homme conquiert certes un savoir ou bien il l'accueille de l'extérieur s'il lui convient et s’il s’y conforme solidement. Et ce savoir lui parait souvent suffisant s'il est en accord avec ses désirs et ses opinions. Il se ferme à toute offre qui ne correspond pas à son savoir car il pense posséder le juste savoir, il s'élève par-dessus son prochain qui pense autrement et refuse tout ce qui lui est offert de sa part, sans prendre lui-même position. De tels hommes peuvent difficilement être guidés dans la Vérité, seulement l'homme qui se considère lui-même comme sans connaissance reconnaît son imperfection, il la demande humblement, au lieu de pénétrer avec sa force dans le savoir spirituel. Et seulement à celui-ci Dieu donne Sa Grâce, parce qu'Il veut qu’elle Lui soit demandée dans une humble prière. La croyance de se trouver dans le juste savoir, empêche l'homme de la demander tant qu’il marche encore dans l'erreur, parce que l'homme qui est pénétré de la Vérité reste intérieurement humble malgré le plus riche savoir, et sa prière monte continuellement vers Dieu pour que soit augmenté son savoir, parce qu'il se sent infiniment petit au vu de la Grandeur de Dieu, qui devient toujours plus Majestueux, plus grand est son savoir. Donc cet homme sera aussi toujours disponible pour les discours spirituels, tandis que ceux qui croient être savants terminent rapidement de tels discours, parce qu'ils ne veulent pas se faire instruire, tandis que par contre il cherche à répandre leur propre savoir, en le mettant en évidence toujours dans l'arrogance spirituelle comme leur propre bien mental qui leur semble inattaquable. Celui-ci cherche aussi à instruire les domestiques de Dieu, Ses messagers qui lui apportent la Vérité, parce qu'il ne reconnaît pas l’Action de l'Esprit et cherchent à affaiblir avec les pensées issues de son entendement tout ce que ceux-ci lui présentent. Il combat contre l’Action de l'Esprit, il se croit plus mûr et plus intelligent et il ne reconnaît même pas Dieu comme Donateur de la Vérité, lequel Se manifeste Lui-Même à travers Ses messagers. Il combat avec la sagesse humaine contre la Sagesse divine et il ne se soumet pas du fait qu’il ne demande pas à Dieu Lui-Même l'éclairage de l'esprit. Donc il arrivera difficilement à la Vérité tant qu’en lui demeure l'esprit d'arrogance. Seulement la reconnaissance de la totale ignorance dans le domaine spirituel peut le déterminer à s'occuper en se questionnant mentalement et seulement alors il peut lui arriver la Vérité s’il la demande humblement, parce que Dieu donne à celui qui est humble sa Grâce, mais Il ne Se révèle pas à l’arrogant.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

Geestelijke hoogmoed

De geestelijke hoogmoed hindert de mensen bij het inzien van de waarheid. Hier moeten allen aan denken, dat deze alleen kan worden bereikt door diepe deemoed door de mens, die vanuit het inzicht van zijn gebrekkigheid begeert te weten, die niet gelooft reeds wetend te zijn voordat hij innig heeft gebeden om de waarheid. Door zijn verstandelijke werkzaamheid verwerft de mens zich wel een weten, of hij neemt het van buitenaf op als het hem bevalt en hij houdt er aan vast. En dit weten is voor hem vooral voldoende, wanneer het met zijn wensen en opvattingen overeenstemt. Hij sluit zich af voor alles, wat hem wordt aangeboden en wat niet met zijn weten overeenstemt, steeds in het bewustzijn het ware weten te bezitten. Hij verheft zich boven zijn medemensen die anders denken en wijst alles af wat hem van die zijde wordt aangeboden, zonder er zelf stelling over in te nemen. En deze mensen zijn moeilijk de waarheid binnen te leiden, want alleen die mens vraagt er deemoedig om, die zichzelf onwetend waant en zijn ontoereikendheid, om in geestelijk weten door te dringen, inziet. Maar alleen aan deze geeft God Zijn genade, want Hij wil er om gevraagd worden in deemoedig gebed.

Het geloof, het ware weten te bezitten, verhindert de mens er om te bidden, zolang hij nog in dwaling leeft. Want de in de waarheid binnengedrongen mens blijft ondanks meest overvloedig weten innerlijk deemoedig en zijn gebed om vermeerdering van zijn weten stijgt voortdurend op naar God. Want hij voelt zich oneindig klein tegenover de grootte van God, Die voor hem steeds verhevener wordt, hoe groter zijn weten is. En dus zal deze mens ook toegankelijk zijn voor geestelijke gesprekken, terwijl hij, die meent wetend te zijn, zulke gespreken snel beëindigt, omdat hij zich niet wil laten onderrichten, maar daarentegen zijn weten zelf tracht te verbreiden, het steeds in geestelijke arrogantie bestempelend als eigen geestelijk bezit, dat hem onaanvechtbaar voorkomt.

Zelfs de dienaren van God, Zijn boden, die hem de waarheid brengen, probeert hij te onderrichten, want zo iemand erkent het werkzaam zijn van de Geest niet en hij tracht met zijn verstandelijk denken alles te ontzenuwen, wat die anderen tegen hem inbrengen. Hij bestrijdt het werkzaam zijn van de Geest. Hij denkt rijper en slimmer te zijn en erkent ook God niet als Gever van de Waarheid, Die Zich Zelf uit door Zijn boden. Hij strijdt met menselijke wijsheid tegen goddelijke Wijsheid en hij onderwerpt zich niet door God Zelf te vragen om verlichting van zijn geest.

En daarom kan hij moeilijk tot de waarheid komen, zolang de geest van aanmatiging in hem woont. Pas het inzicht van volkomen onwetendheid op geestelijk gebied kan hem er toe brengen, zich door middel van gedachten vragend bezig te houden. En dan pas kan de waarheid tot hem komen, als hij ze deemoedig afsmeekt, want God geeft de deemoedige Zijn genade, maar aan de verwaande openbaart Hij Zich niet.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Gerard F. Kotte