Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

La résistance, l'empêchement pour la Force de connaissance

L'homme combat contre quelque chose qui lui reste incompréhensible tant qu’il n'a pas renoncé à la résistance intérieure. Il peut reconnaître la Vérité seulement lorsque la Force pour la connaissance lui arrive, et cela est de nouveau la conséquence de son désir pour la Vérité. Mais la désirer suppose une certaine bonne volonté, donc le contraire de la résistance. Un sentiment humble fait toujours jaillir la bonne volonté, tandis que la résistance va de pair avec l'arrogance. L'humilité procure à l'homme la Grâce, mais l'arrogance la tient loin de lui et sans la Grâce l'homme ne peut pas mûrir dans son âme. Sans la Grâce cependant il reste aveugle dans l'esprit, ignorant et sans Lumière. Mais là où à l'homme afflue la Grâce divine, celui-ci devient voyant, savant et compénétré de la Lumière. Donc la résistance est une volonté inversée qui doit être réorientée. Si l'homme renonce à la résistance, c'est-à-dire si sa volonté est tournée vers Dieu, beaucoup de choses qui d'abord ont été refusées comme inacceptables lui semblent acceptables, et cela est l'Œuvre de la Grâce divine qui afflue dans l'homme lorsque sa volonté se déclare consciemment pour Dieu. Pour cette raison les hommes opposent des objections contre les Révélations divines tant qu’ils n'ont pas déclaré leur volonté pour l'Éclaircissement, parce qu'alors ils sont disposés à écouter la Réponse, et leur esprit la saisit dès l’instant où le désir pour la Réponse devient vivant en lui. Sans question la Vérité ne peut pas lui être prodiguée ; et si elle était offerte, l'homme serait incapable de l'accueillir, et donc il marchera dans l'obscurité de l'esprit aussi longtemps qu’il n’a pas le désir pour la Lumière.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

Weerstand hinderlijk voor het vermogen om inzicht te krijgen

Waar de mens zich tegen verweert, blijft net zo lang onbegrijpelijk voor hem, totdat hij zijn innerlijke weerstand opgegeven heeft. De waarheid herkennen kan hij pas dan, wanneer het vermogen om inzicht te krijgen hem toegestuurd wordt. En dat is weer het gevolg van het verlangen naar de waarheid. Want het verlangen naar de waarheid veronderstelt een bepaalde bereidwilligheid, dus het tegenovergestelde van weerstand.

Bereidwilligheid zal altijd een deemoedig gevoel teweegbrengen, terwijl weerstand met verwaandheid gepaard gaat. De deemoed levert de mens genade op, maar de verwaandheid houdt hem hier ver van weg en zonder genade kan de ziel van de mens niet rijp worden. Want zonder genade blijft hij geestelijk blind, onwetend en zonder licht. Maar waar de goddelijke genade naar de mens toestroomt, wordt deze ziende, wetend en door licht doorstraald.

Weerstand is dus een verkeerde wil, die in de juiste richting gebracht moet worden. Als de mens de weerstand opgeeft, dat wil zeggen als zijn wil op God gericht wordt, dan zal hem veel aannemelijk lijken, wat hij eerst als onaannemelijk afgewezen had en dat bewerkstelligt de goddelijke genade, die naar de mens toestroomt, wanneer zijn wil God bewust erkent.

Daarom maken de mensen net zo lang bezwaren tegen de goddelijke openbaringen, tot ze bekend gemaakt hebben dat ze opheldering willen. Want dan zijn ze bereid om naar het antwoord te luisteren en hun verstand helpt dit een handje vanaf het ogenblik, waarop het verlangen naar het antwoord actief in hem wordt. Zonder vraag kan de waarheid niet aan hem uitgedeeld worden en als deze hem aangeboden zou worden, dan zou de mens niet in staat zijn deze op te nemen en daarom zal hij in de duisternis van de geest voortgaan, zolang hij geen verlangen draagt naar het licht.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Peter Schelling