Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

La chose la plus importante est l'activité spirituelle - la tâche - la joie du sacrifice

L’instruction constante ainsi que l’écoute constante en soi, procureront de grands succès. Les Forces enseignantes donnent à l'homme un trésor spirituel de savoir qui ne se laissera jamais consommer bien qu’il soit redonné aux autres, il contribue seulement à l’instruction et donc aussi à l'accroissement du savoir spirituel, sans cependant diminuer la propriété spirituelle du donneur. Et cela est la Volonté divine et Son Cadeau de Grâce que l'homme peut utiliser et augmenter selon son consentement. Mais ce patrimoine doit toujours être employé pour apporter de l'utilité ; l'homme ne doit jamais croire qu’il soit suffisant que lui-même s'en enrichisse ; car il court alors le danger que s’épuise la Source du Savoir, qu'il ne puisse ensuite plus y puiser et que donc l'afflux de la Grâce divine cesse. Parce que c’est aussi la Volonté divine que soit diffusé le savoir spirituel, et l'homme doit employer chaque occasion pour répandre le Don qui lui a été confié, c'est-à-dire le savoir qu'il a lui-même reçu. Parce que cela seulement est agir dans l'amour pour le prochain. Cela est certes de nouveau un Cadeau de la Grâce que les hommes ne méritent pas tant qu’eux-mêmes ne le désirent pas. Et malgré cela, à eux il doit au moins être donné la connaissance, pour qu'ils puissent se décider s'ils veulent y aspirer ou la refuser. Et donc à eux il arrive toujours de nouveau l'Avertissement de penser à leur âme. Chaque travail spirituel procure un succès spirituel, éternel, parce qu'il est impérissable, et ce que l'homme a une fois accueilli en lui, ne peut jamais plus dans l’éternité lui être enlevé. L'activité spirituelle est donc l'unique chose importante devant Dieu, face à elle tous les doutes doivent se taire, parce que celui qui accueille en lui du patrimoine spirituel, s'acquitte pleinement de la tâche terrestre prescrite tant qu’il donne ce patrimoine dans l'amour à son prochain. Il ne doit donc jamais craindre d’avoir utilisé suffisamment son temps, s'il s'emploie pour la diffusion de ce que Dieu Lui-Même lui transmet et cela doit donc bien être la chose la plus importante, parce que Dieu Lui-Même la lui donne. L'acceptation des Messages d'en haut est en lien avec une tâche, c'est-à-dire qu’il dépend de la volonté de s'acquitter de cette tâche, la réception en dépend, donc les conditions doivent être remplies. Seulement prendre et donner rend le Don de Dieu ce qu’il est. Parce que cela forme la vraie activité de l'esprit, et avec cela l'homme entre dans la bénédiction de ce qu’il a reçu, autrement cela reste des Mots morts, sans Force et sans influence sur les hommes. Parce que ce que l'homme reçoit devient propriété spirituelle seulement lorsque lui-même l'a accueilli avec le cœur, c'est-à-dire lorsque le contenu de ce qui lui est offert est étudié par lui-même mentalement et ensuite approuvé. Seulement alors il peut le donner aux autres comme Vérité vivante ; ce qu’il dit, il peut le présenter avec conviction et en même temps stimuler le prochain à l'activité mentale, pour que celui-ci aussi soit réceptif et accueille le Don divin comme une Nourriture et une Boisson Pour l'accueil de la Parole il faut en outre la disponibilité de s'acquitter d'une mission qui demande des sacrifices. Parce que pour pouvoir prodiguer le Don de Dieu, l'homme doit pouvoir renoncer à tout le terrestre, parce qu'il doit le transmettre au prochain. Il doit être exemplaire dans la conduction de sa vie terrestre, c'est-à-dire vivre selon la Parole qu’il annonce maintenant. Et pour cela il faut un renoncement volontaire à toutes les joies terrestres, il faut un fort autodépassement, et combattre contre tout ce qui offre la jouissance terrestre. Parce que plus facilement l'homme renonce, plus il est réceptif pour le précieux patrimoine qui est offert d'en haut. Et donc il peut aussi le transmettre avec plus de conviction, plus profondément lui-même en est pénétré. Seulement lorsque l'homme porte ce sacrifice, il est capable de servir Dieu, et ensuite il lui est assigné la façon dont le travail peut se dérouler. Et il ne manquera alors pas se succès. L’Action des Forces enseignantes de l'au-delà au travers de la collaboration des hommes terrestres, attirera les milieux les plus vastes et donc la Parole divine sera divulguée là où les hommes sont de bonne volonté pour l'accepter et s’efforcent de suivre l'exemple de celui qui la transmet, pour échanger le patrimoine spirituel dans toute la plénitude.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

Geestelijke activiteit is het belangrijkste – Opdracht – Offervaardigheid

Het voortdurende onderwijzen en dus ook het voortdurend naar zijn innerlijk luisteren, zal grote successen opleveren. De onderrichtende krachten geven de mens een geestelijke kennisschat, die nooit opgebruikt kan worden, want wat er ook van afgegeven wordt, het draagt alleen maar bij aan het onderricht en dus aan de toename van geestelijke kennis, zonder echter het geestelijke eigendom van de eerste te verminderen. En het is de goddelijke wil en Zijn genadegeschenk, dat de mens naar eigen goeddunken gebruiken en vergroten kan.

Maar deze goederen moeten altijd nuttig gebruikt worden. De mens mag nooit geloven, dat het voldoende is dat hij zichzelf daarmee verrijkt. Hij loopt dan het gevaar dat de bron van kennis opdroogt. Dat hij dan ook niet meer mag putten en dat dus de toestroom van goddelijke genade ophoudt. Want het is ook de goddelijke wil dat de geestelijke kennis verspreid wordt en de mens moet zelf elke gelegenheid benutten om het hem toevertrouwde geschenk te verspreiden. Dat wil zeggen de kennis, die hij zelf ontvangen heeft, doorgeven. Want dit is dan pas een werkzaam zijn in liefde voor de naaste.

Dit is weliswaar weer een genadegeschenk, dat de mensen niet verdienen, zolang ze er geen verlangen naar dragen. En toch moet hun een minimale kennis gegeven worden, zodat ze zelf kunnen kiezen of ze daarnaar willen streven of het af willen wijzen. En daarom wordt hun steeds weer de waarschuwing toegestuurd om aan hun ziel te denken.

Elk geestelijk werk levert geestelijk, dat wil zeggen eeuwig, succes op, want dit is duurzaam en wat de mens eenmaal in zich opgenomen heeft, kan hem eeuwig niet meer afgenomen worden. Voor God is daarom alleen geestelijke werkzaamheid belangrijk. Tegenover dit moeten alle bedenkingen zwijgen, want wie geestelijke goederen in zich opneemt, vervult de hem gegeven taak geheel en al, zodra hij deze goederen ook in liefde aan zijn naasten doorgeeft. Hij hoeft dus ook nooit te vrezen de tijd niet voldoende benut te hebben, als hij zich voor de verspreiding inzet van wat God hem Zelf geeft en wat dus wel ook het belangrijkste moet zijn, omdat God Zelf het hem geeft.

Het in ontvangst nemen van de boodschappen van boven is met een taak verbonden. Dat wil zeggen dat het ontvangen afhankelijk is van de wil om deze taak te vervullen. Het voornemen moet dus ook uitgevoerd worden. Pas nemen en geven maakt het geschenk van God tot dat, wat ze is. Want hieruit wordt de eigen verstandelijke activiteit ontwikkelt en daardoor ontvangt de mens de zegen van dat, wat hij ontvangen heeft, omdat ze anders dode woorden blijven, zonder kracht en invloed op de mensen.

Want wat de mens ontvangt, wordt pas dan geestelijk eigendom, wanneer hij het zelf met het hart opgenomen heeft. Dat wil zeggen wanneer de inhoud van hetgeen hem geboden werd, door hemzelf in gedachten doorgenomen is en nu aanvaard wordt. Pas dan kan hij het als levende waarheid doorgeven. Hij kan met overtuiging opkomen voor dat, wat hij zegt en eveneens de medemensen tot een actief zijn van de gedachten aansporen, opdat ook zij in staat zullen zijn om op te nemen en het goddelijke geschenk als spijs en drank in ontvangst nemen.

Bij het in ontvangst nemen van het goddelijke woord behoort verder nog de bereidwilligheid om een missie te vervullen, die offers vereist. Want om het geschenk van God uit te kunnen delen, moet de mens al het aardse op kunnen geven, omdat hij hetzelfde aan de medemensen bekend moet maken. Hij moet voorbeeldig in zijn aardse levenswijze zijn. Dat wil zeggen volgens het woord van God leven, dat hij nu verkondigt.

En daartoe behoort een gewillig opgeven van alle aardse vreugden. Het vereist een grote zelfoverwinning om tegen alles te strijden, wat aards genot biedt. Want hoe gemakkelijker de mens dit opgeeft, des te ontvankelijker is hij voor de kostbare goederen, die hem van boven aangeboden worden. En zodoende kan hij dit des te overtuigender verspreiden, naarmate hij er zelf dieper in binnengedrongen is. Pas wanneer de mens offers brengt, is hij in staat om God te dienen en dan wordt het werk hem zo toegewezen, zoals hij dat aankan. Maar dan zal succes niet uitblijven.

Het werkzaam zijn van de onderwijzende krachten in het hiernamaals zal door de medewerking van de aardse mensen de grootste afmetingen aannemen en het goddelijke woord zal dus daar verspreid worden, waar de mensen gewillig zijn om het op te nemen en zich inspannen om het voorbeeld van degenen die overdragen te volgen en dus de aardse goederen voor geestelijke goederen in alle overvloed inruilen.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Peter Schelling