Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

La contemplation spirituelle

Ceux qui flattent le monde ne peuvent pas saisir la richesse spirituelle, mais à ceux qui vivent en Dieu elle est donnée dans une très grande mesure. Et ainsi il est très facile de reconnaitre celui qui est dans la Vérité et celui qui succombe à l'erreur, et donc un aveugle en esprit ne devra jamais s'arroger le droit d’émettre un jugement, parce qu'il voit avec les yeux du monde et ceux-ci ne pénètrent pas dans le domaine spirituel, mais vice versa un homme spirituellement actif pourra y jeter un regard et sous son regard spirituel tous les obstacles disparaitront et ce qu’il voit n'est pas visible à l'œil simple bien que cela soit perceptible clairement et limpidement à l'œil de l'esprit. Atteindre cet état rend extraordinairement heureux l'homme terrestre et cela ne lui sera pas refusé, seulement il faut la plus forte volonté de l'homme pour s'approprier ce Don qui permet de contempler spirituellement. Dans toute matière il y a du spirituel caché, et ce spirituel doit entrer inévitablement en action. Et c’est cette activité qui se manifeste visiblement à ceux qui contemplent spirituellement. L’utilisation de cette Force spirituelle est comme un échange de la Force affluente et procédante qui se déroule en toute régularité et donc une constante palpitation de la Force Primordiale guidée par Dieu à travers toutes les Œuvres de Création, à laquelle contribue chaque être comme aussi chaque Œuvre de Création à travers elle-même. Ce que l'homme est en mesure de contempler spirituellement n'est pas en liaison avec les facultés terrestres de tels êtres, mais c’est une activité totalement séparée, et seulement l'homme réellement avancé spirituellement peut se mettre arbitrairement et en tout temps dans cet état, dans lequel il lui est possible de contempler spirituellement, et cela caractérise toujours la volonté de tirer toute utilité de tels Dons, et donc cela est concédé par le divin Créateur seulement lorsqu’il n'y a plus aucun danger qu'une foi coercitive, même si ce fils terrestre peut voir, exerce une influence nuisible sur son âme. Et donc sont admis seulement à cela des fils terrestres qui ont déjà atteint une certaine maturité spirituelle, c'est-à-dire qui doivent pouvoir regarder avec des sens éveillés tout ce qu’ils voient, et eux-mêmes doivent pouvoir saisir pleinement quel but est à la de base de toute activité, pour que lui-même, bien qu’il soit purement terrestre, soit poussé le plus possible par celle-ci à une activité toujours continue, pour donner de nouveau au spirituel en lui la possibilité de se développer. Celui qui est en mesure de contempler spirituellement aura vite dépassé la matière et sera laissé encore sur la Terre seulement pour son prochain, parce que lui-même compte tenu de cet état demeurera déjà dans des sphères supérieures, et la matière sera pour ainsi dire laissée en arrière, parce qu'il n'appartient pas à ce monde, mais à l'homme terrestre une contemplation consciente dans le Royaume spirituel procure une immense utilité et donc il doit y aspirer avec toute sa volonté, vu qu’il s’agit d'augmenter la richesse spirituelle et de se ramasser des trésors impérissables pour l'Éternité.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

Geestelijk schouwen

Degenen, die zich volledig aan de wereld overgeven, kunnen geestelijke rijkdom niet begrijpen, maar aan degenen, die in God leven, wordt het in overvloed gegeven. En zo is heel gemakkelijk te herkennen, wie in de waarheid staat en wie aan dwaling onderhevig is, en dus zal een blinde van geest het nooit mogen wagen om een oordeel te vellen, want hij kijkt met de ogen van de wereld en deze dringen het geestelijke gebied niet binnen. Maar omgekeerd zal een geestelijk actief mens een blik mogen werpen en alle hindernissen zullen voor zijn geestelijke oog verdwijnen en wat hij ziet, is niet met het blote oog zichtbaar en toch helder en duidelijk met het oog van de geest waarneembaar.

Het is voor de aardse mens buitengewoon gelukkig makend om deze toestand te bereiken en het zal hem ook niet verboden zijn. Alleen is de sterkste wil van de mens nodig om zich de gave van het geestelijk zien eigen te maken. In elke materie is het geestelijke verborgen en dus moet dit geestelijke onvermijdelijk in werking treden. En het is deze werkzaamheid, die zichtbaar voor degenen, die geestelijk schouwen, tevoorschijn treedt. Het is zoals een voortdurend gebruiken van geestelijke kracht. Het is een in alle regelmaat plaatsvindende uitwisseling van toestromende en uitgaande kracht en dus een voortdurend pulseren van de door God door alle scheppingswerken geleide oerkracht, waaraan elk wezen door zichzelf, zoals elk scheppingswerk, bijdraagt.

Wat de mens in staat is om geestelijke te zien, staat in geen enkel verband met de aardse vaardigheden van zo’n wezen, maar het is een volledig geïsoleerde werkzaamheid. En alleen het werkelijk geestelijk gevorderde mens kan zich willekeurig en op elk moment in die toestand verplaatsen, waar voor hem het geestelijk schouwen mogelijk is. En dit vereist altijd ook de wil om het een of ander uit zo’n genade te benutten en daarom wordt door de goddelijke Schepper zo’n mens pas dan toegelaten, wanneer er geen gevaar voor een automatisch geloof meer bestaat. Wanneer dus dat, wat het mensenkind te zien krijgt, geen schadelijke invloed op de ziel van het desbetreffend mens uitoefent.

En daarom zijn alleen zulke mensenkinderen, die reeds een zekere geestelijke rijpheid kunnen laten zien, toegelaten. Dat wil zeggen, dat de schouwende met wakkere zintuigen weer moet kunnen geven wat hij ziet, en zelf ook volledig kan begrijpen aan welke bestemming elke werkzaamheid ten grondslag ligt, opdat hij, puur aards gezien, door deze eeuwigdurende werkzaamheid zelf tot het uiterste aangespoord wordt om weer het geestelijke in zich alle mogelijkheden te geven om zich te ontplooien.

Degene, die in staat is om geestelijk te schouwen, zal ook spoedig de materie overwonnen hebben en alleen nog maar op aarde gelaten worden ter wille van de medemensen. Want voor hem zal deze toestand al een verblijf in hogere sferen zijn, en de materie wordt als het ware achtergelaten, want die hoort niet in gindse wereld thuis. Maar voor de aardse mensen is een bewust schouwen in het geestelijke rijk onnoemelijk nuttig en moet daarom met de volledige wil nagestreefd worden. Want het betreft voor hem toch het vermeerderen van de geestelijke rijkdom en het verzamelen van onvergankelijke schatten voor de eeuwigheid.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Peter Schelling