Tu humanidad es la consecuencia de tu apostasía de Mí una vez en el reino espiritual. Se les ha explicado a menudo que ustedes mismos dieron lugar al surgimiento de la creación terrenal en la que ustedes, como corona de la creación, volverán a alcanzar el estado original al que una vez renunciaron voluntariamente. Ustedes mismos Me han motivado a dejar nacer toda creación terrenal, porque he buscado y encontrado un camino para el retorno de ustedes a Mí, y éste es el camino a través de las obras materiales de la creación terrenal. Y la última estación en este camino terrenal es tu existencia como ser humano.... Y ahora tienes que volver voluntariamente a Mí, igual que una vez Me dejaste voluntariamente. Porque ustedes son originalmente seres divinos que tienen libre albedrío como señal de ello. Ser un ser humano les da la oportunidad de demostrar su divinidad.... les da la oportunidad de volver a dirigir su libre albedrío hacia Mí y así también entrar en unión Conmigo.... Y entonces las creaciones terrestres también habrán cumplido su propósito, habrán encaminado la obra de retorno, como es Mi plan desde la eternidad. Y así deben mirar todas las creaciones que les rodean como consecuencia de su ofensa hacia Mí, pero también como un medio para que aprendan a reconocerme de nuevo.... deben reconocer la creación como una expresión de Mi amor por ustedes a quienes no quise perder; deben saber que Mi insuperable sabiduría también reconoció la "creación" como el medio más seguro para volver a ganármelos.... Y un día también podrán inspeccionar por ustedes mismos el camino que recorrieron a través de las creaciones y estarán sumamente agradecidos por esta gracia que Mi amor infinito concedió a los que de otro modo estarían perdidos.... Entonces la creación dejará de ser un grillete para ustedes y, sin embargo, será una prueba de amor tan grande por Mi parte que ustedes mismos querrán participar en la creación para ofrecer de nuevo oportunidades a lo espiritual para el retorno final a Mí.... Porque así como el amor Me movió a crear, el amor tampoco te dejará descansar, y ahora usarás en Mi voluntad la fuerza que te fluye de Mí: estarás activo creando y configurando, para tu propia felicidad.... Pero esto requiere un cierto grado de madurez que ya puedes adquirir en la vida terrenal si sólo utilizas correctamente tu libre albedrío y lo vuelves hacia Mí.... Entonces tu alma volverá a la fuente original de luz y fuerza de la que una vez se originó, y entonces también se le permitirá recibir luz y fuerza ilimitadas, pues ella podrá crear y trabajar junto a Mí y ser feliz. Y así, las obras de la creación significan ciertamente la compulsión para lo espiritual aún inmaduro por un lado, pero para lo espiritual libre significan la posibilidad de ser amorosamente activo y de ayudar a los irredentos..... por un lado, son en sí mismas lo espiritual juzgado, y por otro lado, aportan libertad a lo espiritual, porque todas las creaciones tienen que cumplir con su propósito: servir, y así lo espiritual aprisionado en ellas alcanza la libertad.... Y el ser espiritual redimido en la luz lo sabe y está constantemente activo en su amor para dejar que surjan nuevas obras según Mi voluntad, para participar en la creación, porque conoce Mi plan eterno de Salvación y quiere ayudar en la obra de devolverme todos los seres espirituales. Por esta razón la creación puede ser considerada ciertamente como el reino de Mi adversario, porque contiene la sustancia espiritual no redimida.... pero él mismo no puede influir en esta sustancia espiritual durante el tiempo de su prisión.... mientras que el mundo de la luz puede asistir a esta sustancia espiritual y una y otra vez ayudarla a liberarse. Pero el ser humano tiene que volver a temer su influencia. Pero sólo tiene que dirigir correctamente su voluntad, sólo tiene que dirigirla hacia Mí y Yo me ocuparé de él y lo arrancaré realmente de las manos de Mi adversario. Pero este examen de voluntad lo tiene que presentar él mismo.... no será forzado por Mí ni por Mi adversario en la dirección de su voluntad, tiene que demostrar su "divinidad" por sí mismo deseando la luz de la que una vez se originó....
Amén
TraductorUw menszijn is het gevolg van uw afval van MIJ voorheen in het geestelijke rijk. Het is u al vele malen uitgelegd dat u zelf de aanleiding gegeven hebt tot het ontstaan van de aardse schepping, waarin u als "kroon van de schepping" weer de oertoestand bereiken moet, die u eens vrijwillig weggeworpen hebt.
U zelf hebt MIJ ertoe gebracht de aardse schepping te laten ontstaan, want IK zocht en vond voor u een weg om terug te keren tot MIJ. En dat is deze weg door de materiële aardse scheppingswerken. En het laatste stadium op deze weg over de aarde is uw bestaan als mens. Want nu moet u weer de vrijwillige terugkeer tot MIJ aanvaarden, zoals u zich eens vrijwillig van MIJ verwijderd heeft.
U bent oorspronkelijk goddelijke wezens, die als teken daarvan een vrije wil bezitten, en het bestaan als mens geeft u de mogelijkheid uw goddelijkheid te bewijzen. En het geeft u ook de gelegenheid uw vrije wil weer naar MIJ te wenden, dus weer in verbinding met MIJ te treden. Want dan hebben de aardse scheppingen hun doel vervuld en hebben het "werk van terugvoering" tot stand gebracht, wat Mijn plan is sinds eeuwigheid.
En zo moet u alle scheppingen om u heen bezien als gevolg van uw verzet tegen MIJ, maar ook als middel om MIJ weer te leren kennen. U moet de scheppingen begrijpen als een "uiting van Mijn Liefde" voor u, die IK niet verliezen wil; en u moet weten dat Mijn niet te overtreffen wijsheid de schepping als het zekerste middel inzag om u weer terug te winnen.
En u zult ook eenmaal zelf de weg die u door de scheppingen hebt afgelegd kunnen overzien, en dan bovenmate dankbaar zijn voor de genade die Mijn eindeloze Liefde de eens verloren gegane wezens schonk. Dan zal voor u de schepping geen kluister meer zijn maar een grote bewijs van Mijn Liefde, En dan zult u zelf weer deel willen nemen aan het scheppen, om het geestelijke weer de mogelijkheid te bieden tot de uiteindelijke terugkeer tot MIJ.
Want evenals Mijn Liefde MIJ tot scheppen bewoog, zo zal ook de liefde u niet laten rusten. U zult dan de kracht die van MIJ tot u stroomt benutten naar Mijn Wil, en u zult scheppend en voorturend bezig zijn tot uw eigen gelukzaligheid. Maar daartoe behoort een bepaalde graad van geestelijke rijpheid, die u zich reeds in het aardse leven kan verwerven wanneer u slechts uw vrije wil op de juiste manier gebruikt, en hem MIJ toe keert. Want dan keert uw ziel terug tot de Oerbron van Licht en Kracht, van welke zij eens is uitgegaan. En dan zal zij onbegrensde kracht en licht mogen ontvangen, dan zal zij naast MIJ scheppen en werken kunnen, en zalig zijn.
En zo betekenen de scheppingswerken (mineralen-, planten en dierenrijk =opm.v.d.uitg.) enerzijds nog een dwang voor het onrijpe geestelijke, maar voor het vrije geestelijke (de mens/o.v.d.uitg.) de mogelijkheid in liefdedaden werkzaam te zijn en het onverloste te helpen. De scheppingswerken zijn enerzijds zelf het geestelijke dat gekluisterd is, en anderzijds brengen ze het geestelijke tot de vrijheid omdat alle scheppingen hun bestemming moeten nakomen, nml.dienen, zodat het daarin gebonden geestelijke vrij kan worden.
En het verloste geestelijke dat in het "licht" staat weet daarvan en is in zijn liefde voortdurend bezig, om naar Mijn Wil nieuwe scheppingen te doen ontstaan. Het neemt deel aan het scheppen omdat het ook Mijn heilsplan van eeuwigheid kent, en wil meehelpen bij het terugvoeren van al het geestelijke tot MIJ. En daarom is de (materiële) schepping als het rijk van Mijn tegenstander te bezien, omdat het al het nog niet verloste geestelijke in zich draagt.
Mijn tegenstander kan het geestelijke gedurende de tijd van zijn gebondenzijn niet beïnvloeden, terwijl de lichtwereld dit geestelijke kan bijstaan en het steeds weer bij het vrijworden kan helpen. Doch de mens heeft weer zijn invloed te vrezen maar behoeft alleen zijn wil juist te richten en naar MIJ toe te wenden, en IK zal hem aannemen en waarlijk uit de handen van Mijn tegenstander ontrukken.
Maar deze wilsproef moet de mens zelf afleggen, hij wordt noch door MIJ noch door Mijn tegenstander gedwongen zijn wil richting te geven. Hij moet zelf zijn goddelijkheid bewijzen doordat hij naar het licht verlangt, waarvan hij eens is uitgegaan.
Amen
Traductor