• Volver

La Iglesia de Cristo (III)

La Comunidad de Jesucristo consta de todos los fieles que ven en Jesucristo a su Salvador, que creen en El como el Hijo de Dios, quien descendió a la tierra para ofrecerse como Hombre en sacrificio de expiación por la humanidad entera, y que por eso quiera seguirle. Bajo la "Iglesia de Cristo", que El Mismo fundó en la tierra, se entiende a todos los creyentes profundos, todos los que anhelan seriamente según esto, de ser cristianos de hecho, todos los que no son sólamente cristanos por forma o formalistas; todos los que están en la fe viva, y que conscientes se ponen bajo la Cruz de Cristo.

Jesucristo tiene que ser reconocido por los miembros de Su Iglesia, y que de ese reconocimiento resulte también la obligación de vivir según Su Doctrina, así que por lo tanto, llevar una conducta de vida como El Mismo la ha vivido a los hombres. Con este fín ha invitado mediante Su Llamada: "Sigueme", y quien obedece y Le reconoce, ese pertenece también a Su Comunidad, que es calificada como de "la Iglesia de Cristo."

Esta es la Iglesia invisible, la que, sin embargo, puede estar representada en cada religión, y que está también representada, porque en todas partes hay hombres que con entrañable amor creen en Jesucristo, y que se deshacen también por sus semejantes, a los que se pueden llamar verdaderos cristianos, porque con su conducta demuestran su afiliación a El, quien con su muerte en la Cruz coronó Su Obra de Amor en la tierra.

Esa Comunidad existe, por tanto, en todas partes, donde viven cristianos auténticos, pues todos ellos pertenecen a la Iglesia de Cristo, y cuando se reunan dos o tres cristianos así en Su Nombre, allí está El en medio de ellos y los realiza con Su Espíritu. Por lo cual serán justos los pensamientos y las palabras de dichos hombres y están más altas avaloradas que la palabra de un predicador, que todavía no es ningún representante vivo de la Doctrina divina, cuyas palabran no delatan aún la vida intrínseca del Espíritu, el cual es el distintivo de los miembros de la Iglesia de Cristo.

Y este Espíritu se expresará siempre en la forma, de que predica e interpreta la Palabra de Dios sencilla y claramente con lucidez, lo que puede suceder del mismo modo también en círculos pequeños de la forma más natural, incluso en conversaciones sencillas, donde estén juntos, miembros de la Iglesia de Cristo.

Pues ninguna cosa exterior confirma la calidad de miembro, sino únicamente el espíritu de amor de cada uno de ellos que se siente impulsado a Jesucristo con la fe más viva en El, como Hijo de Dios y Salvador del mundo, en cuya envoltura humana se encarnó y personificó el Mismo Dios, para redimir a los hombres del pecado y de la muerte.

Amén

De kerk van Christus (3)

De gemeenschap van Jezus Christus bestaat uit alle gelovigen die in Jezus Christus hun Verlosser zien, die in Hem geloven als de Zoon van God die naar de aarde kwam om als mens het zoenoffer te brengen voor de gehele mensheid, en die Hem daarom willen navolgen. Onder de "kerk van Christus" die Hij zelf op aarde gesticht heeft zijn alle diepgelovige mensen te verstaan die er ernstig naar streven christenen van de daad te zijn, die niet zomaar vormchristenen zijn, allen die een levend geloof hebben en die zich bewust onder het kruis van Christus plaatsen. Jezus Christus moet erkend worden door de leden van Zijn kerk. En uit deze erkenning vloeit voor hen dan ook de plicht voort volgens Zijn leer te leven, dus bewust een leven in liefde te leiden zoals Hij zelf het de mensen heeft voorgeleefd en daartoe aanmaant door Zijn oproep: "Volg Mij na". Wie aan deze oproep gehoor geeft en Hem aanvaardt, die behoort ook tot de gemeenschap die als "kerk van Christus" wordt aangeduid.

Dit is de onzichtbare kerk, die evenwel in ieder kerkgenootschap vertegenwoordigd kan zijn en ook vertegenwoordigd is, omdat er overal mensen zijn die met innige liefde in Jezus Christus geloven, die ook in liefde opkomen voor hun medemensen, die ware christenen genoemd kunnen worden omdat ze door hun levenswandel bewijzen toe te behoren aan Hem, die op aarde Zijn werkzaam zijn in liefde heeft bekroond met Zijn dood aan het kruis. Deze gemeenschap bestaat dus overal waar ware christenen leven, want zij allen behoren tot de kerk van Christus. En waar nu twee of drie van zulke christenen in Zijn naam samenkomen, daar is Hij zelf in hun midden, de Stichter van de kerk van Christus, en Hij vervult hen met Zijn geest.

Dus zullen ook de gedachten en woorden van deze mensen juist zijn en ze zijn zelfs hoger te waarderen dan het woord van een predikant die de goddelijke leer van de liefde nog niet levend vertegenwoordigt, wiens woorden nog geen blijk geven van het innerlijk leven, van de Geest - het kenmerk van de leden van de kerk van Christus. En deze Geest zal zich altijd zodanig uiten, dat het woord van God op een eenvoudige en duidelijke manier gepredikt en uitgelegd wordt, wat ook in de kleinste kring waar maar leden van de kerk van Christus bijeen zijn op de meest natuurlijke wijze kan geschieden, zelfs in een eenvoudig gesprek. Want niets uiterlijks bevestigt dit lidmaatschap, maar alleen de geest van liefde van ieder afzonderlijk die op Jezus Christus aandringt in het levend geloof in Hem als de Zoon van God en Verlosser van de wereld, in wiens menselijk omhulsel God zelf zich heeft belichaamd om de mensen te verlossen van zonde en dood.

Amen