Comparar anuncio con traducción

Otras traducciones:

Participación de los seres del más allá en las enseñanzas....

La enseñanza regulada en el ámbito espiritual proporciona a los seres humanos en la Tierra y a las almas en el más allá un conocimiento amplio, que también es necesario si el ser quiere cumplir la tarea que se le ha encomendado tan pronto como haya entrado en el reino del más allá, porque hay mucho trabajo por hacer, y esto se aplica sobre todo a las almas que son ignorantes, pero no renuentes a escuchar la Palabra de Dios. A estos ahora se les da el conocimiento de lo que les falta y a lo que son receptivos.

Si desean una aclaración, se les envía inmediatamente, y cada respuesta los estimula a pensar con entusiasmo, y sólo en raras ocasiones.... y esto en casos de rechazo flagrante.... las almas en el más allá no prestan atención a lo que se les transmite, y entonces estas almas tampoco permanecen en la cercanía de los seres de luz que dan, sino que serán desterrados a un lugar donde lo que da luz se mantiene alejado, donde existe la profundidad más profunda y, en consecuencia, residen seres poco conocedores. Estas almas pueden pasar allí infinitos tiempos siempre y cuando no surja en ellas el deseo de conocimiento.

Pero las almas que constantemente reciben enseñanza de los seres de luz no están dejados solas en sus momentos de necesidad. Las buscan y les dan una descripción del trabajo de los seres amorosos sobre los humanos en la Tierra y las almas en el más allá. Y tales descripciones pueden hacer que los seres ignorantes asistan a una enseñanza. Entonces ven el proceso con sentimientos todavía mundanos, ven que existen conexiones entre la Tierra y el más allá, y como ellos mismos todavía están muy apegados a lo terrenal, creen que también pueden establecer una conexión con sus seres queridos.

Y esto les hace regresar una y otra vez al lugar de instrucción, por lo que también son testigos de cuán rodeado de luz está el destinario de mensajes del más allá durante el momento de la recepción y de cuán beneficiosa es la irradiación luminosa que los seres circundantes perciben, es decir, que felizmente participan los seres del más allá en cada instrucción del niño terrenal porque así se aumenta su conocimiento y con este conocimiento pueden hacer felices a innumerables seres aún más pobres.

Sólo aquellos que se mantienen firmes en el conocimiento pueden cumplir la tarea que se le ha asignado, porque los seres ignorantes por sí mismos no pueden dar nada, sino que sólo el ser que da podrá redimirse. Sin embargo, sólo los bienes espirituales pueden transmitirse, y por eso primero deben convertirse en propiedad del ser, es decir, deben ser aceptados voluntariamente por éste para poder ser distribuidos....

Pues este último es un servicio en el amor, a través del cual el ser se redime. Entonces quien recibe mucho puede distribuir mucho, y por eso las almas del más allá son oyentes incansables de todas las instrucciones que tienen lugar desde el más allá a la Tierra, y se imparte conocimiento que es nuevamente la base para la actividad en el amor, porque en esto consiste el obrar en el amor, tanto en la Tierra como en el más allá, para que se difunda este conocimiento, para que la luz pueda brillar en todas partes donde los seres están activos en el amor unos por otros....

amén

Traductor
Traducido por: Hans-Dieter Heise

Deelname van de wezens in het hiernamaals aan de onderrichtingen

Het regelmatige onderwijs op geestelijk gebied geeft de mensen op aarde, evenals de zielen in het hiernamaals, een omvangrijke kennis, die ook noodzakelijk is als het wezen de hem toegewezen taak moet vervullen, zodra deze het rijk aan de overkant binnengegaan is, want er is veel werk te verrichten en dit betreft meestal de zielen die onwetend zijn, maar niet onwillig om het woord van God te horen. Hun wordt zodoende nu de kennis gegeven, die hen ontbreekt en die ze in staat zijn op te nemen.

Als ze naar opheldering verlangen, dan wordt deze hun direct toegestuurd en elk antwoord spoort hen tot ijverig nadenken aan en maar zelden, en dat in gevallen van een sterke afwijzing, slaan de zielen in het hiernamaals geen acht op wat hun toegestuurd wordt en dan blijven deze zielen ook niet in de nabijheid van de gevende lichtwezens, maar worden ze naar een plaats verbannen, waar de lichtgevers zich verre van houden. Waar dus de diepste duisternis heerst en zich dienovereenkomstig weinig wetende zielen ophouden. Daar kunnen deze zielen eindeloze tijden doorbrengen, als in hen het verlangen naar kennis niet actief wordt.

Maar de zielen die voortdurend door lichtwezens onderwezen worden, laten deze wezens in nood niet alleen. Ze zoeken hen op en geven hun een beschrijving van het werkzaam zijn van liefhebbende wezens voor de mensen op aarde en de zielen in het hiernamaals. En zulke beschrijvingen kunnen de onwetende wezens ertoe brengen om een onderricht bij te wonen. Ze bekijken dan het gebeuren met nog aardse gevoelens. Ze zien dat er een verbinding is tussen de aarde en het hiernamaals en omdat ze zelf nog erg aan het aardse hechten, geloven ze eveneens de verbinding met hun dierbaren tot stand te kunnen brengen.

En dit brengt hen ertoe steeds weer naar de plaats van het onderricht terug te keren en zodoende zijn ze er ook getuige van hoe de ontvanger van de boodschappen uit het hiernamaals gedurende de tijd van het opnemen met licht omstraald wordt en hoe aangenaam de uitstraling van licht door de omgevende wezens gevoeld wordt. Dat wil zeggen hoe blij de zielen in het hiernamaals aan elk onderricht deelnemen, omdat hun kennis daardoor toeneemt en ze met deze kennis weer talloze, nog armere zielen gelukkig kunnen maken.

Alleen degene die kennis heeft, kan de hem opgedragen taak vervullen, want onwetende wezens kunnen zelf niets geven, maar enkel het gevende wezen zal zich kunnen bevrijden. Enkel geestelijke goederen kunnen weer doorgegeven worden en daarom moet het eerst eigendom van het wezen worden, dus door deze bereidwillig in ontvangst genomen worden, zodat het uitgedeeld kan worden. Want dat laatste is een dienen in liefde, waardoor het wezen zichzelf bevrijdt.

Degene die dus veel ontvangt, kan ook veel uitdelen en daarom zijn de zielen in het hiernamaals onvermoeibare toehoorders bij alle onderrichtingen, die van het hiernamaals naar de aarde plaatsvinden. En wat een wezen gegeven wordt, is weer de basis voor het werkzaam zijn in liefde, want het werkzaam zijn in liefde, zowel op aarde als in het hiernamaals, bestaat hierin, dat deze kennis verspreid wordt, opdat het overal licht wordt waar de wezens in liefde voor elkaar werkzaam zijn.

Amen

Traductor
Traducido por: Peter Schelling