El alma es capaz de unirse con el espíritu en un tiempo relativamente corto si el ser humano está seriamente interesado en entrar en contacto con la Deidad eterna y, por tanto, derriba todas las barreras que se erigieron entre él y el Padre en el cielo. La voluntad de unirse con Dios elimina un obstáculo tras otro, porque por el mayor obstáculo era el alejamiento de la Deidad eterna por propia voluntad, Cuanto más intensamente lucha el niño terrenal por la unificación, más abiertamente expresa ahora su voluntad y, por tanto, el pensamiento de éste ahora está en el camino correcto que lleva a la conocimiento (cognición) de la Verdad eterna.
Ahora también evitará mentir y perderá toda arrogancia, hará todo lo posible para complacer a la Deidad eterna y descartará conscientemente lo que pueda ser un obstáculo para la unificación con Ella, y el ser humano puede lograrlo en poco tiempo y redimirse, porque el amor y el deseo por el Padre permite al niño encontrar el camino correcto.... El Padre atrae al niño hacía Sí en virtud de Su amor, Él no encuentra resistencia y así la unión puede realizarse en poco tiempo. Y el niño terrenal ahora ciertamente puede continuar su camino en la tierra, pero en cierta medida que aliviado de la pesadez terrenal, porque su espíritu ya no habita en esta tierra, sino en las regiones elevadas y más elevadas.
Y el tiempo en la tierra que ahora sigue puede considerarse incomparablemente exitoso, porque estar unido con Dios significa poder obrar en Su voluntad y, por tanto, realizar lo que es la voluntad divina. El ser humano entonces es impulsado por el Espíritu de Dios.... no puede hacer otra cosa que lo que Dios le prescribe, es decir, siente en el fondo de su corazón el encargo del Padre como un impulso y luego lo lleva a cabo con la máxima convicción y devoción.... Está visiblemente dirigido y decidido a hacer una cosa u otra, obedeciendo voluntariamente cada llamado del Padre, sólo escucha siempre la voz del corazón y lleva a cabo las instrucciones que le llegan, que pueden ser sentidos en el corazón.
Por eso el ser humano solo tiene que superar una cosa, dejarse dominar por su propia voluntad.... debe ponerse completamente bajo la voluntad divina y aceptarla sin dudar si le es impartida por la voz del corazón. Entonces pronto también desaparecerá toda influencia hostil, y el ser humano ahora podrá confiar sin duda en los susurros internos, y pronto reconocerá la voluntad divina como la fuerza motriz de sus acciones, porque ahora siempre tendrá que hacer lo que Dios Mismo le ha confiado.... la Deidad eterna Se expresa clara y comprensiblemente y, por tanto, no es en absoluto dudosa.
El espíritu de Dios en el hombre puede hacer todo si se le concede total libertad.... Por lo tanto, es capaz de todo, porque la obra del espíritu en el hombre no es otra cosa que la obra de Dios, y en consecuencia el hombre que ha entrado completamente en la voluntad de Dios podrá realizar lo más maravilloso, porque no es su espíritu que obra en él, sino el Espíritu de Dios que obra en él. Por lo tanto, esforzaos primero por la unificación con Dios.... tratad de llegar a ser completamente uno con Él.... entrad en Su voluntad y entonces sólo realizaréis lo que es la voluntad de Dios y a la que Él os ha llamado desde la eternidad....
amén
TraductorIn een relatief korte tijd is de ziel in staat, om zich met de geest te verenigen, als het de mens er ernstig aan gelegen is om de verbinding met de eeuwige Godheid aan te gaan en hij dus alle barrières afbreekt, die tussen hem en de Vader in de hemel opgericht waren. De wil tot vereniging met God neemt de ene hindernis na de andere weg, want de grootste hindernis was immers het uit vrije wil afwenden van de eeuwige Godheid.
Hoe inniger het mensenkind de vereniging nastreeft, des te openlijker geeft het zijn wil te kennen en dus zit het denken van het mensenkind op de juiste weg, die naar het inzicht in de eeuwige waarheid leidt. Het zal nu ook de leugen schuwen en elke verwaandheid verliezen. Het zal alles doen om de eeuwige Godheid ter wille te zijn en het zal bewust dat afleggen, wat voor de vereniging met de eeuwige Godheid belemmerend zou kunnen zijn. En dit kan de mens binnen korte tijd tot stand brengen en het kan zich bevrijden, want de liefde en het verlangen naar de Vader laat het kind de juiste weg vinden. De Vader trekt krachtens Zijn liefde het kind tot Zich omhoog. Hij ondervindt geen weerstand en de vereniging kan dus binnen korte tijd plaatsvinden.
En nu kan het mensenkind zijn weg op aarde wel voortzetten, maar het is in zekere zin van de zwaartekracht bevrijd, want zijn geest verblijft niet meer op deze aarde, maar in de hoge en hoogste regionen. En de nu volgende tijd op aarde is onvergelijkbaar succesvol te noemen, want met God verenigd te zijn, betekent volgens Zijn wil te kunnen werken en dus uitvoeren wat de goddelijke wil is. De mens wordt dan door de geest van God gedreven. Hij kan niets anders doen dan dat, wat God hem voorschrijft. Dat wil zeggen, hij voelt in het diepste van het hart de opdracht van de Vader als een drang en hij voert dit vervolgens met de volste overtuiging en overgave uit. Hij wordt zichtbaar geleid en is vastbesloten om dit of dat te doen en volgt gewillig elke roep van de Vader. Hij luistert steeds alleen maar aandachtig naar de stem van het hart en voert de instructies uit, die hem, merkbaar in het hart, toegestuurd worden.
En dus moet de mens alleen dat ene overwinnen, namelijk dat hij zijn eigen wil laat heersen. Hij moet zich volledig onder de goddelijke wil plaatsen en zonder aarzelen dat in ontvangst nemen, zoals het door de stem van het hart gegeven werd. Dan verdwijnt ook spoedig elke vijandelijke invloed en de mens kan zich nu zonder twijfel verlaten op de innerlijke influisteringen en hij beseft spoedig dat de goddelijke wil de drijfveer van zijn handelen is, want hij moet nu steeds doen, wat hem door God Zelf gegeven wordt.
De eeuwige Godheid uit Zich helder en begrijpelijk en het is dus ook niet in het minst twijfelachtig. De geest uit God kan in de mens alles teweegbrengen, als hem de volle vrijheid verleend wordt. Hij is dus tot alles in staat, omdat het werken van de geest niets anders dan het werken van God is. En derhalve zal de mens, die dus geheel en al in de wil van God binnengegaan is, het wonderbaarlijkste tot stand kunnen brengen, want het is niet zijn geest, maar de geest van God, die in hem werkt. Streeft daarom als eerste naar de vereniging met God. Probeer volkomen één met Hem te worden. Ga op in Zijn wil en u zult dan enkel uitvoeren, wat Gods wil is en waarvoor Hij u sinds eeuwigheid voorbestemd heeft.
Amen
Traductor