Open wide the door of your heart when I desire entrance.... I knock at your door again and again, for I want to offer you a delicious gift; but I want to enter, you shall receive Me joyfully, you shall rejoice in My coming and desire with all your heart that I remain with you.... You shall recognize your father in Me, Who loves you and therefore wants to bring you good gifts.... You should not deny Me access to you.... This is all I ask of you, that you open the door of your heart wide to let Me enter. For this tells Me that you also show Me love, it tells Me that you have prepared the dwelling for Me in order to receive Me therein.... And now I can rule and reign in My house, and truly, it will only be for your blessing. For what I now offer you daily is food and drink for your soul, which now no longer needs to live in want, which unites with the spirit within itself and which will soon have found union with Me, because it will no longer let Me be displaced from its heart, because it is devoted to Me with all its senses and only ever wants the father to stay with His child in order to make it happy for as long as the soul lives on earth and also for eternity. Anyone who voluntarily accepts Me into his heart when I knock and desire entrance has achieved the greatest gain on earth, for he cannot be offered anything more delicious than My daily nourishment which I administer to the soul and which lets it mature already on earth. And thus I knock at all doors and seek admittance, and blessed is he who hears Me and opens his heart and prepares himself for My reception.... blessed is he who cleans and decorates the dwelling of his heart and at any time the lord can enter His house.... blessed is he who joyfully receives Me and no longer lets Me go away.... For I will never ever leave him, I will remain with him and bestow My love upon him, I will constantly speak to him and introduce him to the truth, because he has to know about it in order to attain the right knowledge, the light, without which he cannot be blissfully happy. And whose heart I was once able to take possession of belongs to Me, and I want to provide for him earthly and spiritually, for I will bring everything to him as soon as he lets Me enter his heart. For I do not come empty-handed, I have a rich cornucopia, and My gifts which I distribute will never end because I love you.... And My most delicious gift is My word.... for it is food and drink for the soul, it is My love's pledge, it is spiritual wealth with which you will one day be able to work in the kingdom of the beyond. And everyone will have such wealth at his disposal who opens the door of his heart to Me when I desire entrance, because I never come without gifts of grace and because I always know what the soul needs most. And I knock on many a door of the heart.... but not all of them open for Me, and then I have to move on and could not bring the soul any strengthening; I could not impart any gift of grace to it, and therefore the soul's nature remains miserable and it will also enter the kingdom of the beyond miserably when its hour has come. But it has forfeited the grace to accept Me into its heart, and one day it will bitterly regret it when it recognizes Who it was who knocked at its door without finding admittance. But I do not force My way in where the door is kept closed, I go further and only enter where I am joyfully received, where love opens the door wide for Me, where I can take abode and remain there, where the soul recognizes its God and father from Whom it never wants to leave...._>Amen
TranslatorU zult de deur van uw hart wijd open moeten zetten wanneer Ik binnengelaten wil worden. Ik klop steeds weer op uw deur, want Ik wil u een kostbaar geschenk aanbieden. Maar Ik wil binnenkomen. U moet Mij met vreugde opnemen. U moet u verheugen over mijn komst en van ganser harte begeren dat Ik bij u verblijf. U moet in Mij uw Vader herkennen die u liefheeft en u daarom goede gaven wil brengen. U zult Mij niet de toegang tot u moeten ontzeggen. Dat is alles wat Ik van u verlang, dat u de deur van uw hart wijd opent om Mij zelf binnen te laten komen. Want dat laat Mij zien dat u ook Mij liefde toedraagt. Het toont Me dat u voor Mij de woning hebt bereid om Mij daarin op te nemen. En nu kan Ik Heer en Meester zijn in mijn huis en het zal waarlijk alleen voor uw heil zijn. Want wat Ik u nu dagelijks aanbied, dat is spijs en drank voor uw ziel, die nu geen gebrek meer hoeft te lijden. Die zich met de geest in zich verenigt en spoedig de aaneensluiting met Mij zal hebben gevonden omdat ze Mij nu niet meer uit haar hart laat wegdringen. Omdat ze Mij is toegedaan met al haar zinnen en altijd alleen maar wil dat de Vader bij Zijn kind zal mogen blijven om het gelukkig te maken, zolang de ziel op aarde leeft en ook voor eeuwig.
Wie Mij vrijwillig opneemt in zijn hart wanneer Ik aanklop en wens binnengelaten te worden, die heeft de grootste winst behaald op aarde. Want hem kan niets worden aangeboden wat kostbaarder is dan mijn dagelijks voedsel, dat Ik de ziel zal geven en dat haar al op aarde geheel rijp zal laten worden. En zo klop Ik op alle deuren en wens binnengelaten te worden. En gelukkig hij die Mij zal horen en zijn hart opent en zich voorbereidt op mijn ontvangst. Gelukkig hij die de woning van zijn hart reinigt en versiert en de Heer te allen tijde binnen kan komen in Zijn huis. Gelukkig hij die Mij met vreugde opneemt en Mij niet meer zal laten weggaan. Want deze zal Ik nooit meer verlaten. Ik zal bij hem blijven en hem mijn liefde schenken. Ik zal voortdurend met hem spreken en hem met de waarheid bekend maken, omdat hij hiervan op de hoogte moet zijn om tot het juiste inzicht te komen, tot het licht waar zonder hij niet gelukzalig kan zijn. En wiens hart Ik eenmaal in bezit kon nemen, die behoort Mij toe. En voor hem wil Ik zorgen, aards en geestelijk, want Ik breng hem alles zodra hij Mij zal laten binnenkomen in zijn hart. Want Ik kom niet met lege handen. Ik heb een rijk gevulde hoorn des overvloeds en aan mijn gaven die Ik uitdeel zal geen einde komen, omdat Ik u liefheb.
En mijn kostbaarste gave is mijn woord, want het is spijs en drank voor de ziel. Het is het onderpand van mijn liefde. Het is geestelijke rijkdom waarmee u eens zult kunnen werken in het rijk hierna. En ieder die voor Mij de deur van zijn hart opent wanneer Ik wens binnengelaten te worden, zal over zulke rijkdom beschikken, omdat Ik nooit zonder genadegaven kom en omdat Ik altijd weet wat de ziel het meest nodig heeft. En Ik klop op menige deur van het hart, maar niet iedereen doet Mij open. En dan moet Ik verdergaan en kon Ik de ziel geen versterking brengen. Ik kon haar geen genadegave bezorgen en daarom blijft de ziel armzalig van aard en ze zal ook armzalig het rijk hierna binnengaan wanneer haar uur is gekomen. Maar ze heeft zelf de genade verspeeld Mij op te nemen in haar hart. En eens zal het haar bitter berouwen wanneer ze zal inzien Wie het is geweest die op haar deur klopte zonder binnengelaten te worden. Maar Ik dring niet binnen waar men de deur gesloten houdt. Ik ga verder en doe alleen daar mijn intrede waar Ik met vreugde word ontvangen, waar de liefde de deur voor Mij wijd opent. Waar Ik mijn intrek kan nemen en erin verblijven, waar de ziel haar God en Vader herkent, die ze nooit meer wil opgeven.
Amen
Translator