Compare proclamation with translation

Other translations:

Help of the spiritual beings to perfection....

All angels in heaven participate in the great task of redeeming the still unfree spiritual.... All are active in the same will with the father from eternity, and all know only one aim: the return of the fallen brothers, the homecoming of those into the father's house.... And thus every being could know that it is in divine care when it walks the earthly path as a human being, for all spiritual beings full of light are concerned that the human being reaches its aim. And even before the earthly walk as a human being the spiritual being is looked after by the luminous spiritual when it still passes through the works of creation in a bound state. This spiritual being shall one day also have the possibility of embodiment as a human being, where it can then, conscious of itself, therefore also consciously entrust itself to these beings of light and ask them for help to become perfect. The redemption of the spiritual is the task and aim of all perfection, which is why it is also certain that one day the work of return to the father will succeed. But the human being's free will often sets limits to the light beings' activity, for even the angelic beings cannot do anything against this, which is why the human being himself first decides how far he approaches the aim.... the final unification with God.... But until the hour of death the beings of light strive for the human being's soul, and so long the hope need not be given up that it will still find its way back to the father before its passing away, which, however, can always be attributed to the eager work of those beings of light who certainly have the assignment from God but must respect the human being's will and therefore will always try to influence the will such that it turns towards God itself. If the human being knew how many beings of light endeavour to help him he could be completely reassured about his fate if only he would allow himself to be guided without resistance and not push through his own opposing will, against which even those beings cannot fight, which they also have to respect. This is why it is often so difficult for a person to find God and consciously take the path to Him. But where the will changes of its own accord it will also be seized by the beings of light, and they will no longer leave the human being out and push him ever more towards his God and father, and their work will become increasingly easier the more the human being gives up his resistance and allows himself to be influenced by them. But the human being will not remain without help once he has declared himself willing to take the path back to God by turning his will towards God. Then the beings of light can help him without touching his free will, then his will is the same as theirs.... to return to the father's house.... and then the human being will truly experience the help of these beings to such an extent that the way back will be easy for him and he will also safely reach the aim. For these beings have great power which they gladly use where they no longer encounter resistance. And the human being himself will have broken the resistance when he demands to be with God.... Forces of light are active on earth as well as in the beyond and tirelessly carry out redemptive work.... And truly, the whole world would already be redeemed if the human being's free will did not have to determine for itself whether redemptive work can be done on him or not.... But no human being is helplessly left to himself, they constantly have helpers at their side who pay attention to the slightest change of will in order to intervene and provide assistance until the aim is reached, the unification with the father of eternity....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

Hulp van de geestelijke wezens om volmaakt te worden

Alle engelen in de hemel nemen deel aan de grote taak van de verlossing van het nog onvrije geestelijke. Allen zijn in dezelfde wil met de Vader van eeuwigheid werkzaam en allen kennen alleen dat ene doel: het terugvoeren van de gevallen broeders, hun terugkeer in het Vaderhuis. En zo zou ieder wezen zich onder goddelijke hoede moeten weten, wanneer het in het stadium als mens de gang over de aarde gaat. Want al het geestelijke vol van licht draagt zorg dat de mens zijn doel zal bereiken. En ook vóór zijn gang over de aarde als mens wordt het wezenlijke door het geestelijke vol van licht begeleid, wanneer het nog in gekluisterde toestand door de scheppingswerken heengaat. Ook dit wezenlijke moet eens de mogelijkheid van de belichaming als mens hebben, waarin het dan - van zichzelf bewust - zich dus ook bewust aan deze lichtwezens kan toevertrouwen en ze om hulp vragen volmaakt te worden.

De verlossing van het geestelijke is taak en doel van alle volmaakte wezens, om welke reden het ook zeker is dat het werk van het terugvoeren naar de Vader eens zal lukken. Maar de vrije wil van de mens stelt vaak paal en perk aan het werkzaam zijn van de lichtwezens, want hiertegen kunnen ook de engelen niets doen. Daarom geeft dus de mens zelf eerst de doorslag hoe ver hij het doel nadert: de definitieve vereniging met God. Maar tot aan het uur van de dood spannen de lichtwezens zich in voor de ziel van de mens en zo lang hoeft de hoop ook niet te worden opgegeven, dat ze weer terugkeert naar de Vader vóór haar sterven. Maar dit is dan steeds aan de ijverige arbeid van de lichtwezens toe te schrijven, die wel de opdracht van God hebben, maar toch de wil van de mens moeten eerbiedigen en daarom steeds zullen proberen zó op de wil in te werken, dat hij zichzelf naar God keert.

Zou de mens weten hoeveel lichtwezens zich voor hem inspannen, dan zou hij helemaal gerustgesteld zijn over zijn lot. Zou hij zich alleen maar zonder weerstand laten leiden en niet zijn eigen weerspannige wil doordrijven, waartegen zelfs die wezens niet zijn opgewassen, die ook zij moeten achten. Daarom is het vaak zo moeilijk dat een mens de weg naar God vindt en bewust de weg naar Hem gaat. Maar waar de wil uit eigen aandrang verandert, daar wordt hij ook vastgepakt door de wezens van het licht. En ze laten de mens nu ook niet meer los en dringen hem steeds meer naar zijn God en Vader. En hun werk zal nu steeds gemakkelijker worden, hoe meer de mens zijn weerstand opgeeft en zich door hen laat beïnvloeden.

Maar de mens blijft niet zonder hulp, wanneer hij zich eenmaal bereid heeft verklaard de terugweg naar God te aanvaarden, door zijn wil naar God toe te keren. Dan kunnen de lichtwezens hem helpen zonder de vrije wil aan te tasten. Dan is zijn wil gelijk aan de hunne: terug te keren in het Vaderhuis. En dan ervaart de mens waarlijk de hulp van die wezens, zodanig dat de terugweg hem gemakkelijk valt en hij ook zeker zijn bestemming bereikt. Want die wezens hebben grote macht, die ze graag gebruiken waar hun geen weerstand meer wacht. En de mens heeft dan zelf de weerstand gebroken, wanneer hij naar God verlangt.

Op aarde evenals in het hiernamaals zijn krachten van licht werkzaam en verrichten onvermoeibaar verlossingsarbeid. En waarlijk, de hele wereld zou al verlost zijn, wanneer de vrije wil van de mens niet zelf zou moeten beslissen of er verlossingswerk bij hem kan worden verricht of niet. Maar er is ook geen mens hulpeloos aan zichzelf overgelaten. Ze hebben voortdurend helpers aan hun zij, die letten op de geringste verandering van wil, om dan in te grijpen en bijstand te verlenen tot het doel is bereikt: de vereniging met de Vader van eeuwigheid.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte