Kundgabe mit Übersetzung vergleichen
Seligkeit.... Lichtreich....
Ihr alle seid Meine Geschöpfe, aus Meiner Liebe hervorgegangen, und diese Liebe verringert sich nicht, sie ist und bleibt in gleicher Stärke und wird sich immer eurer annehmen, auch wenn ihr willensmäßig euch von Mir getrennt habt. Liebe ist Meine Ursubstanz, und also ist alles Geschaffene von Mir Selbst durchstrahlt und kann also auch nicht weniger werden. Was aber will die Liebe überhaupt? Nichts anderes als sich verschenken und beseligen, was wieder Liebe empfangen will.... Alles ist von der Liebe ins Leben gerufen worden, Liebekraft ist jegliches Schöpfungswerk, und also ist auch alles unvergänglich, was Mich Selbst zum Ursprung hat.... Was aber stellet ihr euch als "Liebe" vor? Sie ist und bleibt immer das Verlangen nach Zusammenschluß, nur kann es auch eine verkehrt gerichtete Liebe sein, der dieses euer Verlangen gilt.... Aber das Verlangen danach ist in euch, das zu besitzen, was ihr liebt.... Wenn ihr nun aus einer über alle Maßen reinen Liebe hervorgegangen seid, so ist auch Mein Verlangen nach euch dieser Liebe entsprechend. Ich will euch nur beglücken, euch selige Zustände schaffen, euch also alles das wiedergeben, was ihr freiwillig hingegeben hattet. Sie will euch wieder in den Zustand versetzen, der.... da ihr Produkte dieser Liebekraft seid.... ein Zustand höchster Glückseligkeit war. Und wenn euch nun im Zustand der Unvollkommenheit jede Vergleichsmöglichkeit fehlt, so könnet ihr euch auch nicht vorstellen, worin diese Seligkeit besteht. Ihr werdet immer bedacht werden nach dem Grad der Liebe, in dem ihr selbst steht, und mit zunehmender Liebe werdet ihr auch immer größere Seligkeit empfinden dürfen. Diese Seligkeiten bestehen aus (in) unzähligen geistigen Erlebnissen, in einer Art schöpferischen Tätigkeit, im Erschauen geistiger Schöpfungen, in ständigem Verlangen und ständigem Erfüllen, im Hören Meines Wortes.... Alles dieses löst eine Seligkeit aus, für die euch Menschen jeder Begriff fehlt.... Denn immer will euch Meine endlos tiefe Liebe beglücken, euch etwas schenken, das ihr einstens besaßet....
(19.5.1965) Doch die höchste Beglückung wird für euch immer das Weiterleiten Meines Liebekraftstromes sein, denn immer wird es lichtlose Stätten geben, die ihr mit Licht bedenken sollet.... Und Weiterleiten Meiner Liebekraft bedeutet, denen die Wahrheit zuzuführen, die ihr in aller Fülle besitzet, die euch unbegrenzt auch zugeht und darin eure Seligkeit besteht, die für euch noch ganz unverständlich ist, denn Licht weiterleiten in die Finsternis ist in einem Maße beglückend, denn es steigt ständig an und wird von einem solchen Wesen nicht mehr hingegeben. Immer wird die Seele helfen wollen, und immer wird sie auch hilfsbedürftige Seelen finden, und diese Hilfe ist für sie beglückend und wird doch niemals um der eigenen Seligkeit willen ausgeführt werden, sondern immer nur die Liebe treibt die Seele an zu dieser Hilfe, die Liebe aber ist in jeder Seele von solcher Stärke, daß sie allein schon Seligkeit bereitet, die unermeßlich ist.... Es wird also von keiner Seele die Seligkeit "angestrebt", daß sie als Belohnung empfunden werden könnte.... Denn danach verlangt keine Seele, aber die übergroße Liebe treibt sie unausgesetzt an zu einer Tätigkeit, die Seligkeit an sich ist, ob sie im Schaffen und Gestalten besteht oder im Austeilen der Wahrheit.... sie wird immer als "Seligkeit" empfunden werden, weil sie immer in der Beseligung der anderen Wesen besteht, also von einer eigenen "Entlohnung" nicht mehr gesprochen werden kann. Die geistige Welt bietet euch so viele Herrlichkeiten, die aber ursprünglich euer Anteil gewesen sind und die ihr nun nur wieder in Besitz nehmen dürfet, die euch daher unermeßlich beseligen.... Es ist also der Urzustand, in dem ihr euch befandet, und ihr steht nun als Mensch in einem sehr mangelhaften Zustand, so daß euch eine "ewige Seligkeit" als erstrebenswert vorgestellt wird. Ihr könnet euch aber kein Bild machen davon, was unter dieser Seligkeit zu verstehen ist, doch so viel sollet ihr wissen, daß ihr nicht mehr zurückkehren möchtet in jenen mangelhaften Zustand, wo ihr (euch) noch nicht die Liebe voll und ganz erfaßt hat.... die ihr nur immer ausstrahlen möchtet auf jene Wesen, die eines Lichtes bedürfen.... Denn selbst wieder beglücken zu können wird für euch die größte Seligkeit sein, und dazu werdet ihr immer Gelegenheit haben, wenn euch Mein Liebestrahl selbst treffen kann, den ihr immer wieder weiterleiten könnet in die Gebiete, wo noch Dunkelheit ist, und es für euch dann die Aufgabe ist, die euch selbst beseligt....
Amen
Übersetzer
Gelukzaligheid - Lichtrijk
U allen bent mijn schepselen, voortgekomen uit mijn liefde. En deze liefde wordt niet minder, ze is en blijft van dezelfde kracht en zal zich altijd om u bekommeren, ook wanneer u zich door uw wil van Mij hebt gescheiden. Liefde is mijn oer-substantie en daarmee is al het geschapene door Mij zelf doorstraald en het kan dus niet minder worden. Maar wat wil de liefde eigenlijk? Het wil niets anders dan zich weggeven en gelukkig maken wat weer liefde wil ontvangen. Alles is door de liefde in het leven geroepen. Elk scheppingswerk is liefdeskracht en dus is ook alles onvergankelijk wat Mij zelf als oorsprong heeft. Maar wat stelt u zich voor als liefde? Ze is en blijft steeds het verlangen naar aaneensluiting, alleen kan uw verlangen ook een verkeerd gerichte liefde zijn. Maar in u is het verlangen dat te bezitten wat u liefhebt.
Wanneer u nu uit een buitengewoon zuivere liefde bent voortgekomen, dan is mijn verlangen naar u ook in overeenstemming met deze liefde. Ik wil u alleen gelukkig maken, u gelukkige omstandigheden verschaffen, u dus al datgene teruggeven wat u vrijwillig had opgegeven. Ze wil u weer in de toestand plaatsen die - daar u voortbrengselen van de liefdeskracht bent - een toestand van hoogste gelukzaligheid was. En wanneer u nu in de toestand van onvolmaaktheid elke mogelijkheid ontbreekt om te vergelijken, dan zult u zich ook niet kunnen voorstellen waarin deze gelukzaligheid bestaat.
U zult steeds worden bedeeld naar de graad van liefde waarin u zich zelf bevindt en met toenemende liefde zult u ook steeds grotere gelukzaligheid mogen ervaren. Deze gelukzaligheden bestaan in ontelbare geestelijke belevenissen, in een soort scheppend bezig zijn, in het aanschouwen van geestelijke scheppingen, in voortdurend verlangen en voortdurend vervullen, in het horen van mijn woord. Dit alles veroorzaakt een gelukzaligheid waarvoor u mensen elk begrip ontbreekt. Want steeds wil mijn eindeloos diepe liefde u gelukkig maken, u iets schenken dat u vroeger bezat.
Maar de hoogste gelukzaligheid zal voor u steeds het doorgeven van de krachtstroom van mijn liefde zijn. Want steeds zullen er plaatsen zonder licht zijn die u met licht zult moeten bedelen. En het doorgeven van mijn liefdeskracht betekent diegenen de waarheid te brengen die u in alle overvloed bezit, die u ook onbeperkt wordt toegestuurd. Daarin bestaat uw gelukzaligheid die voor u nog totaal onbegrijpelijk is, want licht verder leiden in de duisternis is in zekere mate gelukkig makend, want het neemt voortdurend toe en wordt door zo’n wezen niet meer opgegeven.
Steeds zal de ziel willen helpen en steeds zal ze ook hulpbehoevende zielen vinden. En deze hulp is voor haar gelukkig makend en zal toch nooit ter wille van de eigen gelukzaligheid worden uitgevoerd, maar steeds zet alleen de liefde de ziel aan tot deze hulp. Maar de liefde is in iedere ziel zo sterk dat zij alleen al gelukzaligheid bereidt die onmetelijk is. Er wordt dus door geen ziel de gelukzaligheid nagestreefd wat ze zou kunnen ervaren als beloning, want daar verlangt geen ziel naar. Maar de overgrote liefde zet haar onophoudelijk aan tot een werkzaamheid die op zichzelf gelukzaligheid is, of deze in het scheppen en vormgeven bestaat, of in het uitdelen van de waarheid. Ze zal steeds als gelukzaligheid worden ondervonden omdat ze steeds bestaat in het gelukkig stemmen van andere wezens, dus kan er van een eigen beloning niet meer worden gesproken.
De geestelijke wereld biedt u zoveel heerlijkheden - die echter oorspronkelijk uw aandeel zijn geweest en die u nu weer in bezit zult mogen nemen, die u daarom onmetelijk gelukzalig stemmen. Het is dus de oorspronkelijke toestand waarin u zich bevond. En als mens bevindt u zich nu in een zeer gebrekkige toestand, zodat u een eeuwige gelukzaligheid wordt voorgesteld als waard om naar te streven. U zult zich er echter geen voorstelling van kunnen maken wat onder deze gelukzaligheid is te verstaan. Maar zoveel zult u moeten weten, dat u niet meer terug zou willen keren in die gebrekkige toestand waarin u de liefde nog niet volledig hebt doorgrond - die u alsmaar zou willen uitstralen op die wezens die licht nodig hebben. Want zelf weer gelukkig te kunnen maken zal voor u de grootste gelukzaligheid zijn. En daar zult u steeds gelegenheid voor hebben wanneer mijn liefdesstraal u zelf kan raken, die u altijd weer verder zult kunnen leiden in de gebieden waar nog duisternis is. En dan is het voor u de taak die u zelf gelukkig stemt.
Amen
Übersetzer