Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Gott allein ist Beherrscher des Universums....

Auch das sei euch ein Hinweis auf das nahe Ende, daß die Menschen immer neue Versuche machen, in die Schöpfungsgeheimnisse einzudringen, doch niemals auf geistigem Wege, auf dem allein sie Aufschluß erhalten können.... Sie suchen mit ihrem Verstand zu ergründen, was ihnen noch verborgen ist, sie unternehmen Versuche, um zu erforschen, was außerhalb der Erde ist, sie wollen Naturgesetze ergründen und sie auswerten wieder nur um irdischen Gewinnes willen.... Sie schalten Mich Selbst, als den Schöpfer und Erhalter, als den Beherrscher des Universums, aus und glauben, eigenmächtig Forschungen anstellen zu können, die außerhalb der Erde bestehende Schöpfungen betreffen.... Sie werden auch ihre Versuche fortsetzen, wenngleich sie immer wieder mißlingen, weil es nie und nimmer geschehen kann, daß Menschen von der Erde Aufenthalt nehmen auf anderen Gestirnen, ohne ihr Leben zu verlieren.... Doch Ich belasse auch dann noch ihnen den freien Willen, Ich hindere sie nicht, auf daß sie selbst die Nutzlosigkeit ihrer Vorhaben erkennen. Und ob sie gleich glauben, in Meine Schöpfung eingreifen zu können, sie verlieren den Maßstab dafür, wo die Grenzen liegen für ihren eigenen Verstand.... Unbegrenzte Erfahrungen könnten sie auf geistigem Wege sammeln, doch davon würden die Seelen nur Nutzen ziehen, die Menschen aber suchen Vorteile für irdische Zwecke, und darum wählen sie auch nicht den Weg, der sie zur rechten Erkenntnis führen könnte.... Doch alle ihre Versuche werden scheitern und immer nur schädigend wirken auf die Menschen, die sich als Versuchsobjekte hingeben.... Das Gebiet für die Menschen ist und bleibt die Erde.... wie auch andere Gestirne wieder für sich abgeschlossen sind, und die Wesen, die ein jedes Gestirn bewohnen, sei es die Erde oder alle anderen Sternenwelten, sind den Naturgesetzen unterworfen, die von Mir aus für ein jedes Gestirn gegeben wurden, und keines dieser Naturgesetze werden sie ausschalten können oder sich mit den Wesen anderer Gestirne verbinden können, und sie werden diese Versuche nur mit dem Leben bezahlen, weil es eine Vermessenheit ist, Meine Gesetze zu mißachten, die sie verstandesmäßig schon zurückhalten sollten von Versuchen dieser Art. Und schon das ist ein Zeichen des nahen Endes, es ist ein Zeichen völligen Unglaubens an einen Gott und Schöpfer, ansonsten sie es nicht wagen würden, in Seine Schöpfungen störend einzugreifen, im Glauben, ebenfalls Schöpfungswerke erstehen lassen zu können, die das Weltall durcheilen.... Es sind tote Werke ohne Zweck und Ziel.... die nur beweisen, wie vermessen die Menschen auf der Erde sind und wie verfinstert ihr Geist ist trotz erstaunlichsten Berechnungen.... die jedoch nicht stimmen, wie sie stets wieder werden erfahren müssen. In alle bestehenden Naturgesetze greifen die Menschen schon ein, doch niemals zum Segen für die Mitmenschen, sondern nur zum Schaden körperlich und geistig, denn sie verändern durch ihre Versuche auch rein naturmäßig ihre Lebensmöglichkeiten, sie vergiften die Luft, das Wasser und also die Lebensbedingungen rein körperlich, wie sie aber auch durch ihr gottloses Handeln den Seelen großen Schaden zufügen, die niemals ausreifen können auf Erden in so weiter Entfernung von Mir, ihrem Gott und Schöpfer.... Diese weite Entfernung aber beweisen sie, denn nur satanischer Einfluß bestimmt sie zu ihrem Denken und Handeln, nur der Satan gibt ihnen diese Gedanken ein, weil er selbst Mich auszuschalten sucht und er die Menschen in völlig negativem Sinne beeinflußt. Niemals wird und kann ein solcher Versuch, auf außerhalb der Erde liegende Gestirne zu gelangen, von Mir aus gesegnet sein, doch lasse Ich bis zuletzt noch Erbarmen walten an denen, deren Seelen noch nicht gänzlich Meinem Gegner verfallen sind.... ansonsten jeglicher Versuch bald zum Scheitern verurteilt wäre, doch Ich ringe um jede einzelne Seele, und sowie sie sich in innigem Gebet zu Mir wenden in Momenten irdischer Not, stehe Ich ihnen auch bei und lasse scheinbar gelingen, doch immer nur mit dem Ziel, daß die Menschen zurückfinden zu Mir und ablassen von ihren Vorhaben, wenn sie erkennen müssen, daß sie abhängig sind von einer stärkeren Macht, Die sie verstandlich niemals werden erfassen können, Die aber das Herz doch erfassen kann.... Ihr werdet noch manches hören und vielleicht auch staunen ob der Leistungen, die Menschen vollbringen können. Doch wisset, daß ihnen Kraft zugeht von Meinem Gegner, daß er gleich Mir versucht, Werke zu schaffen inmitten Meiner Schöpfung, wozu er selbst nicht fähig ist, und darum sich des Willens der Menschen bedient, die er leicht beeinflussen kann, weil sie wenig oder gar keinen Glauben haben.... Doch es sind seine letzten Versuche, denn seine Zeit ist abgelaufen, und er selbst zieht seinen Sturz in die Tiefe heran, denn wenn er die größte Verwirrung angerichtet hat unter den Menschen, werde Ich seinem Wirken ein Ende setzen, und es wird auch nichts bestehenbleiben von den Werken, die durch Menschen unter seinem Einfluß entstanden sind.... Alles wird vergehen, und Ich werde die Ordnung wiederherstellen auf der Erde, auf daß sie weiter als Schule des Geistes ihren Zweck erfüllen kann, nach Meinem Willen....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

God alleen is Gebieder van het heelal

Ook dat moet u wijzen u op het einde dat nabij is, namelijk dat de mensen steeds nieuwe pogingen doen om in de geheimen van de schepping door te dringen, maar nooit op geestelijke wijze waardoor zij alleen opheldering kunnen ontvangen. Zij proberen met hun verstand te doorgronden wat voor hen nog verborgen is. Zij ondernemen pogingen om te onderzoeken wat er buiten de aarde is, ze willen natuurwetten doorgronden en die benutten, weer alleen ter wille van aards gewin. Zij schakelen mijzelf als de Schepper en Bewaarder, als de Gebieder van het heelal uit en geloven eigenmachtig navorsingen te kunnen ondernemen die buiten de aarde bestaande scheppingen betreffen.

Zij zullen ook hun pogingen voortzetten ofschoon ze steeds weer mislukken, omdat het nooit en te nimmer gebeuren kan dat mensen van de aarde op andere hemellichamen verblijven zonder hun leven te verliezen. Maar zelfs dan nog laat Ik hun de vrije wil. Ik hinder hen niet, opdat zijzelf de nutteloosheid van hun voornemens inzien. En of zij nu al geloven te kunnen ingrijpen in mijn schepping of niet, zij verliezen daarvoor de maatstaf waar de grenzen liggen voor hun eigen verstand.

Op geestelijke wijze zouden zij onbeperkte ervaringen kunnen verzamelen, maar daarvan zouden alleen de zielen voordeel hebben. De mensen zoeken echter voordelen voor aardse doeleinden en daarom kiezen ze niet de weg die hen tot het juiste inzicht zou kunnen brengen. Maar al hun pogingen zullen schipbreuk lijden en steeds alleen maar een schadelijke uitwerking hebben op de mensen die zich als "testobjecten" aanbieden.

Het gebied voor de mensen is en blijft de aarde - zoals ook andere hemellichamen als zodanig weer afgesloten zijn en de wezens die op elk hemellichaam wonen, zij het de aarde of elk andere gesternte, zijn onderworpen aan de natuurwetten die van Mij uit aan elk hemellichaam gegeven werden. En geen van deze natuurwetten zullen zij kunnen uitschakelen, of zich met wezens van andere hemellichamen kunnen verbinden, en zij zullen deze pogingen alleen maar met hun leven betalen - omdat het een vermetelheid is om mijn wetten te minachten die hen door hun verstand al moesten afhouden om onderzoekingen van dien aard te ondernemen. En dat is al een teken van het naderende einde. Het is een teken van totaal ongeloof in een God en Schepper. Want anders zouden zij het niet wagen verstorend in mijn scheppingen in te grijpen met het idee eveneens scheppingswerken te kunnen laten ontstaan die het heelal doorijlen. Het zijn dode dingen zonder zin of doel die bewijzen hoe vermetel de mensen op de aarde zijn en hoe verduisterd hun geest is ondanks hun meest verbazingwekkende berekeningen, die echter niet kloppen zoals zij steeds weer moeten ondervinden.

In alle bestaande natuurwetten grijpen de mensen reeds in, nooit echter tot zegen van hun medemensen maar steeds tot schade, lichamelijk en geestelijk. Want ze veranderen door hun proefnemingen ook zuiver natuurlijk gezien hun levenskansen. Zij vergiftigen de lucht, het water en dus de levensvoorwaarden zuiver lichamelijk gezien, zoals zij echter ook door hun goddeloos handelen grote schade aan de zielen toebrengen, die zich op aarde op zo grote afstand van Mij, hun God en Schepper, nooit kunnen voltooien. Deze verre verwijdering echter wordt door hen bewezen, want alleen satanische invloed bepaalt hun denken en handelen. Alleen de satan geeft hun deze gedachten in, omdat hij zelf probeert Mij uit te schakelen en hij de mensen in totaal negatieve zin beïnvloedt.

Nooit zal en kan zo'n poging om op andere hemellichamen te komen die buiten de aarde liggen van Mij uit gezegend zijn. Toch laat Ik tot op het laatst nog erbarmen gelden voor hen wier zielen nog niet geheel aan mijn tegenstander ten prooi zijn gevallen, daar anders elke poging snel tot mislukken gedoemd zou zijn. Maar Ik worstel om iedere afzonderlijke ziel en zodra ze zich in innig gebed tot Mij wenden in ogenblikken van aardse nood sta Ik hen ook bij en laat dingen schijnbaar lukken, doch altijd alleen met het doel dat zij de weg tot Mij terugvinden en hun voornemens opgeven als zij moeten inzien dat zij afhankelijk zijn van een sterkere Macht die zij met hun verstand nooit zullen kunnen doorgronden, maar die het hart toch kan begrijpen.

U zult nog veel horen en wellicht verbaasd staan over de prestaties die mensen kunnen leveren. Maar weet, dat hun de kracht wordt gegeven door mijn tegenstander. Dat hij evenals Ik probeert werken te laten ontstaan te midden van mijn schepping waartoe hijzelf niet in staat is en daarom zich bedient van de wil van de mensen die hij gemakkelijk kan beïnvloeden omdat zij weinig of geen geloof hebben. Maar het zijn zijn laatste pogingen, want zijn tijd is afgelopen en hijzelf trekt zijn val in de diepte naar zich toe. Want als hij de grootste verwarring onder de mensen heeft teweeggebracht, zal Ik een einde maken aan zijn activiteiten en er zal ook niets blijven bestaan van de werken die door mensen onder zijn invloed zijn ontstaan. Alles zal vergaan en Ik zal de ordening op de aarde weer herstellen opdat die verder als "school van de geest" haar doel kan vervullen volgens mijn wil.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Gerard F. Kotte