Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Erklärung der vielen Todesfälle: Schließen der jenseitigen Pforten....

Die Pforten schließen sich für lange Zeit, die den Seelen Eingang waren in das jenseitige Reich. Das wird nur jenen verständlich sein, die es wissen, daß eine Erlösungsperiode zu Ende geht, die es wissen, daß diese endet mit der Neubannung des Geistigen, das als Mensch versagte in seiner Willensprobe, das wieder herabgesunken ist zur Tiefe und darum aufs neue den endlos langen Entwicklungsgang durch die Schöpfungen der neuen Erde gehen muß. Bis dieses Ende gekommen ist, sind auch die Pforten geöffnet in das jenseitige Reich, d.h., die bis dahin noch von der Erde Abgeschiedenen werden in das jenseitige Reich, in das Reich der Geister, aufgenommen werden, und sie haben noch eine kurze Zeit zur Verfügung, um sich aus der Dunkelheit zum Licht emporzuarbeiten, wobei ihnen viel Hilfe geleistet wird, auf daß sie nicht noch im jenseitigen Reich zur Tiefe fallen und dann das gleiche Los erfahren müssen: gebannt zu werden in der festen Materie. Es ist also eine sehr große Gnade, wenn Menschen unreifen Geistes noch abgerufen werden, wenn sie nicht bis zum Ende dieser Erde ihr irdisches Leben behalten und dann kaum noch eine Möglichkeit ist, daß sie zu Gott finden und Ihn anrufen um Erbarmen. Und es sind viele Menschen zur Zeit auf Erden, die nur zu gleichgültig sind, als daß sie sich um Seelenreife bemühen.... die jedoch auch nicht in das satanische Lager gezählt werden können, doch in größter Gefahr sind, ihm noch zu verfallen vor dem Ende. Und diesen will Gott noch eine Gelegenheit geben, ihren Reifezustand um ein geringes zu erhöhen.... Und Er ruft sie deshalb vorzeitig ab.... Denn unwiderruflich geht die dem als Mensch verkörperten Geistigen zugebilligte Erlösungszeit zu Ende.... Und was das bedeutet, das kann selten nur ein Mensch fassen. Denn auch im geistigen Reich wird eine Scheidung der Geister erfolgen, auch im jenseitigen Reich verharren noch unzählige Seelen in tiefster Finsternis, an denen alle Erlösungsversuche vergeblich waren und die darum auch das Los derer teilen müssen, die in der Materie neu gebannt werden. Darum findet auch im jenseitigen Reich eifrige Erlösungsarbeit statt, auch den Seelen in der Finsternis wird das Evangelium gepredigt, d.h., es wird ihnen die Möglichkeit geboten, es anzuhören, aber sie werden nicht dazu gezwungen.... Alles wird versucht, um noch zu retten, was möglich ist, weil Gott einer jeden Seele helfen möchte, noch in dieser Erlösungsperiode ein kleines Licht zu empfangen, weil Seine unendliche Liebe jeder Seele dieses entsetzliche Los ersparen möchte, das denen beschieden ist, die sich noch ganz in den Händen des Gegners befinden, denen sie entrissen werden sollen.... Wer aber um das Schicksal derer weiß, der wird auch einen gewissen Trost darin finden, wenn Gott vorzeitig Menschen aus dem Leben abruft, weil Er dann auch weiß, daß dies ein Erbarmungswerk an jenen Seelen ist, damit sie dem entsetzlichen Los entrinnen können. Denn jede Seele wird im Jenseits von überaus hilfswilligen Lichtwesen bearbeitet, und alles Erdenkliche wird getan, um sie einige Schritte zur Höhe führen. Denn dann sind sie der Gefahr entronnen, in die Tiefe zurückzusinken, und dann bleibt ihnen jener nochmalige Gang über die Erde erspart. Doch mit dem Ende dieser Erde ist auch diese Möglichkeit vorbei, im geistigen Reich Aufnahme zu finden und weiterausreifen zu können, denn es wird am Ende nur satanisch-ausgerichtete Menschen geben neben der kleinen Schar derer, die Gott treu bleiben und die Er Selbst holen wird am Tage des Gerichtes. Und darum soll jeder dankbar sein, der das Ende nicht zu erleben braucht, denn ihm leuchtet ein Hoffnungsstrahl, daß er Gnade gefunden hat und nicht verlorenzugehen braucht....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Verklaring van de vele sterfgevallen: het sluiten van de poorten in het hiernamaals

De poorten die de toegang waren van de zielen naar het rijk hierna, worden voor lange tijd gesloten. Dat zal alleen voor diegenen begrijpelijk zijn, die weten dat er een verlossingsperiode ten einde gaat, die weten dat deze eindigt met de hernieuwde kluistering van het geestelijke dat als mens faalde bij zijn wilsproef, dat weer weggezonken is in de diepte en daarom opnieuw de eindeloos lange ontwikkelingsgang door de scheppingen van de nieuwe aarde moet gaan. Totdat dit einde is gekomen zijn ook de poorten geopend naar het rijk hierna. Dat wil zeggen: zij die tot dan toe nog van de aarde worden weggenomen, worden opgenomen in het rijk hierna, in het rijk van de geesten en ze hebben nog een korte tijd ter beschikking om zich uit de duisternis naar het licht omhoog te werken, waarbij hun veel hulp wordt geboden opdat ze niet nog in het rijk hierna in de diepte vallen en dan hetzelfde lot moeten ondergaan: gekluisterd te worden in de vaste materie.

Het is dus een zeer grote genade wanneer mensen die een onrijpe geest hebben nog worden weggeroepen, wanneer ze niet tot aan het einde van deze aarde hun aardse leven behouden en er dan nauwelijks nog een mogelijkheid is dat ze de weg naar God vinden en Hem aanroepen om erbarmen. En er zijn thans veel mensen op aarde die alleen maar meer onverschillig zijn, dan dat ze zich inzetten voor de rijpheid van hun ziel, die echter ook niet bij het satanische kamp kunnen worden geteld, maar in het grootste gevaar verkeren nog aan hem ten prooi te vallen voor het einde. En dezen wil God nog een gelegenheid geven hun staat van rijpheid een weinig te vergroten. En daarom roept Hij ze voortijdig weg. Want onherroepelijk loopt de tijd van verlossing ten einde die het als mens belichaamde geestelijke is toegestaan. En wat dat betekent kan slechts zelden een mens begrijpen. Want ook in het geestelijke rijk zal er een scheiding van geesten plaatsvinden. Ook in het rijk hierna verblijven nog ontelbare zielen in diepste duisternis, bij wie alle verlossingspogingen tevergeefs waren en die daarom ook het lot van diegenen moeten delen die in de materie opnieuw worden gekluisterd.

Daarom vindt ook in het rijk hierna ijverige verlossingsarbeid plaats, ook aan de zielen in de duisternis wordt het evangelie gepredikt. Dat wil zeggen, er wordt hun de mogelijkheid geboden het aan te horen, maar ze worden er niet toe gedwongen. Alles wordt geprobeerd om nog te redden wat mogelijk is, omdat God iedere ziel zou willen helpen nog in deze verlossingsperiode een lichtje te ontvangen, omdat Zijn oneindige liefde iedere ziel dit verschrikkelijke lot zou willen besparen, dat diegenen beschoren is, die zich nog helemaal in de handen van de tegenstander bevinden, aan wie ze moeten worden ontrukt. Maar wie op de hoogte is van het lot van dezen, zal ook een zekere troost daarin vinden wanneer God voortijdig mensen uit het leven wegroept, omdat hij dan ook weet dat dit een werk van erbarmen is ten behoeve van zulke zielen opdat ze aan het verschrikkelijke lot ontkomen. Want iedere ziel wordt in het hiernamaals door uitermate hulpvaardige lichtwezens bewerkt en al het mogelijke wordt gedaan om hen enige schreden omhoog te leiden. Want dan zijn ze aan het gevaar ontsnapt in de diepte terug te zinken en dan blijft hun die hernieuwde gang over de aarde bespaard.

Doch met het einde van deze aarde is ook deze mogelijkheid voorbij, in het geestelijke rijk te worden opgenomen en verder rijp te kunnen worden, want er zullen aan het einde alleen satanisch gerichte mensen zijn, naast de kleine schare van hen die God trouw blijven en die Hij zelf zal halen op de dag van het gericht. En daarom moet ieder dankbaar zijn die het einde niet hoeft mee te maken, want voor hem schijnt er een straal van hoop dat hij genade heeft gevonden en niet verloren hoeft te gaan.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Gerard F. Kotte