• Zurück

Des Gegners Wirken unter dem Gewand des Lichtengels....

Euch Menschen bleiben die Einwirkungen des Gegners von Gott nicht verborgen, ihr könnet alle davon Kenntnis nehmen und darum auch alle euch dazu einstellen nach eurem Willen. Ihr könnet euch wehren gegen diesen Einfluß, aber auch euch ihm unterwerfen, es steht euch beides frei, erfordert nur das Tätigwerden eures Willens, darüber nachzudenken und euch selbst ein Urteil zu bilden. Daß der Gegner Gottes in der Endzeit ganz besonders wirket, daß er mit allen Mitteln versucht, sich der Seele der Menschen zu bemächtigen, könnt ihr alle feststellen, denn die Schandtaten, die auf Erden ausgeführt werden in jedem Gebiet, bleiben euch nicht verborgen, und sie alle sind auf den Gegner Gottes zurückzuführen, der die Menschen bearbeitet und allzuoft auch zum Ziel kommet. Seinem Einfluß unterliegen weit mehr Menschen als solche, die ihm widerstehen, die ihn zu durchschauen vermögen und sich abwenden von ihm. Denn er versteht es auch, sich zu tarnen und so auch viele Menschen zu täuschen, die nicht ihm angehören wollen, denn er kleidet sich in das Gewand eines Lichtengels und führt so Betrugsmanöver aus, denen viele zum Opfer fallen. Dennoch liegt es an jedem einzelnen Menschen selbst, daß er sich Licht verschaffe und seinem Ränkespiel nicht erliegt. Wo aber schon tiefe Finsternis die Menschen einhüllt, werden diese auch in der Finsternis verbleiben, weil sie sich wohl darin fühlen und nicht nach Licht verlangen. Und das ist die Erklärung dafür, daß der Gegner Gottes gerade dort sein Werk der Verwirrung fortsetzen kann, wo die Menschen schon verwirrten Denkens sind.... wo also die besten Grundlagen dafür sind, immer größere Irrtümer zu verbreiten, weil sich die Menschen keine Mühe geben, solche zu klären, und sie bedenkenlos auch den dicksten Irrtum als Wahrheit hinnehmen. In der Zeit des Endes nun ist der Kampf zwischen Licht und Finsternis wohl besonders heftig entbrannt, aber die Finsternis ist schon zu tief, die Menschen sehnen sich nicht heraus, sie fühlen sich wohl in der Finsternis, und die Lichtträger werden nur selten in ihren Gebieten Eingang finden. Und weil das Licht nicht gewaltsam durchbricht, kann auch nicht der Irrtum aus der Welt gewaltsam verdrängt werden.... Der Wille der Menschen selbst kann dies nur zuwege bringen, und dieser versagt.... Denn sowie ein Lichtlein aufblitzt in dunklem Gebiet, zündet auch der Gegner Gottes seine Blendlichter an, und diese werden gesehen und anerkannt, und sie bewirken doch nur, daß das Auge völlig erblindet, daß die Nacht um den Menschen stets tiefer wird, daß es den matten Liebe- und Lichtschein Gottes nicht mehr zu erkennen vermag. Und solange sich also die Menschen nicht vollernstlich sehnen nach Licht, nach der Wahrheit, nach dem göttlichen Liebelichtstrahl, wird der Gegner unerkannt wirken können unter den Menschen, und sein Wirken wird darin bestehen, die Menschen stets mehr zu entfernen von der Wahrheit, sein Lügenwerk als Wahrheit zu tarnen und sich selbst mit dem Gewand eines Lichtengels zu umkleiden.... Denn es ist die Zeit des Endes, wo er große Macht hat, die aber jeder einzelne Mensch auch brechen kann, wenn er sich an Gott Selbst wendet und sich Ihm übergibt.... wenn er Ihn bittet um Licht und Kraft und Gnade. Dann ist er wahrlich dem Fangnetz des Gegners entschlüpft, und dann wird ihm wahrlich auch ein Licht werden, das ihn unermeßlich beglückt....

Amen

Het werkzaam zijn van de tegenstander, in het gewaad van een lichtengel

U, mensen blijft de invloed van de tegenstander van GOD niet verborgen, u zult daar allen kennis van kunnen nemen en daarom ook u allen erop instellen volgens uw wil (en erover nadenken). U zult u kunnen verweren tegen deze invloed maar u er ook aan onderwerpen, het staat u beide vrij, het vraagt alleen het werkzaam worden van uw wil om daarover na te denken en uzelf een oordeel te vormen.

Dat de tegenstander van GOD in de eindtijd heel bijzonder werkzaam is, dat hij met alle middelen tracht zich van de zielen van de mensen meester te maken, kunt u allen vaststellen, want de schanddaden die op elk gebied van de aarde worden gepleegd, blijven u niet verborgen en ze zijn alle op de tegenstander van GOD terug te voeren, die de mensen bewerkt en maar al te vaak zijn doel bereikt. Aan zijn invloed zijn veel meer mensen onderworpen dan degenen die hem weerstaan, die in staat zijn hem te doorzien en zich van hem afwenden. Want hij verstaat ook de kunst zich te vermommen en zo ook veel mensen te misleiden die niet bij hem willen horen, want hij kleedt zich in het gewaad van een lichtengel en voert zo bedrieglijke manoeuvres uit waarvan velen het slachtoffer worden. Toch ligt het zelf aan ieder mens afzonderlijk, dat die zich licht verschaft en niet ten prooi valt aan zijn intriges. Maar waar al diepe duisternis de mensen omhult, zullen dezen ook in de duisternis blijven, omdat ze er zich goed in voelen en niet naar licht verlangen. En dat is er de verklaring voor, dat de tegenstander van GOD juist daar zijn werk van verwarring kan voortzetten waar de mensen al een verward denken hebben - waar dus de beste grondslagen daarvoor aanwezig zijn, steeds grotere dwalingen te verbreiden omdat de mensen zich geen moeite getroosten zoiets op te helderen en ze zonder nadenken ook de grofste dwaling als waarheid aannemen.

Nu is in de tijd van het einde de strijd tussen Licht en duisternis wel bijzonder heftig ontbrand, maar de duisternis is al te diep, de mensen verlangen er niet meer naar hier uit te komen, ze voelen zich goed in de duisternis en de Lichtdragers zullen maar zelden hun gebieden binnen kunnen gaan. En omdat het licht niet met geweld doorbreekt, kan de dwaling ook niet met geweld uit de wereld worden verdrongen.

Alleen de wil van de mens zelf kan dit tot stand brengen en deze schiet te kort - want zodra er een lichtje opflitst in donker gebied, ontsteekt ook de tegenstander van GOD zijn verblindende lichten en deze worden gezien en aanvaard en toch veroorzaken ze alleen maar dat het oog volkomen blind wordt, dat de nacht om de mensen steeds dieper wordt, dat het niet in staat is de zachte Liefde - en lichtschijn van GOD te herkennen.

En zolang dus de mensen niet in alle ernst naar het licht verlangen, naar de waarheid, naar de goddelijke lichtstraal van Liefde, zal de tegenstander zonder herkend te worden werkzaam kunnen zijn onder de mensen en zijn werkzaamheid zal daarin bestaan de mensen steeds meer weg te voeren van de waarheid, zijn leugenwerk als waarheid te camoufleren en zichzelf met het gewaad van een lichtengel te bekleden. Want het is de tijd van het einde waarin hij grote macht heeft, maar die ieder afzonderlijk mens ook kan breken, wanneer hij zich tot GOD Zelf wendt en zich aan HEM overgeeft - wanneer hij HEM vraagt om licht en kracht en genade. Dan is hij waarlijk aan het vangnet van de tegenstander ontsnapt en dan zal hem waarlijk ook een licht opgaan, dat hem onmetelijk gelukkig maakt.

Amen