• Zurück

Geistige Not größer als irdische.... Wirken des Gegners....

Die geistige Not ist noch viel größer als die irdische, denn die Menschen leben nicht mehr in der Wahrheit, und jeder Irrtum ist Hindernis zur Höhe, jeder Irrtum ist geistiger Stillstand oder gar Rückgang, denn der Irrtum ist das Werk Meines Gegners, um den Weg zu Mir zu versperren, um ihn unfindbar werden zu lassen. Jeder Irrtum stärket seine Macht und gibt ihm immer neue Gelegenheiten, das Dunkel der Nacht über die Menschen zu breiten. Irrtum ist alles, was dazu beiträgt, das Erkennen Meiner Selbst zu erschweren, Irrtum ist alles, was die Menschen hindert, mit Mir Verbindung zu suchen und zu finden.... Mein Ziel und Streben ist, daß die Menschen sich mit Mir vereinen, daß sie nach Mir Verlangen tragen und dieses Verlangen des Herzens zu stillen suchen.... Mein Ziel ist, die Liebe Meiner Geschöpfe zu gewinnen.... Alles, was dazu beiträgt, ist gut und niemals des Gegners Wirken. Was aber die Menschen hindert, diese Verbindung mit Mir zu finden, alles, was ihre Blicke anderwärts richtet als nach Mir, ist Wirken Meines Gegners. Und ihr könnet sonach sehr leicht diesen erkennen in allem, was euch geboten wird, seien es geistige Lehren, seien es Botschaften aus dem geistigen Reich, seien es Geschehen, ganz gleich, welcher Art.... Immer müsset ihr euch darüber klarwerden, was damit bezweckt wird.... Und führet es euch von Mir weg und zur Welt hin, oder erschwert es die innige Verbindung mit Mir, dann wisset ihr auch, daß Mein Gegner am Werk ist, der euch Menschen von Mir abzudrängen sucht. Er wendet auch Mittel an, die Mein Wirken vortäuschen sollen, er scheut sich nicht, scheinbar für Mich zu arbeiten, um die Leichtgläubigen zu gewinnen, die ihn nicht erkennen und daher annehmen, was er ihnen bietet. Die Leichtgläubigkeit der Menschen begünstigt sein Tun, denn sie nehmen an ohne ernste Prüfung, sowie nur ein Anstoß gegeben ist, der ihren Glauben fordert. Das ist seine List, scheinbar den Glauben zu stärken und doch ihn in falsche Richtung lenken.... Die Wahrheit wird ständig zur Erde geleitet, sie wird ständig den Menschen zugetragen, und doch wird dickster Irrtum und Lüge viel eher angenommen von ihnen als nur ein Fünkchen Wahrheit, das ihnen ihren Geisteszustand erleuchten würde. Mein Gegner aber hat einen festen Untergrund, er steht auf einem Boden, der von den Menschen selbst fest und haltbar gemacht wurde.... Mein Gegner arbeitet dort, wo die Menschen glauben, Mein Revier betreten zu haben. Auch das ist seine List, die wieder nur aufgedeckt werden kann durch die reine Wahrheit, die Ich den Menschen bringe, durch Mein Wort. Doch schwer nur findet dieses Mein Wort dort Eingang, wo der Gegner sorgsam alle Tore versperrt. Und die Menschen selbst stellen sich hinter Meinen Gegner und stärken ihn in seiner Macht.... Daher ist die geistige Not unbeschreiblich groß und doch nicht zwangsmäßig zu beheben, denn der freie Wille des Menschen muß selbst anstreben, in das Licht zu treten, dann wird es auch bald hell werden in ihm, und dann beginnt der Boden unter den Füßen Meines Gegners zu wanken. Ohne die Wahrheit jedoch kann die geistige Not nicht verringert werden, denn die Wahrheit lehret die Liebe, wer aber die Liebe hat, der erkennt auch das Wirken des Gegners, und er wird sich frei machen von ihm, weil er durch die Liebe auch die Kraft in sich fühlt, ihm zu entfliehen, weil er durch die Liebe den Zusammenschluß mit Mir herstellt und Ich ihm nun beistehe, indem Ich ihn erfülle mit Licht und Kraft....

Amen

De geestelijke nood is groter dan de aardse Het werkzaam zijn van de tegenstander

De geestelijke nood is nog veel groter dan de aardse, want de mensen leven niet meer in de waarheid en elke dwaling is 'n hindernis om opwaarts te gaan, elke dwaling is geestelijke stilstand of zelfs achteruitgang, want de dwaling is het werk van Mijn tegenstander om de weg naar MIJ te versperren, om hem onvindbaar te doen zijn. Elke dwaling versterkt zijn macht en geeft hem steeds nieuwe gelegenheden het duister van de nacht over de mensen uit te spreiden. Dwaling is alles wat er toe bijdraagt het herkennen van MIJ Zelf moeilijk te maken. Dwaling is alles wat de mensen verhindert met MIJ verbinding te zoeken en te vinden.

Mijn doel en streven is dat de mensen zich met MIJ verenigen, dat ze naar MIJ verlangen en dit verlangen van het hart trachten te bevredigen. Mijn doel is de liefde van Mijn schepselen te winnen. Alles wat daartoe bijdraagt is goed en nooit het werk van de tegenstander. Maar wat de mensen verhindert deze verbinding met MIJ te vinden, alles wat hun blik ergens anders op richt dan op MIJ, is het werkzaam zijn van Mijn tegenstander. En u zult hem derhalve heel makkelijk kunnen herkennen in alles wat u wordt aangeboden, hetzij geestelijke leren, hetzij boodschappen uit het geestelijke rijk, hetzij gebeurtenissen, het doet er niet toe van welke aard. Steeds zal het tot u moeten doordringen wat de bedoeling er van is. En leidt het u van MIJ weg en naar de wereld toe, of bemoeilijkt het de innige band met MIJ, dan weet u ook dat Mijn tegenstander aan het werk is die tracht u, mensen van MIJ af te brengen. Hij gebruikt ook middelen die Mijn werkzaam zijn moeten voorwenden, hij schuwt het niet schijnbaar voor MIJ te werken om de lichtgelovigen te winnen die hem niet herkennen en daarom aannemen wat hij hun aanbiedt. De lichtgelovigheid van de mensen begunstigt zijn praktijken, want ze nemen aan zonder ernstig onderzoek zodra er maar een duw is gegeven die van hen (als reactie) geloof vraagt. Dat is zijn list, schijnbaar het geloof versterken en dit toch in verkeerde richting te sturen.

De waarheid wordt voortdurend naar de aarde geleid, ze wordt voortdurend naar de mensen gebracht en toch wordt de grofste dwaling en leugen veel eerder door hen aangenomen dan slechts een vonkje waarheid dat de toestand van hun geest zou verlichten. Maar Mijn tegenstander heeft een vast fundament, hij staat op een bodem die door de mensen zelf vast en duurzaam werd gemaakt. Mijn tegenstander werkt daar waar de mensen geloven Mijn gebied te hebben betreden. Ook dat is zijn list die weer alleen kan worden blootgelegd door de zuivere waarheid, die IK de mensen breng door Mijn Woord. Maar slechts moeizaam vindt dit Woord van MIJ daar ingang waar de tegenstander zorgvuldig alle poorten verspert. En de mensen plaatsen zich achter Mijn tegenstander en versterken hem in zijn macht.

Daarom is de geestelijke nood onbeschrijflijk groot en toch niet door dwang op te heffen, want de vrije wil van de mens moet er zelf naar streven in het licht te treden, dan zal het ook spoedig helder worden in hem en dan begint de bodem onder de voeten van Mijn tegenstander weg te zakken. Zonder de waarheid kan echter de geestelijke nood niet worden verminderd, want door de waarheid wordt de liefde geleerd, wie echter de liefde heeft, herkent ook het werkzaam zijn van de tegenstander, en hij zal zich van hem losmaken, omdat hij door de liefde ook de kracht in zich voelt hem te ontvluchten, omdat hij door de liefde de vereniging met MIJ tot stand brengt en IK hem nu bijsta, doordat IK hem zal vervullen met licht en kracht.

Amen