Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Scheinbar lieblose Hilfsmittel Gottes....

Ich will euch erretten aus der Not der Seele.... Die Not des Leibes geht vorüber, sie währet nicht ewig, die Not der Seele aber hört nicht auf mit dem Tode, sondern ihr nehmet sie mit hinüber in das geistige Reich, und dort wird sie euch erst richtig zum Bewußtsein kommen, denn auf Erden könnet ihr sie mit weltlichen Genüssen und Freuden betäuben. Und das gerade ist das Unglück, daß ihr die Erdenzeit nicht dazu nützet, der Seele zu helfen, daß ihr nicht gedenket ihres Zustandes nach dem Leibestode, so sie in Qual und Finsternis vegetiert und unaussprechlich leidet. Aus dieser Not will Ich ihr heraushelfen.... Meine Hilfe wird sich aber immer schmerzhaft für den Leib auswirken, euer Erdenleben wird durch Meine Hilfe berührt und nicht zu eurer Freude. Ich muß über euch Menschen empfindliche Not und Leiden kommen lassen, Ich muß euer irdisches Wohlleben stören, Ich muß eingreifen in schmerzhafter Weise in euer gewohntes Leben, um euch zur Selbstbesinnung zu bringen, um euch aufzuwecken aus einem Zustand tiefsten Schlafes, da ihr die Seele ohne Hilfe lasset. Und so schlage Ich Wunden über Wunden.... Und doch ist es Meine Vaterliebe, die zu diesen Mitteln greifen muß, um euch, Meine Kinder, vor dem ewigen Verderben zu erretten. Doch ob ihr den Nutzen daraus ziehet, steht euch frei.... Es können alle Meine Mittel auch erfolglos bleiben und ihr auch dann noch nur die Welt sehen und verlangen. (18.11.1951) Dann habt ihr selbst euch euer Urteil gesprochen, dann wählet ihr euch freiwillig ein Los, das entsetzlich qualvoll ist und endlos lange Zeit währt. Ich weiß um dieses euer Los, und darum greife Ich mitunter so hart in euer Erdenleben ein, daß ihr Mich nicht mehr als einen Gott der Liebe erkennen wollet, daß ihr Mich darum auch oft ganz ablehnet oder euch wider Mich aufbäumet und dadurch Meinem Gegner euch ausliefert.

Ich will nur eure Seligkeit, Ich habe kein anderes Ziel, als euch dem geistigen Tode zu entreißen, eurer Seele einen Lichtschimmer zu geben, auf daß sie sich zurechtfindet, so sie das geistige Reich betritt und irdisch nicht mehr wirken kann. Die Seele bleibt bestehen nach dem Leibestode, aber erst wenn sie im geistigen Reich tätig sein kann, erfreut sie sich ihres Lebens. Und dazu will Ich ihr verhelfen und stoße ständig auf Widerstand von seiten des Menschen, der alles Äußere nur beachtet und liebt, seiner Seele aber nicht gedenket. Ihr achtet nur der Schale, den Kern aber vergesset ihr, und er allein ist das Wahre, das Unvergängliche, um dessentwillen ihr auf Erden lebt. Die Not und das Leid auf Erden werden zunehmen, je näher das Ende ist, und selig der Mensch, der es auf sich wirken lässet, der die Vergänglichkeit des Irdischen daraus erkennt und sich unvergängliche Güter zu erringen trachtet. Nur wenige werden durch die Not zum Erkennen kommen, und doch lasse Ich um dieser wenigen willen es zu, daß oft eine große Anzahl Menschen das Leben verlieren, denn der Leib dieser verlieret nichts, die Seelen aber haben noch Gelegenheit, im jenseitigen Reich emporzusteigen, wenn sie es wollen. Die Ich aber gewonnen habe, werden es Mir danken ewiglich und auch das schwerste Leid als ein Mittel Meiner Liebe erkennen, ohne das sie verloren wären für ewige Zeiten. Mein Heilsplan ist von Ewigkeit vorgesehen, und also ersah Ich auch den völlig entgeisteten Zustand am Ende dieser Erlösungsperiode. Und Ich sah die Herrschaft Meines Gegners über die Seelen der Menschen, Ich ersah aber auch die wenigen, die noch zu gewinnen sind. Jeder Erlösungsabschnitt geht unter gewaltsamen Eingriffen Meinerseits zu Ende, um dem Gegner noch abzuringen, was nicht ganz in Seiner Gewalt ist.

Ihr Menschen, die ihr an Mich glaubet, seid wachsamen Geistes in der letzten Zeit vor dem Ende.... erkennet, wo es sich um Meine zwar harten Hilfsmittel handelt und wo Mein Gegner seine Hand im Spiel hat. Zweifelt nicht an Meiner Liebe, sondern erkennet sie in jeglichem Geschehen, in jeder irdischen Not, in jeder Naturkatastrophe.... Immer geht es um Seelen, die Meine Weisheit als noch wandlungsfähig erkennt und denen Hilfe gebracht werden soll in ihrer geistigen Not.... Einstens werdet auch ihr Meine Liebe ermessen können, wenn ihr das entsetzliche Los derer erschauet, die Mir Widerstand leisteten und doch nicht gezwungen werden können, ihren Widerstand aufzugeben. Doch solange diese Erde noch besteht, ist Meine Liebe unentwegt bemüht, Seelen zu retten aus (der = d. Hg. ) endlos langen Zeit der Finsternis, die dem Ende dieser Erde folgen wird für Meinen Gegner und seine Anhänger, die unverbesserlich sind....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Schijnbaar liefdeloze hulpmiddelen van God

Ik wil u redden uit de nood van de ziel. De nood van het lichaam gaat voorbij, ze duurt niet eeuwig. Echter de nood van de ziel houdt niet op met de dood, maar u neemt ze mee over in het geestelijke rijk en daar zal ze u pas echt tot bewustzijn komen, want op aarde zult u ze met wereldse genoegens en vreugden kunnen verdoven. En dat is juist het ongeluk, dat u de tijd op aarde er niet voor gebruikt om de ziel te helpen; dat u niet denkt aan haar toestand na de dood van het lichaam, als ze in kwelling en duisternis een kwijnend bestaan leidt en onuitsprekelijk lijdt. Uit deze nood wil Ik haar bevrijden. Maar Mijn hulp zal steeds een pijnlijke uitwerking hebben op het lichaam, uw leven op aarde wordt door Mijn hulp aangeroerd en niet tot uw vreugde.

Ik moet over u, mensen, gevoelige nood en lijden laten komen, Ik moet uw aardse welbevinden verstoren. Ik moet op smartelijke wijze ingrijpen in uw vertrouwde leven, om u tot zelfbezinning te brengen, om u wakker te maken uit een toestand van diepste slaap, daar u de ziel zonder hulp laat. En zo verwond Ik u keer op keer. En toch is het Mijn Vaderliefde, die naar deze hulpmiddelen moet grijpen, om u, Mijn kinderen, van het eeuwige verderf te redden. Maar of u zich dit ten nutte maakt, staat u vrij. Het kan ook zijn, dat alle middelen zonder resultaat blijven en dat u ook dan nog alleen de wereld ziet en ernaar verlangt. Dan hebt u zelf uw oordeel over u uitgesproken, dan kiest u voor uzelf vrijwillig een lot, dat ontzettend smartelijk is en eindeloos lange tijd duurt. Ik ben van dit lot van u op de hoogte en daarom grijp Ik af en toe zo hard in uw aardse leven in, dat u Mij niet meer als een God van Liefde zult willen erkennen, dat u Mij daarom ook vaak helemaal afwijst of zich tegen Mij verzet en zich daardoor aan Mijn tegenstander uitlevert.

Ik wil alleen uw gelukzaligheid. Ik heb geen ander doel, dan u aan de geestelijke dood te ontrukken, uw ziel een lichtschijnsel te geven, opdat u de weg kunt vinden, als u het geestelijke rijk betreedt en aards niet meer kunt werken. De ziel blijft bestaan na de lichamelijke dood, maar pas wanneer ze in het geestelijke rijk werkzaam kan zijn, verheugt ze zich over haar leven. En daartoe wil Ik haar helpen en Ik stuit voortdurend op tegenstand van de kant van de mens, die alleen maar aandacht schenkt aan en houdt van al het uiterlijke, maar niet aan zijn ziel denkt. U let alleen maar op de omhulling, maar de kern vergeet u en dat alleen is het ware, het onvergankelijke, terwille waarvan u op aarde leeft.

De nood en het leed op aarde zullen toenemen, hoe dichterbij het einde is. En zalig de mens, die het op zich in zal laten werken, die het vergankelijke van het aardse daaruit inziet en zich onvergankelijke goederen probeert te verwerven. Slechts weinigen zullen door de nood tot inzicht komen en toch laat Ik het terwille van deze weinigen toe, dat vaak een groot aantal mensen het leven verliest, want het lichaam van hen verliest niets, maar de zielen hebben nog gelegenheid in het rijk hierna omhoog te klimmen, wanneer ze het willen. Maar die Ik heb gewonnen, zullen Mij eeuwig dankbaar zijn en ook het zwaarste leed erkennen als een middel van Mijn Liefde, zonder hetwelk ze verloren zouden zijn voor eeuwige tijden.

Mijn heilsplan is van eeuwigheid voorzien en dus voorzag Ik ook de algehele ongeestelijke toestand aan het einde van deze verlossingsperiode. En Ik zag de heerschappij van Mijn tegenstander over de zielen van de mensen. Ik voorzag echter ook de weinigen, die nog te winnen zijn. Elke verlossingsperiode gaat onder gewelddadig ingrijpen Mijnerzijds ten einde, om de tegenstander nog te ontwringen, wat niet helemaal in zijn macht is.

U, mensen die in Mij gelooft, wees waakzaam van geest in de laatste tijd voor het einde. Besef, wanneer het gaat om Mijn weliswaar harde hulpmiddelen en wanneer Mijn tegenstander zijn hand in het spel heeft. Twijfel niet aan Mijn Liefde, integendeel, herken Ze in elk gebeuren, in elke aardse nood, in elke natuurcatastrofe. Steeds gaat het om zielen, waarvan Mijn Wijsheid inziet, dat ze nog vatbaar zijn voor veranderingen en aan welke hulp gebracht moet worden in hun geestelijke nood. Eens zult ook u Mijn Liefde in haar volle omvang kunnen beseffen, wanneer u het verschrikkelijke lot aanschouwt van diegenen, die Mij weerstand boden en toch niet gedwongen kunnen worden hun weerstand op te geven. Maar zolang deze aarde nog bestaat is Mijn Liefde onophoudelijk ingespannen bezig zielen te redden uit de eindeloos lange tijd van duisternis, die op het einde van deze aarde zal volgen voor Mijn tegenstander en zijn aanhangers, die onverbeterlijk zijn.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Gerard F. Kotte